Kansas

There Is Know Place Like Home

Info
Uitgekomen in: 2009
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: InsideOut
Website: www.kansasband.com
MySpace: www.myspace.com/kansas
Tracklist
Howling At The Moon
Belexes
Point Of Know Return
Song For America
On The Other Side
Musicatto
Ghosts/Rainmaker
Nobody's Home
Hold On
Cheyenne Anthem
Icarus II
Icarus: Borne On Wings Of Steel
Miracles Out Of Nowhere
The Wall
Fight Fire With Fire
Dust In The Wind
Carry On Wayward Son

Bonustrack: Down The Road – Afternoon Jam
Phil Ehart: drums
Billy Greer: basgitaar, zang
David Ragsdale: viool, gitaar, zang
Steve Walsh: zang, toetsen
Richard Williams: gitaar

Met medewerking van:
Kerry Livgren: toetsen, gitaar
Steve Morse: gitaar, viool
Washburn University Orchestra o.l.v. Larry Baird
There's Know Place Like Home dvd/cd (2009)
Sail On: The 30th Anniversary Collection (2004)
Device Voice Drum - live (2002)
Somewhere To Elsewhere (2000)
Always Never The Same (1998)
Freaks Of Nature (1995)
In The Spirit Of Things (1988)
Power (1986)
Drastic Measures (1983)
Vinyl Confessions (1982)
Audio-Visions (1980)
Monolith (1979)
Two For The Show - live (1978)
Point Of Know Return (1977)
Leftoverture (1976)
Masque (1975)
Song For America (1975)
Kansas (1974)

Er is – tenminste in Erikwereld – geen enkele band die kan tippen aan Kansas anno 1977/1978. De band was rond de tijd van het beroemde live-album “Two For The Show” op z’n best, of het nou om muzikaal meesterschap of compositorisch genie gaat. Roep maar een band, in Erikwereld is Kansas altijd 10 keer beter. Minstens.

Des te droeviger, dat zo’n heldenclub zo te lijden heeft onder de tand des tijds. Dat werd nog zeer recent geïllustreerd door de beroerte die toenmalige opperman Kerry Livgren onlangs trof (hij maakt het weer goed, dank u). Ik vind het verval nog duidelijker zichtbaar bij Steve Walsh, die na een wild leven ‘on the road’ niet alleen zijn stem dreigde kwijt te raken, maar ook zijn verstand.

Intussen bestaat de band uit vijf heren op leeftijd die nauwelijks meer in staat lijken te zijn nieuw materiaal te schrijven. Da’s niet helemaal waar, maar de waarheid is wel heel ingewikkeld: Steve Walsh schrijft wel (mondjesmaat), maar wil die stukken voor zijn solocarrière bewaren en de andere heren schrijven ook wel, maar willen dat kennelijk niet met Steve delen. Daarom hebben ze een nevenproject opgericht waarvan de eerste cd zeer onlangs verscheen: “Native Window”. Ik zei toch dat het ingewikkeld was?

Enfin, onder de naam Kansas wordt dus alleen nog herkauwd. Met het verstrijken der jaren is dat niet altijd prettig om naar te kijken of te luisteren, met de wat mislukte samenwerking met het London Symphony Orchestra onder de titel “Always Never The Same” als droevig dieptepunt. Reden te meer dus, om deze nieuwe concertregistratie met angst en beven tegemoet te zien. Dat is gelukkig nergens voor nodig!

Ook dit keer, het concert vond plaats op 7 februari van dit jaar in Topeka in de thuisstaat Kansas, speelt Kansas samen met een orkest, het Washburn University Orchestra. Dat is geen onverdeeld genoegen, al pakt het uiteindelijk beter uit dan op “Always Never The Same”. In de eerste stukken staat het orkest gewoon te zacht in de mix om een wezenlijk verschil te maken. Gaandeweg wordt de rol van de jonge klassiek geschoolde jongens en meisjes groter en dan blijken sommige arrangementen een zinvolle toevoeging te zijn en andere een complete verschrikking. In het op zich al bijzonder symfonische Nobody’s Home is het een absolute verrijking, maar wat arrangeur Larry Baird (hij werkte ook met The Moody Blues) voor The Wall heeft bedacht is foeilelijk. Daar komt bij, dat een klassiek orkest een heel andere ‘feel’ heeft dan een rockmuzikant, waardoor timing vaak een probleem is. Dat fenomeen heeft ook een wat belemmerende rol op de heren rockers, die zich tijdens een middagjam veel losser en gek genoeg strakker tonen dan in het wat stugge samenspel met het orkest. Niet elke inzet is even puntig, niet elk riedeltje is even strak.

Dat wreekt zich vooral bij gitarist Richard Williams, die piraat op leeftijd, die nu hij de enige gitarist in de band is iets teveel hooi op zijn vork neemt. Je hoort het ook in het spel van violist David Ragsdale, die een veel betere muzikant is dan zijn voorganger Robby Steinhardt en de prachtigste loopjes speelt, maar ook wat achter de muziek aan holt. Zelfs drummer Phil Ehart, een powerhouse van jewelste, klinkt wat houteriger dan normaal. Speelt de ouderdom hem parten, of dat verdomde symfonieorkest? In een leuk filmpje op de website van de band vertelt Ehart dat de druk toeneemt als er ineens geen 5 maar 65 mensen jouw tempi volgen.

Intussen begint Steve Walsh steeds meer op Lee Towers te lijken! Met een zongebruinde plofkop zingt hij de longen uit zijn lijf, bijna scheel van de inspanning, met zoveel moeite dat ik het er benauwd van krijg, vooral omdat zijn bovenste boordknoopje dicht blijft! Het is even beangstigend als fascinerend en des te mooier omdat Steve echt fantastisch staat te zingen. Bepaald niet moeiteloos en ook met een wat dun en licht gorgelend stemgeluid, maar wel spatzuiver.

Want dat is er gelukkig wel degelijk aan de hand: oud en grijs, wat gebogen en met handen vol ouderdomsvlekken, het zal allemaal wel; wat Kansas op “There’s Know Plave Like Home” laat horen is indrukwekkend en meeslepend. Zo goed als toen wordt het nooit meer, maar zo goed als nu is al héél wat! Dat blijkt ook al uit de reacties van het wat gezapige oudere publiek: in het begin komen ze alleen voor het slot van elk nummer uit hun stoel, tegen het einde van het concert staat men te dansen en te springen van plezier. Ook een grappig gezicht: een hele eerste rij luchtdrummende mannetjes en vrouwtjes.

Het programma bevat stukken uit (bijna) alle hoofdstukken van het lange Kansas-boek; zelfs Fight Fire With Fire, de hit uit de periode zonder Steve Walsh, krijgt een herkansing. Alleen “Freaks Of Nature” wordt overgeslagen. Met een repertoire vol hoogtepunten die met veel enthousiasme overtuigend gebracht worden weet Kansas toch weer te overtuigen. Daarbij wordt men goed geholpen door gastspelers Steve Morse, die zelfs niet te beroerd is om in het onvermijdelijke Dust In The Wind letterlijk tweede viool te spelen, en voornoemde Kerry Livgren. Deze laatste mag er dan uitzien als een oud boertje met een wat onfortuinlijke gezichtsbeharing, hij kon in februari nog steeds spelen als de beste.

Het geluid van het concert is niet over de hele linie even goed. De akoestiek van de vooral voor klassieke muziek gebouwde zaal speelt de band parten. Er rommelt voortdurend wat in het midden. Meestal is dat het orkest, maar het is ook veel galm. Over het algemeen klinkt de band sprankelend en is elk instrument te volgen, maar voor een mooie 2.0 en 5.1 mix is het toch wat te wollig. De beeldregistratie daarentegen is echt heel goed: elk detail wordt op het goede moment opgepikt, de fraaie lichtshow komt goed over en de montage volgt het tempo van de show, zonder zenuwachtig te worden. Op twee momenten kiest men ervoor om de live beelden te vervangen door archiefbeelden van oude industrie en vliegeniers in WO II (de ware Kansist weet genoeg!) en dat had voor mij niet gehoeven, maar die kniesoor wil ik niet zijn.

Samenvatting: Kansas heeft zijn beste tijd gehad, maar, zoals een oud spreekwoord zegt: als je niet kun krijgen wat je wil moet je willen wat je krijgt. In dat opzicht kun je op dit moment niets beters krijgen dan deze registratie, die een 35 jaar jonge band laat zien in de best mogelijke vorm.

“There’s Know Place Like Home” verschijnt uiteraard als DVD, als dubbel-cd en als limited edition dvd en dubbelcd pakket. Of er extra’s zijn kan ik op basis van het recensie-exemplaar niet concluderen; Mijn versie bevatte alleen de bonustrack Down The Road, opgenomen tijdens de soundcheck.

Erik Groeneweg

Send this to a friend