Kayak

29 april, 013, Tilburg

Locatie
013, Tilburg
Hans Eijkenaar: drums
Kristoffer Gildenlöw: basgitaar, achtergrondzang
Ton Scherpenzeel: toetsen, achtergrondzang
Bart Schwertmann: zang, gitaar, basgitaar
Marcel Singor: gitaar, zang, achtergrondzang
Traitor's Gate
Somebody
La Peregrina
Kaja
Daphne
Mammoth
Still My Heart Cries For You
Seagull
Alibi
Said No Word
Irene
Spetters
A Million Years
Waiting
Out Of This World
Merlin
Niniane
Chance For A Lifetime

Toegift:
Starlight Dancer
Ruthless Queen

Het moment dat Ton Scherpenzeel er alleen voor kwam te staan zal één van de meest cruciale momenten uit de carrière van de band blijken. Er kwam in 2017 een nieuwe bezetting en een samenwerking met InsideOut, toch een label voor de grotere prog namen. De tour in 2018/2019 was een succes, ik zag de band toen stralen in de Luxor in Arnhem.  Het live album “Live 2019” behoort tot mijn favoriete releases van de groep. De band kon de internationale podia op en voor de pandemie werd zelfs een tour met The Flower Kings aangekondigd. Het virus en ook de hartproblemen van Scherpenzeel gooiden echter roet in het eten. Het werd tijd om tóch te stoppen. De afscheidstour van Kayak is dan een feit en daarom is ook Tilburg op 29 april 2022 in grote getalen uitgelopen om de band voor het laatst te zien.

Voordat ik een goede vriendin ophaal met de auto om richting de 013 af te reizen, lees ik de recensie van de Volkskrant over het concert in de Boerderij; drie van de vijf sterren. Al werd de band daar het ‘Nederlandse Camel’ genoemd, recensent Menno Pot lijkt vooral onder de indruk van de liedjes die hij al kent uit de jaren ‘70. Hij prijst onder andere het liedje Mammoth om zijn melodische potentieel. Misschien moeten we het hier maar met een korreltje zout nemen.

In 2018 zag ik de band op een afstandje in de Luxor in Arnhem en was ik al bijzonder onder de indruk. Verbaasd ook. Dit keer, in de 013, sta ik op twee meter afstand van het podium. Op een paar meter van gitarist Marcel Singer. Zijn Laney speakerkast waait rechtstreeks op mijn facie. Dit keer weet ik wat ik kan verwachten, maar ook dit keer slaat de verbazing toe.

Een goed openingsschot leveren heeft Kayak nog steeds niet geleerd. De band loopt zonder poeha het podium op en met Traitor’s Gate van het nieuwe “Out Of This World” komt de band een beetje warrig uit de startblokken. Het duurt ook even voor de ik de toetsen van Scherpenzeel echt kan horen. Het zou het enige niet-fantastische moment van de avond blijken. Wanneer het stof neergedwarreld is kom ik oog in oog te staan met een ware proggigant. Wat volgt is een ruim twee uur durende set die ik niet anders kan omschrijven dan glorieus. Kayak is misschien wel de meest melodische band uit de geschiedenis van de prog en dankzij het prima geluid van de 013 gaat er geen noot van verloren. De kracht van een samenspel en de klank van de band is overdonderend.

Dat is ook de verdienste van bassist Kristoffer Gildenlöw die met diepe en lage basgeluid de rest perfect de ruimte geeft. Je zou hem een heel concert uit het oog kunnen verliezen, maar als je naar hem begint te kijken zie je hoeveel zijn geraffineerde aanpak de muziek te bieden heeft. Na het concert hoor ik een aardige dame ook het slagwerk van Hans Eijkenaar roemen, ik moet toegeven dat ik er nauwelijks op gelet heb. Zo onder de indruk was ik van het melodische offensief vooraan van de twee frontmannen van de band; zanger Bart Schwertmann en gitarist/zanger Marcel Singor.

Bart Schwertmann mag materiaal vertolken dat door drie verschillende zangers voor hem werd gezongen, maar weet elk liedje naar zich toe te trekken. Zijn klassieke rockstem die prima overweg kan met de subtiliteiten en dynamiek verschillen is bovenal krachtig te noemen. Door bijvoorbeeld bij het nieuwe liedje Out Of This World het instrumentale hoofdthema mee te zingen weet hij een enorm intens moment te creëren. Tijdens de mini-epics van de groep zoals Starlight Dancer, Still My Heart Cries for You weet hij de kwetsbaarheid en het breekbare van Max Werner en Edward Reekers (Merlin) goed op te vangen. Hij heeft dan kracht over om tijdens de apotheoses de originele vocalen weg te blazen.

Echt tijd om zijn hoogtepunten te verwerken krijg je niet, want dan is daar gelijk gitarist Marcel Singor die het stokje van hem overpakt en het spektakel voortzet. Zijn speelstijl is een kruising tussen Jan Akkerman en Andy Latimer; snel, fluide en inventief, maar ook bijzonder melodisch en pakkend. Dankzij zijn gitaarklank is Kayak ook feller en energieker dan ooit en begint de muziek soms te lijken op de melodische rocknummers van Queen. Als tweede zanger kan hij de hoge zangstijl van Max Werner aardig nabootsen en zodoende ademruimte creëren voor Schwertmann. Dat doet Singor overigens ook tijdens twee prachtige instrumentale nummers; Kaja en Irene schitteren in eenvoud door zijn prachtige melodiespel.

Bij een derde instrumentale uitvoering, ditmaal van de soundtrack van Spetters, pakt Schwertmann er een elektrische gitaar bij voor een mooi stukje dual leads á la Iron Maiden. Naast de eerder genoemde mini-epics speelt Kayak ook met veel bravoure zijn ‘rockers’ als Alibi, Said No Word en Somebody. Als laatste zijn er dan de ballads; Niniane krijgt een warme, romantische uitvoering en A Million Years blaast het origineel naar de vergetelheid. Natuurlijk is er dan nog Ruthless Queen. Hét perfecte popliedje van de groep weet als vanouds te betoveren en het siert de band dat pas hier enige vocale publieksparticipatie wordt gevraagd, al blijft Schwertmann alles zingen tot de laatste noot. Klasse.

Is er dan niets af te dingen op deze afscheidstour van Kayak? Als kritiekpunt zou ik kunnen opvoeren dat de setlist nog grotendeels gelijk is aan de tour van 2018, wat nergens voor nodig is gezien het omvangrijke oeuvre van de band. Nummers als Icarus of Frozen Flame had ik ook erg graag eens live gezien. De band weet dan weer wel de liedjes van zijn laatste album erg goed in te passen tussen de klassiekers. Verder zou je kunnen zeggen dat Kayak weinig heeft gedaan met het feit dat dit een afscheidstour is; geen historisch beeldmateriaal, nauwelijks anekdotes, geen rentrées van ex-bandleden, etcetera. Het was ‘gewoon’ een uitzonderlijk optreden van Kayak’s beste formatie ooit. Ik hoop dan ook dat deze tour weer plaatwerk, of nog beter, een dvd/bluray zal opleveren om dit laatste salvo van de groep uit 1972 definitief vast te leggen.

Het zal u ondertussen zijn gaan opvallen dat ik nog nauwelijks iets over Ton Scherpenzeel heb gezegd. Onze polder-Mozart lijkt ook niet op zoek te zijn naar die erkenning. Hij stond er gewoon. Met zijn vier keyboards. Met een statig, doch grauw gelaat zong hij tweede stemmen mee. Hij maakte aan het einde een genoegzame buiging met zijn mannen. Hij verliet het podium. Het samenbrengen van dit vijftal mag wat mij betreft zijn grootste vondst zijn; zij konden de belofte van zijn muzikale talent hier in de 013 volledig waarmaken.

Send this to a friend