De eerste jaren van hun carrière gingen de heren van Karcius schuil achter het mombakkes van jazzrockers, instrumentale snelheidsduivels met zoveel mogelijk noten per vierkante kpbs. Met de komst van bassist en zanger Sylvain Auclair, die ook bast en zingt in Heaven’s Cry, ging het roer in 2009 tamelijk rigoureus om. Het is een wending die, ten minste in mijn oren, gunstig uitpakt.
Auclair heeft een bijzonder prettige stem die mooi combineert met het intelligente spel van de anderen. Nog belangrijker vind ik dat de muzikanten zich dienstbaar opstellen om die zang zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen. Geen krachtpatserij meer, maar beheersing die oneindig veel spannender is dan het muzikale vuurwerk van voorheen.
Niet dat dat vuurwerk nu verdwenen is, er wordt waanzinnig knap gemusiceerd, vooral drummer Brodeur laat zich van zijn beste kant horen. Af en toe pakken de vier lekker uit en dat is goed, maar ze nemen ook weer gas terug en dat is beter. Waar de band zich vroeger liet vergelijken met Spaced Out en Planet X hoor ik nu eerder (en in Why zelfs tamelijk overduidelijk) Pink Floyd of echolyn en dat is een richting waarin de heren nog veel groeikansen hebben.
Op “The First Day”, niet de origineelste albumtitel ooit, brengen ze zeven liedjes en twee kortere instrumentaaltjes, slimme progrock met een kop en een staart. Fraai gearrangeerde composities zijn het, geen onmiddellijke meezingers, maar wel karakteristieke nummers. Dat is ook een stap vooruit, want een klacht over eerdere albums was dat de verschillende stukken wat slecht te onderscheiden waren. Dat is natuurlijk snel het euvel bij instrumentale muziek in een strak afgebakend genre. Daar hoeft Karcius nu niet meer bang voor te zijn.
Wel wat jammer dat Karcius nogal gefascineerd is door Afrikaanse ritmes. Hoe mooi die ook mogen zijn, in deze knappe muziek passen ze even goed als een kwartetje rommelpotten in een pianoconcert van Mozart; niet strak en krukkig. Dan vind ik de gastviolen heel wat mooier, zeker in combinatie met de vleugel waar L’Espérance lekker vaak achter kruipt. Maar er loopt ook een heleboel elektriek mee op de achtergrond, geluidjes, samples, drones en ruis. Alles bij elkaar houden de mannen zo de spanning er goed in.
Karcius is van alle markten thuis, de band kan stevig rocken, zoals in Rest My Head en Brother, of lekker pompeus uitpakken in The Word, maar heeft ook ruimte voor een mooi stukje pianomuziek met ambiënte geluiden in Number 10. Het toetsenarsenaal is lekker ouderwets, met orgels, elektrische pianootjes en analoge synthklanken. Dat past mooi in het open geluidsbeeld, waarin elke nuance helder doorklinkt. Wel gek dat de zang af en toe verzuipt in de mix, maar dat is bij meer bands een bewuste keuze, dus wie weet.
Karcius heeft de jazz helemaal afgezworen en is daarmee effectief een andere band geworden, een veel meer progrock georiënteerde, op liedjes gefocuste en wat mij betreft zo niet betere dan zeker interessantere band. “The First Day” is een mooi, pittig, prikkelend album, een absolute wereldplaat. Hij hoort in de top 10 van 2012 thuis en dat zeg ik van hooguit 20 platen per jaar! Wie de band en dit album links laat liggen, doet dat op eigen risico.
Erik Groeneweg