Dit derde album van de Italiaanse groep Karmamoi is pas onze eerste kennismaking, maar, zoals de Fransen zeggen, beter laat dan nooit. Dat is niet een gevoel dat ik elke keer heb dat een nieuwe band in mijn blikveld verschijnt, dus dat zegt wel iets over de kwaliteit van deze plaat.
Even bijpraten: Karmamoi is in 2008 opgericht door drummer Giovannoni en Serena Ciacci, oorspronkelijk bestond de band uit vijf muzikanten. Na een hoop gewissel is alleen deze harde kern overgebleven, maar oud-leden doen nog wel – als gasten – mee op deze plaat. In 2011 viel de band op bij Eurosonic in Groningen, maar de eerste twee albums waren niet succesvol genoeg om de band internationaal in het zonnetje te zetten. Hopelijk lukt dat met “Silence Between Sounds” wel. De band heeft daarvoor een paar fijne troeven in handen.
Ten eerste klinkt het album geweldig. De kernachtige, moderne progrock is kraakhelder opgenomen en gemixt door Jethro Tull producer Mark Tucker. Alle instrumenten zijn mooi in balans ook als er wat steviger wordt uitgepakt.
Ten tweede heeft de band nu niet één zangeres, maar wel vier. Denk ik. Daar is een beetje onduidelijkheid over, want op het titelstuk klinkt ook een zangeres, maar wie dat is wordt niet beschreven. Misschien is het de recent uit de band gestapte Joline Forshaw, misschien is het gewoon Serena Ciacci. Hoe dan ook, de combinatie van al die damesstemmen en het powertrio werkt erg goed. Karmamoi maakt muziek die zeker schatplichtig is aan Porcupine Tree en Pink Floyd (denk lang uitgesponnen coda’s, dramatische gitaarsolo’s), maar ook genoeg eigens heeft om in positieve zin op te vallen. De dames lijken allemaal te solliciteren naar een baan bij Portishead of een Amy Winehouse-tribute band en die onderkoelde, bijna jazzy toon kleurt prachtig bij de progrock van de heren. Daarbij zijn er ook genoeg fraaie accenten, zoals een vleugje dwarsfluit of een hompje cello.
Ten derde zijn dit erg goeie muzikanten. Vooral drummer Giovannoni en gitarist Massari vallen op, maar over de hele linie zijn dit geschoolde muzikanten. Je kunt hooguit zeggen dat de onheilszwangere kraakstem die Sara Rinaldi af en toe opzet wel op een maniertje gaat lijken, maar dat is maar een klein zeurtje te midden van zoveel moois.
Fijn dus om zo laat in het jaar nog zo’n mooie plaat te ontdekken. Toch vrees ik dat Karmamoi ook nu geen enorme deuk in het pakje boter van de muziekwereld zal gaan schoppen. Zó bijzonder is de plaat nou ook weer niet; mooi, toegankelijk en knap gemaakt, geen meesterwerk. Daarbij is de cd nog niet zo eenvoudig te bemachtigen (klik hier). Gelukkig is de muziek te beluisteren op Spotify. Dat kan ik dan ook van harte aanbevelen!
Erik Groeneweg