En opnieuw slaagt Esoteric erin om een juweeltje uit de (Britse) popgeschiedenis aan de vergetelheid te ontrukken. Des te knapper, daar deze plaat alles in zich had om 42 jaar na dato nooit meer te worden ontdekt: twee muzikanten van wie na dat ene album nooit meer iets werd vernomen en een album dat na het verschijnen roemloos ten onder ging. Ik wist niet eens dat de plaat bestaan had, laat staan dat het zo’n aardig ding zou zijn.
Keith Cross en Peter Ross waren in 1972 niet zo onbekend als nu, maar het scheelt niet veel. Van Keith had men in sommige kringen hoge verwachtingen, het boekje spreekt zelfs van de nieuwe gitaarheld na Eric Clapton (hetgeen door andere bronnen weer wordt ontkent.) Zijn eerste, progressieve band T2 was na een eerste album uit elkaar gevallen. Peter Ross had een korte tijd samengewerkt met folk-legende Richard Thompson, maar was nog niemand opgevallen, behalve Keith Cross, die een samenwerking voorstelde.
Voor dit album trommelden Keith en Peter een aantal vrienden op om mee te spelen, waaronder Nick Lowe, B.J. Cole en Caravan-man Jimmy Hastings. Die laatste kan zich overigens weinig meer van de opnamen herinneren, hij speelde in die tijd de hele dag met jan en alleman. Toetsenman Arnesen blijkt medeverantwoordelijk te zijn geweest voor de oprichting van The Rubettes en ook in de progressieve jazzrockgroep If te hebben gespeeld.
De plaat is een zeer verdienstelijke combinatie van folk, psychedelica en prog, al moet je voor dat laatste wel een beetje je fantasie gebruiken. Afsluiter Fly Home is in elk geval lekker symfonisch. Het is vooral een prettige verzameling liedjes met mooie gitaarpartijen, heerlijke meerstemmige zang en een fraai geluid. Een beetje Fleetwood Mac zonder de hits. Als je van Steely Dan, CSN&Y of Al Stewart houdt, dan zou dit een aardige aanvulling voor je verzameling kunnen zijn.
Het is al met al niet heel gek dat er ook in 1972, de hoge verwachtingen ten spijt, niet heel veel interesse in de plaat was. Er doen geen grote namen aan mee, er staan geen hits op. Decca deed niet veel om daar verandering in te brengen en, zoals de hoes al voorspelt, Cross en Ross gingen al heel snel uit elkaar. Geen van tweeën bracht ooit nog een noot muziek uit. Er zijn natuurlijk duizenden van dat soort sneue verhalen, maar jammer is het wel, want “Bored Civilians” is geen hoogvlieger, maar een mooi album is het wel. Goed dat het weer te koop is.
Erik Groeneweg