Hier is de door Tempus Fugit uitgebrachte remaster van het titelloze debuut uit 1975 van de Zweedse band Kaipa. Op dit album klinkt Roine Stolt als 17-jarige gitarist. Wil je dat horen? Ik zou het maar doen. De kerel heeft een fenomenaal gevoel voor melodie en expressie. Hij is er groot mee geworden bij bands als The Flower Kings en Transatlantic, dat weten we allemaal. Hier echter liggen de zaadjes voor al z’n verdere snarengeschitter.
Het zijn indertijd de hoogtijdagen van de symfonische rock en het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de band die onder aanvoering staat van toetsenist Hans Lundin het bijzonder goed doet met z’n op Genesis en Camel geïnspireerde plaat. Wel blijft het succes beperkt tot binnen de Zweedse landsgrenzen en dat is eigenlijk precies wat de bandleden willen. Geen internationale poespas, gewoon je gevoel uiten in je moerstaal. Van 1975 tot 1982 bezigt Kaipa deze eigenzinnigheid, hetgeen resulteert in vijf studioalbums waarvan de eerste drie met Stolt. Na die periode wordt het een poos stil rondom de band totdat in 2002 een reünie plaats vindt waarin Lundin en Stolt weer samen komen. Onder impuls van deze nieuwe versie van Kaipa is die internationale belangstelling er wel. Wederom duurt het sprookje Lundin-Stolt slechts drie albums, niet dat dat enig effect heeft op het verdere verloop van de band. In tomeloos tempo poefen Lundin en consorten er het ene na het andere sterke album uit. Het is een waar Mekka voor de liefhebber. Wel moet deze genoegen nemen met het feit dat dit Kaipa uitsluitend een studioband is. Het is een pleister op de wond dat Stolt samen met onder anderen z’n oud-Kaipa collega’s Ingemar Bergman op drums en Tomas Eriksson op basgitaar de wereld over gaat met Kaipa Da Capo, een band die zich bezig houdt met het spelen van oud Kaipa materiaal. Tot zover de biografische wetenswaardigheden. Over naar de plaat.
Hoewel het album enigszins gedateerd overkomt valt er meer te zeggen voor het tijdloze ervan. De mix van symfo, Scandinavische folk en klassieke thema’s lijkt me ten aller tijde interessant. Deze is bepalend voor de architectuur van de plaat aangezien het de nodige variatie met zich meebrengt. Toch hangt er een Bach-achtige grandeur over de muziek heen die je als groots gemene deler mag aanmerken. Overal hoor je statige melodieën en brede harmonieën. Het volle orgel en de lyrische gitaar zijn nooit ver weg, terwijl de Rickenbacker basgitaar samen met de drums alles lekker opstuwen. Kijk maar om je heen. Of je het nu hebt over de grote, van zang voorziene nummers of over de korte instrumentaaltjes, het is altijd prijs.
Opener Musiken Ar Ljuset en het licht epische Akaret zijn de prijsnummers en niet alleen vanwege het toetsen en gitaarwerk. Lundin heeft namelijk een stem die de muziek naar een meer intens niveau brengt. Ter ontspanning is er Skogspromenad, een grappig nummer dat bijna de boot had gemist omdat het volgens de bandleden niet echt representatief is voor het bandgeluid. De praktijk heeft die mening echter achterhaald. Skogspromenad is uitgegroeid tot een publiekslieveling. De muziek van Kaipa is gebaseerd op redelijk toegankelijke thema’s, daar veranderen de synthesizersolo’s van Se Var Morgon Gry niks aan en ook het door Stolt geschreven Oceaner Foder Liv is ondanks een psychedelische passage zo open als een Camelnummer.
Aan het reguliere album zijn enkele bonustracks toegevoegd, twee korte instrumentaaltjes waarvan het stukje circusmuziek in Karavan een lach op je gezicht tovert. Eigenlijk is het hele album iets om blij van te worden, dat was toen al en dat is nu nog zo. Als je van het huidige Kaipa houdt of van The Flower Kings mag deze remaster echt niet in je collectie ontbreken.
Dick van der Heijde