In welke geestestoestand Kansas verkeerde tijdens het opnemen van dit album weet ik niet, maar de band kreeg het in elk geval voor elkaar mij met bepaalde songs te overrompelen als een dief in de nacht. Feit is dat dit album afwijkt van alle voorgaande albums. Genoeg kanonniers zullen de kans nemen om hun kogels af te vuren. Het ontbreken van Kerry Livgren of Robby Steinhardt. Boem! Het geluid dat afwijkt van de eerste klassieke Kansas platen. Knal! Toch blijft het schip drijven. Je zou alle vooroordelen eens terzijde moeten schuiven om de verborgen kracht naar boven te halen.
Deze cd – de ‘MCA zwanenzang’ – is een briljant opus dat je mede kunt toeschrijven aan de soulvolle stem van Steve Walsh. Hij is de lucifer die de brand ontsteekt in het felle House On Fire. De scheurende Hammond is de benzine die de vlammen verder doet oplaaien. Wie wordt nou niet opgewonden van al die hitte? Jij niet?
Boem! Misschien dan de wervelende track Rainmaker? Die song ontnam me in 1988 de adem en heeft zijn status tot op de dag van vandaag behouden. Dit is Kunst met de grote Kansas K. Ten eerste de sfeer die getekend wordt: in het begin laat de band je wachten op de verlossende regen. In het instrumentale middenstuk klinkt de donder, versnelt de band en voel je dat de eerste druppel zo dadelijk gaat vallen. De gitaar eerst behoedzaam, maar daarna stijgt hij op en trekt je geest mee. Het koor smeekt en Walsh danst. Hij gaat tekeer als een wervelwind. Zelden ben ik zo in muziek gezogen. Dit kan haast niet emotieloos aan een muziekliefhebber voorbijtrekken. Ja, nu is je kruit verschoten of niet dan? Walsh en zijn kompanen hebben met deze song een klassieker neergezet die zijn weerga niet kent. Als je dan nog durft te beweren dat Kansas het in de jaren tachtig af liet weten, dan weet ik het niet meer.
Ghosts blijft na beluistering door je hoofd spoken. Het nummer draait vooral om de zang van Walsh, maar de prachtige solo van Morse mag zeker niet onvermeld blijven. Laatstgenoemde heeft overigens veel zelfvertrouwen gekregen na “Power”. Zijn Morse code offreert melodie en gemoedsbewegingen. Zwaar slikken voor Kerry Livgren aanhangers, maar met Richard Williams is hij de energietandem achter Kansas en kwijt zich goed van zijn taak.
De rol van producer Bob Ezrin mag niet onderschat worden. Hij blijft ook niet achter de knoppen zitten, schrijft mee aan One Big Sky (dat ik overigens één van de mindere composities van de plaat vind), speelt wat percussie en maakt zich verdienstelijk als achtergrondzanger. Gezegd moet worden dat hij de plaat een helder geluid en een bepaalde levendigheid heeft meegegeven, maar dat mag natuurlijk ook verwacht worden van een topproducer. Verder valt op dat er sommige songs geïmporteerd zijn. Dat geeft wel te denken, want is bijvoorbeeld het duo Walsh / Morse niet uitstekend in staat de band van degelijk materiaal te voorzien? Ongeïnspireerdheid? Tijdsdruk? Wie zal het zeggen? Ook een beetje jammer is de ballade-achtige benadering van veel songs. Er had nog wel meer vuurwerk in gestopt kunnen worden. Echter, er blijft genoeg moois over, bijvoorbeeld de onderschatte song Bells Of St. James. Deze song is een waardig slot van het concept dat de beelden laat zien van de ravage na een overstroming van een in Kansas gelegen stadje. De band oogst geen commercieel succes met “In The Spirit Of Things” en neemt weer even een voorschot op het pensioen, want pas in 1995 mogen de fans weer iets vernemen van de Amerikanen.
Wat anderen ook mogen zeggen, hoe wetenschappelijk onderbouwd het praatje ook moge zijn, schuif het terzijde en neem de moeite om dit album aan een grondige luistertest te onderwerpen. Mocht je gewoon naar degelijke en toegankelijke muziek willen luisteren die de emotie als leidraad heeft, dan is dit een aanrader van jewelste. Met de nadruk op ‘jewel’.
Ton Veldhuis