Verslag & Foto’s: Hans Ravensbergen
Op vrijdagavond 19 maart 2010 was de voertaal in het Limburgse Ittervoort tijdelijk het Zweeds. Met Beardfish en Karmakanic had de organisatie van dit jaarlijkse muziekevenement twee sterke Zweedse bands in huis (lees: Cultureel Centrum De Mortel) weten te halen. Naast en dankzij aansprekende groepen weet dit minifestival onder de naam “Rock Ittervoort” ook elk jaar fans van buiten Nederland te trekken. Ook dit jaar was dat niet anders met liefhebbers uit ondermeer Ierland en de Verenigde Staten. Ondanks dat het bezoekersaantal lager lag dan de voorgaande jaargangen, was het gezellig druk in de zaal.
Beardfish
De aftrap van deze avond werd verzorgd door Beardfish, dat in afwijking van Karmakanic (zie onder) al jaren in dezelfde bezetting speelt. En dat was deze avond goed te horen. In die bezetting heeft de groep de afgelopen jaren een flinke status en reputatie als liveband opgebouwd. Ondanks dat Beardfish kan putten uit vijf albums, was de hoofdmoot van dit optreden afkomstig van “Sleeping In Traffic Part 1”, “Sleeping In Traffic Part 2” en het in 2009 uitgekomen album “Destined Solitaire”. Vergeven en vergeten was de korte flirt met The Tangent (Beardfish heeft zich in een vlaag van verstandsverbijstering door Andy Tillison laten overhalen om ook als The Tangent door het leven te gaan).
Enthousiast en vol overgave als altijd werd een mix gespeeld van de genoemde albums. De setlist was zo uitgekiend dat Rikard Sjöblom afwisselend achter zijn toetenborden zat en met gitaar achter de microfoon plaats nam. Als vanouds schoof bassist Robert Hansen in een soort van ‘moonshuffle’ op sokken rond op het podium. Als ware hij in trance plooiden allerlei grimassen op zijn gezicht. Dit geheel in tegenstelling tot de saai ogende David Zackrisson. Vrijwel het hele optreden stond deze gitarist met licht gebogen hoofd bijna bewegingloos zijn gitaarpartijen te spelen. In de nummers waar ook Sjöblom gitaar speelde verdween hij figuurlijk helemaal naar de achtergrond. De solide maar statisch ogende drummende Magnus Östgren maakt dat Beardfish het meer moet hebben van het oor dan van het oog.
Er werden deze avond twee nummers gespeeld die op het in oktober 2010 te verschijnen nieuwe album gaan komen. Ondanks dat er nog flink geschaafd moeten worden aan de live-uitvoering, klonken ze veelbelovend.
Ik zag Beardfish voor het laatst in november 2008 live. Het viel me op dat de groep sinds die tijd vooruitgang heeft geboekt en als een hechtere eenheid speelt. Een optreden van deze Zweden staat dan ook altijd garant voor kwaliteit.
Karmakanic
Het was na de pauze even wennen toen de zes mannen van Karmakanic het podium betraden. Tussen Karmakanic in de studio en op het podium bestaan immers behoorlijke verschillen. Zeker na de oprichting van Agents Of Mercy is de scheidslijn tussen deze band en Karmakanic nog maar lastig te trekken. Want wie zijn nu eigenlijk de vaste bandleden van Karmakanic?
Van de bezetting op het meest recente studioalbum “Who’s The Boss In The Factory” waren deze avond alleen Jonas Reingold, Göran Edman en Lalle Larsson present. Misschien moeten we Karmakanic meer gaan zien als een Zweeds collectief dat in een wisselende bezetting optreedt. Het nadeel van een wisselende bezetting is dat de groep niet goed ingespeeld raakt. Deze avond was dit, zeker na het goed op elkaar ingespeelde Beardfish, te merken. Het neemt allemaal niet weg dat er zes klasbakken op het podium stonden.
Gitarist van dienst Roine Stolt speelde een hoofdrol. Het was alsof hij al jaren deel uitmaakt van de groep. Die hoofdrol moest hij wel delen met de talentvolle en veelzijdige toetsentovenaar Lalle Larsson. Regelmatig gezellig met elkaar converserend had dit duo het uitstekend naar de zin. Het zal mij niet verbazen wanneer Larsson een toekomstige Flower King is… In dat geval stond dus ook de halve bezetting van The (nieuwe) Flower Kings op het podium.
Karmakanic speelde onder leiding van de zoals altijd humoristische Jonas Reingold een afwisselend optreden met nummers van alle drie albums. Tijd werd ingeruimd voor een staaltje hoogstaand toetenwerk in Lalle’s Solo. De toegift werd besloten met een fraaie vertolking van het emotionele Eternally. Een zichtbaar bewogen Reingold vertelde de achtergrond van dit nummer (zijn vader en moeder kwamen eind 2008 bij een verkeerongeval om het leven). Jammer was dat Roine Stolt het publiek daarbij tot enige stilte moest manen. De ovatie waarmee het publiek de groep na dit nummer trakteerde, resulteerde in een extra toegift waarin de excentrieke Nad Sylvan genegen was voor het eerst van zijn kruk te komen om de microfoon te grijpen. Het was ruim na twaalf uur de afsluiting van een mooie Zweedse avond in Ittervoort.
Na afloop was er volop gelegenheid om met de leden van beide bands een praatje te maken, een drankje te pakken of nog iets te eten. Het is tekenend voor de gemoedelijke en gezellige sfeer op Rock Ittervoort. Zelf nam ik met organisator Domien Parren nog even de mogelijke bands voor de 2011 editie door. Tot volgend jaar derhalve!