Kelly Keeling krijgt in 1986 enige naamsbekendheid als hij deel gaat uitmaken van Baton Rouge. In de jaren die volgen verleent Keeling hand- en spandiensten aan vele artiesten waarvan Michael Schenker (ex-Scorpions, ex-UFO), John Norum (Europe) en Erik Norlander de bekendste zijn. “Giving Sight To The Eye” is het eerste solo-album van Kelly Keeling en hij heeft veel van zijn vrienden gevraag om een deuntje op het album mee te spelen. Zo maken onder andere Don Dokken, John Norum, Kerry Livgren en Roger Daltry hun opwachting.Het openingsnummer Rising Of The Snake laat gelijk horen waartoe Keeling in staat is. In dit nummer bespeelt Keeling alle instrumenten, behalve de drums en percussie. Hij doet dat met veel verve en laat horen dat hij een multi-instrumentalist is in de ware zin van het woord. Daarnaast beschikt Keeling over een aangenaam stemgeluid met een rauw randje. Parasite (een nummer geschreven uit persoonlijke ervaringen?) handelt over onbetrouwbare managers die het geld van de artiest achteroverdrukken en gouden bergen beloven. Een vette Hammond ondergrond waar de gitaarsolo’s lekker bluesy overheen zijn gezet.
Lekker los en open is Broken. Een nummer waarin Keeling weer lekker los gaat op gitaar. Nadeel is echter dat de nummers nauwelijks kop en staart hebben. Een goed refrein ontbreekt ook. Perfect Day is een vrij rustig nummer dat een enkele oprisping kent, maar voor het overgrote deel voortkabbelt zonder echt indruk te maken. Het langste en misschien wel beste nummer van de cd, Ground Zero, is geen compositie van Keeling, maar van Livgren. Wat een geweldige bombastische opening en voortzetting, koorzang en mooi pianospel van Livgren. Nothing komt zwaar uit de startblokken. In dit nummer raakt de zang op sommige momenten ondergesneeuwd door het gitaargeweld dat Keeling veroorzaakt. Daarnaast leeft John Norum zich lekker uit in de solo’s. Vreemd einde!
Een stuk meer gestroomlijnd klinkt Believe. Ongetwijfeld komt dit door de invloed van Don Dokken (Dokken) die dit nummer heeft meegeschreven en daarnaast een gedeelte van de zang voor zijn rekening neemt. Een nummer dat richting AOR gaat. Om de veelzijdigheid van het album te benadrukken, horen we in de ballade Sunlight Needs The Day een trombone. Hell Is On The Way is een nummer dat zo nu en dan flirt met invloeden van hedendaagse metal, zoals dat op MTV en TMF te zien en horen is. Een afwisselend nummer waarbij stevige en rustige gedeelten elkaar mooi afwisselen. Keeling propt het nummer redelijk vol met ‘luister eens hoe goed ik ben’ gitaarsolo’s. Dat is dus een ander punt van kritiek; de solo om de solo. Er moet een gitaarsolo in ook al past die niet in het nummer.
Peace With The World is een rustig nummer qua opzet met enkele orkestrale stukken, fluit en trombone. Een zoetsappig nummer dat me niet kan bekoren. Dat Keeling ook een solo kan spelen die in het nummer past, laat hij in dit nummer horen. In het laatste nummer van “Giving Sight To The Eye” wordt de zang verzorgd door maar liefst drie heren. Natuurlijk Keeling, maar ook Denny Laine (ex-Moody Blues en ex-Wings) en Roger Daltrey (The Who) maken hun opwachting. Met zulke kleppers staat de zang natuurlijk als een huis, maar het gehele nummer mag gehoord worden. Een rustig Southern rocknummer met bijpassend ingetogen gitaarwerk.
Het lijkt erop dat Keeling maar op één ding uit is en dat is laten horen wat hij allemaal kan. Dit gaat ten koste van de herkenbaarheid. Uitschieters in positieve zin zijn Ground Zero en Jesse. Een afwisselend album doch niet van een consistent hoog niveau.
Rob van Oosten