Ondanks dat “Silverthorn” alweer het tiende album van Kamelot is sinds 1995, is het pas de derde met een recensie op Progwereld. Van zusje ‘Epica’ (om er nog maar een te noemen) vind je (helaas) geen recente albums in de database terug. Waarom? Vraag het de bands, blijkbaar zien ze zichzelf niet steevast onder de noemer ‘progressief’ en twijfelt men bij elke nieuwe release of promo’s uitgaan naar intrinsieke progsites, dan wel dat de postbode zijn ronde beperkt tot de reguliere ‘metalschrijvers’. Terecht misschien, gelet op de afsluitende alinea bij de review van “Ghost Opera”:
“Het zal de grote, nog immer groeiende, schare fans een rotzorg zijn en de verkoopcijfers van “Ghost Opera” zullen die van “The Black Halo” waarschijnlijk weer gaan overstijgen, maar het kunstje van Kamelot begint toch wel een beetje voorspelbaar te worden. Misschien wordt het eens tijd om met een nieuwe producer in zee te gaan. Een echt frisse wind zou welkom zijn.”
Een nieuwe producer is er niet gekomen, een nieuwe zanger wel, namelijk niemand minder dan de man met de fluwelen stembanden: Tommy Karevik (Seventh Wonder). Zijn stem past prima bij de muziek op “Silverthorn” en bij beluistering van een integer nummer als Song For Jolee waan je je zomaar op een Seventh Wonder album. Hoewel de impact op de sound van Kamelot als geheel beperkt is en Karevik aardig in het verlengde van voorganger Roy Khan zingt (men is immers ook in 2012 niet zozeer op zoek naar een nieuw geluid) krijgt het eindproduct door zijn inbreng toch een extra melodieuze impuls mee.
Waar voorganger “Poetry For The Poisoned” – gelouterd en wel- toch wat speels en zoekende aandoet, gaat “Silverthorn” de geschiedenis in als statig en impressief. Koren, orkest, stemmen, ijle vrouwenzang, fraai gitaarwerk, het is onverminderd maar bovenal bestendig aanwezig. Ik noem het wat langere en in drie delen opgeknipte Prodigal Son als een van de meest volwassen songs die de band heeft opgenomen. Het benut het compositorische vakmanschap van Kamelot ten volle en toont met aangrijpende melodieën, harmonische zangpartijen en bokkige gitaarsolo’s een band in topvorm.
Over het gehele album toont de karakteristieke progressief/symfonische powermetal zich met een grandeur die zelfs voor Kamelot begrippen ongekend is. Volwassen is op Silverthorn geenszins synoniem van gezapig en ontdaan van teveel zijstapjes zijn de songs op dit album vooral robuust en gedecideerd. Wat rest is de crème de la crème. Met “Silverthorn” verlegt Kamelot niet zozeer creatieve grenzen, maar trapt de lat een flink aantal sporten omhoog en levert met gemak een van de beste albums in het genre ooit. Frisse wind of niet, “Silverthorn” is een plaat om naar uit te zien en door Kamelot – laat staan soortgenoten – nauwelijks nog te overtreffen.