Wie had het zich kunnen voorstellen dat Kayak anno 2009 zo springlevend zou zijn? Voor hen die onder een steen hebben geleefd: sinds 2000 is Kayak – toen 18 jaar na het uiteenvallen begin jaren ’80 – weer meer dan actief. Wat is de stand van zaken sinds die tijd? Vijf over het algemeen voortreffelijke studioplaten, waarvan één dubbelaar, waarvan twee uitgebouwd tot formidabele rockopera’s, minstens drie live-platen, waarvan één akoestisch, een aantal dvd’s, waarvan minstens één van die rockopera’s en dan zwijgen we nog over die feestelijke box van vorig jaar, om het jubileum van Kayak luister bij te zetten. En dat dus allemaal de áfgelopen negen jaar!
Kunnen we de balans nog verder opmaken, dan is hier studioplaat no. 14, net als de voorganger “Coming Up For Air” van begin vorig jaar, een ‘gewone’ liedjesplaat. Maar wel een dubbelaar, de tweede in de discografie van Kayak.
Vorig jaar was ik laaiend enthousiast over “Coming Up For Air”. Enige vrees dat Kayak voor altijd de rockopera-band van Nederland zou zijn, werd door deze frisse en eigentijdse plaat gelogenstraft. Edward Reekers en Cindy Oudshoorn bleken ineens de niet-meer-zo-nieuwe zangers van de plaat te zijn, en zij bleken op die plaat een gouden duo. Het zelfvertrouwen spatte van de plaat, maar ook van de live-optredens. Ik herinner me nog het optreden op het helaas ter ziele gegane Fab-channel, waar Kayak voor een volgepakte Paradiso een werkelijk geweldig concert gaf.
“Letters From Utopia” is het gevolg van deze explosie van zelfvertrouwen en creativiteit. Maar liefst 19 nummers krijgen we nu voor onze kiezen, in plaats van de 15 die de vorige plaat al vulden De vraag is natuurlijk gelijk: verdient de plaat het dat het materiaal over twee cd’s is uitgesmeerd? Een gitaarsolo van Joost Vergoossen minder en alle nummers hadden op één cd gepast. Ik twijfel daar een beetje over. Wat dat betreft moet ik soms wat aan “Tusk” van Fleetwood Mac denken. Ook een plaat vol over het algemeen aardige liedjes, maar of het nou zo nodig een dubbelaar moest zijn…?
Hoe dan ook, van de 19 composities zijn er zes van Koopman, een van Reekers, en de overige twaalf van Scherpenzeel. Koopman vindt het leuk de teksten door Oudshoorn of Reekers te laten verzorgen, maar Scherpenzeel schrijft ze zelf, op één uitzondering na. Tot zover geen verrassingen, hoewel Horror In Action volgens mij Reekers’ eerste Kayak-compositie is.
Alle liedjes blijven keurig rond de vier minutengrens schommelen, behalve het musicalachtige, door maar liefst drie zangers gezongen Before The Angels Fell, het prijsnummer van de plaat. Het betreft een volwassen, gedragen compositie, vol tempowisselingen en heerlijke thema’s, Kayak meer dan waardig. Hoewel ik de korte nummers van Kayak vaak ook sterk vind, zou ik meer van dit soort werkjes willen zien. De eerste cd telt tevens Koopman’s sterkste liedje, het door Reekers en Oudshoorn als duet gezongen Nobody Wins, waarin Vergoossen tevens zijn sterkste solo aflevert. Ik had echter wel een soort van coda achter het nummer gewenst, dat had het echt afgemaakt.
De eerste cd kent verder weinig opmerkelijkheden. Met de overigens vreselijke opener Rhea voegt de Nederlandse formatie nog maar weer een meisjesnaam toe aan zijn repertoire. Turbulence, het eerste door Cindy Oudshoorn gezongen nummer, is wat schreeuwerig, evenals Hard Work. Jammer, dat soort stampers. Had voor mij niet gehoeven. De ballads zijn beter, met als hoogtepunt For All The Wrong Reasons.
De tweede cd begint mooi met Circles In The Sand en Never Was, beide door Reekers gezongen, maar ook wat gedragen en – tja, ouderwets, belegen. Daarna volgt het schreeuwerige Glass Bottom Boat, dat voornamelijk dient als visitekaartje voor het formidabele stemgeluid van Oudshoorn. A Whisper, een ballad, is prachtig, maar veel te kort. Het baswerk van Jan van Olffen is hierin erg mooi. Ook het gedragen Parallel Universe is een hoogtepunt. Was het nog het tijdperk dat singles het goed zouden doen, dan zou het afsluitende titelnummer Letters From Utopia de juiste kandidaat zijn. Het is het nummer dat als afscheid geldt, maar eigenlijk het openingsnummer had moeten zijn. IJzersterk refrein, op en top Kayak-nummer. De rest van de cd is, net als bij cd 1, niet zo opmerkelijk.
En zo is “Letters From Utopia” eigenlijk een beetje een magere oogst, zeker voor de dubbelaar die het is. Het had wellicht beter één cd kunnen zijn. Maar dan nog – dan was “Letters From Utopia” de boeken in gegaan als de “Periscope Life” van deze eeuw. Leuk, maar niet bijzonder.