Kayak is bezig aan een nieuwe opmars. Een groep die in de afgelopen 45 jaar menige bezettingswisseling overleefde en altijd keihard terugsloeg. Zo ook met “Seventeen”, waarvoor toetsenist Ton Scherpenzeel vier nieuwe musici om zich heen heeft verzameld. Een album, gestoken in een hoes waarop zeventien vogels prijken, dat een fris geluid belooft.
Met Somebody start de plaat met een noodkreet. Een krachtige aftrap, waarna Kayak flink van leer trekt. De nummers hebben pit, de speeldichtheid is hoog. Gitarist Marcel Singor kan zijn virtuoze spel uitstekend in dienst zetten van de vertrouwde melodische stukken waarvoor Scherpenzeel in alle twaalf gevallen heeft getekend, zowel tekst als muziek. Ook levert Singor zangtechnisch een sterke toegevoegde waarde.
Terwijl Collin Leijenaar de drums tijdens de komende optredens voor zijn rekening neemt, heeft Lean Robbemont de cd solide ingespeeld. Ton Scherpenzeel nam niet slechts alle toetsenpartijen en achtergrondzang voor zijn rekening, maar baste ook alle stukken in. Op één stuk na: Cracks bevat het karakteristieke fretloze basspel van Kristoffer Gildenlöw. Geen onbekende; iemand die zijn reputatie alleen al in dit stuk als nieuwe Kayak-bassist volledig waarmaakt.
Nog een nieuwkomer: de Groningse zanger Bart Schwertmann. Met zijn goede inlevingsvermogen en prettige uitspraak past hij het Kayak-jasje prima. Zijn stem heeft wat weg van Iron Maidens Bruce Dickinson en dat geeft met name de ‘epics’ op de plaat een diepe, betrokken lading. Kayak pakt wat betreft het progressief getinte materiaal goed uit: La Peregrina is een rockopera vol Iberische invloeden van ruim tien minuten over de gelijknamige rondreizende parel, Cracks klinkt losser en zelfs bij vlagen jazzy en in Walk Through Fire zijn folkinvloeden te horen.
Als halverwege de plaat wat meer rustpunten om de hoek komen kijken is daar ook Ripples On The Water, het duet tussen Scherpenzeel en Camel-gitarist Andy Latimer. Die speelt zowel akoestisch als elektrisch, uit duizenden herkenbaar en komt daarom te midden van het gitaargeweld van Singor sterk uit de verf. Scherpenzeel zet de sfeervolle punt in afsluiter To An End, aan het einde van een album vol krenten in de pap.
Met sterk songmateriaal en overwegend stevig geluid maakt Kayak op “Seventeen” een herboren indruk. Een plaat die alles behalve belegen en routineus overkomt en een veelbelovende start markeert van dit nieuwe hoofdstuk van Neerlands progressieve vlaggenschip. Het buitenland lonkt, de aandacht van internationale media is inmiddels een feit. Kom maar op met die optredens.
Wouter Bessels