Als je de maaltijd, de nieuwe jurk of het nieuwe kapsel van een naaste als ‘apart’ kwalificeert, plaats je jezelf direct in de gevarenzone der politieke incorrectheid. Het oorspronkelijk betrekkelijk neutrale woord ‘apart’ heeft teveel de bijsmaak van “ik vind het niks, maar laat ik dat wat afstandelijker formuleren”. Een tragisch geval van woordinflatie, want voor “hier moet ik even aan wennen, ik weet het nog even niet, maar ik waardeer het experiment” is nu geen passend woord meer beschikbaar. Kunnen we die geschiedenis nog terugdraaien?
Het Indonesische Kekal vist in die vijver der stevige aparte muziek, die we tegenwoordig aanduiden met de term ‘post-metal’. Het laatste album van de in 1995 opgerichte band heet “8” en dan mag jij raden hoeveel voorgangers het album heeft. De muziek is een potpourri van vervormde stemmen, gitaar, drums en bas en veel, véél elektronische effecten.
Dat ik nog nooit van Kekal gehoord had, moet me maar vergeven zijn. Dat ik niet in de gelegenheid was al hun voorgaande albums uitgebreid tot me te nemen, is spijtig, maar hopelijk ook overkomelijk. Ik moet in elk geval maar voor waar aannemen dat de band ooit in de hoek der black en death metal begonnen is. Als dat zo is, is de band in elk geval geëvolueerd. Of is het slechts de productie die de drums en bas zo naar de achtergrond drukt? Er is in elk geval bijzonder weinig black of death metal waar een Aphex Twin of Venetian Snares in de referenties past.
Anders dan sommige (prog)rockliefhebbers beweren, kan elektronische muziek ook heel stemmig, samenhangend, emotioneel, melodieus of een combinatie van die zaken zijn. Daar is bij Kekal dan weer niet al te vaak sprake van. Het duurt tot Tabula Rasa, eer er een soort liedje met een kop en staart langskomt. Jammer genoeg is het een vrij lelijk nummer met een zware Amerikaanse emo-echo. Even is 30 Seconds to Mars niet zo ver weg. Een enkele keer komt het totaalplaatje wat beter uit de verf (Private School of Thought en Departure Gate 8 bijvoorbeeld).
De rest van de plaat bestaat vooral uit een mix van pseudoatmosferische geluidstapijten en lawaaiuitbarstingen, waar duidelijk wel over nagedacht is, maar die niettemin een volslagen willekeurige indruk maken. Het welbekende geluid van storende boxen als er een mobiele telefoon afgaat was snel getraceerd, maar ergens in de brei schijnt bijvoorbeeld ook nog een vuvuzela verstopt te zitten.
De achtste van Kekal is apart. En daarmee is het wat mij betreft wel gezegd.
Casper Middelkamp