“Wheel Of Life” is een onwaarschijnlijk goede plaat met een paar gebreken van Karmakanic, de spirituele automonteurs uit Zweden. Met deze tweede plaat bewijzen de heren dat dit veel meer is dan een hobbybandje van Flowerkings en Tangent muzikanten Jonas Reingold en Zoltan Czorsz, maar een serieuze symfonische grootheid.
Dat hoor je al meteen in opener Masterplan Pt. 1, een schitterend pompeus stuk muziek dat begint met een groot orkest inclusief tubular bells, mellotron en spanning. Dit eerste nummer zou de soundtrack van een spannende en licht absurde film kunnen zijn, of de ouverture van een musical; in elk geval is dit zeer beeldende muziek. Door de rare geluidseffectjes (fluitjes, stemmen, raceauto’s) zijn de oortjes voortdurend gespitst. Deze muziek is even virtuoos als die van Dream Theater en Spock’s Beard, maar iets lichter, speelser van toon en daardoor wel zo prettig. Vooral door drummer Czorsz heeft de muziek veel karaktertrekken met jazz-rock gemeen. Het softe tussenstuk over “everlasting peace” is wel érg musical en een beetje flauw, mar dat duurt gelukkig niet erg lang. Zanger Goran Edman is erg goed op dreef en krijgt ook in de mix alle ruimte.
Alex In Paradise, over en met Reingolds zoontje, kent een mooie opening met 12-snarige gitaren en een hoofdrol voor de prominente basklank van Jonas Reingold. Een upbeat, uptempo liedje dat ook van Styx had kunnen zijn. Ook hier zijn jazz-klanken te bespeuren, onder meer in de lekkere gitaarsolo. At The Speed Of Light brengt de gebreken waar ik het al eerder over had aan het licht: De meeste muziek op deze plaat komt wel erg bekend voor. Karmakanic heeft beslist een eigen geluid, onder meer door het veelvuldige gebruik van de fretloze bas, maar het lijkt toch allemaal op andere bandjes als Spock’s Beard en (niet zo gek) The Flowerkings. Het refrein van At The Speed Of Light klinkt heel erg als het “Motherless Children” thema van Transatlantic’s Duel With The Devil. Het is eerder knap uitgevoerd dan knap bedacht. En dat is wat jammer voor zulke mooie muziek.
Do U Tango? leidt een blokje jazz-rock in. Dit is een instrumentaal stuk dat is opgeleukt met een groot aantal stemmetjes en geluidjes. Het is Hogeschool jazz-rock in een furieus tempo waarbij vooral Reingold zich het schompes bast, met veel mooie fretloze solo’s. Karmakanic grijpt terug op de met Spaanse invloeden verrijkte jazz-rock van Al DiMeola en Chick Corea uit de jaren ’70, met Spaanse gitaren en handgeklap. Ook weer niet erg origineel, maar wel ontzettend goed gedaan, net als Where The Earth Meets The Sky, met zijn elektrische pianootje, z’n stuwende ritme en de glansrol van pianist Jakob Karlzon waarschijnlijk hét prijsnummer van de plaat. Het blijft even smeuïge als vederlichte muziek, maar tegelijkertijd is dit een erg mooi liedje, met de juiste snik gezongen door Edman. Na zo’n 8 minuten volgt nog een stukje onvervalste Scandi-folk voordat de jazz weer de overhand neemt. Erg goed gedaan, zo wil ik wel een dubbel-cd!
Maar na Hindy, een bluesy gitaarthema, lijkt de koek een beetje op. Wheel Of Life en Masterplan Pt. 2, toevallig (?) ook de nummers waaraan Roine Stolt zijn bijdrage verleent, gaan gebukt onder het zelfde gebrek aan goede smaak dat The Flowerkings zo vaak parten speelt. Over de top, clichématig en flauw. Masterplan Pt. 2 is de geijkte apotheose met De Grote (gaap) Gitaarsolo van Stolt, maar wat Krister Jonsson op de rest van de plaat bij elkaar speelt vind ik eigenlijk veel interessanter en indrukwekkender. Wheel Of Life wordt bovendien ontsierd door een ernstig geval van dwarsfluit.
Laat dit je niet van de wijs brengen: Veel beter dan “Wheel Of Life” zal het dit jaar niet snel worden. Maar als deze jongens hun eigen muziek gaan schrijven (in plaats die van anderen na te knutselen) weet je waarschijnlijk helemaal niet meer wat je meemaakt, dus tot die tijd moeten we hier maar genoegen mee nemen. Het is al heel wat.
Erik Groeneweg