De naam Kerry Livgren zal voor velen onlosmakelijk verbonden blijven met de band Kansas.
Wanneer je naar zijn compositorische en instrumentale bijdragen kijkt uit de hoogtijdagen van die band, inclusief de heropleving rond de eeuwwisseling, is dat ook wel terecht.
Tussendoor en daarna is hij eigenlijk een beetje uit beeld geraakt hoewel hij solo, met AD en Proto-Kaw toch de nodige muziek van hoge kwaliteit aan het vinyl, en later het digitale schijfje, heeft toevertrouwd. Nadat hij Kansas verliet en met de band AD verder ging is hij, mede door zijn sterk op zijn geloof gebaseerde teksten in de christelijke rock-hoek terecht gekomen.
Ondanks de scheiding der wegen tussen hem en Kansas is de onderlinge verstandhouding altijd goed gebleven en wanneer de band in de buurt van Topeka optreedt, verzorgt Livgren altijd een gastoptreden. De bandleden zijn ook vaak terug te vinden op de solo-albums van Livgren.
Als componist is Livgren zich steeds breder gaan oriënteren hetgeen in 1989 resulteerde in een volledig instrumentaal album, “One of Several Possible Musiks”, waarop hij alle instrumenten zelf speelt, waarbij hij ook veel gebruik maakt van synthesizers. Op dit album verkent Livgren diverse muziekstijlen.
In 1993 verhuisde Livgren met zijn gezin terug naar Topeka in Kansas waar hij op zijn boerderij een opgeknapte schuur omtoverde tot een voor die tijd ultramoderne geluidsstudio annex productieruimte. Vanuit hier runt hij sindsdien zijn productiemaatschappij GrandyZine en platenlabel Numavox Records. Via dit label brengt hij al zijn muziek, maar ook boeken uit.
Afgelopen jaar verscheen op dit label “The Resurrection Of Lazarus (A Cantata)”. Deze Cantate is eigenlijk een klassiek oratorium of misschien wel een opera concertante, gebaseerd op hoofdstuk 11 uit het bijbelverhaal van Johannes.
Er circuleerden al diverse jaren geruchten dat Livgren aan een groot muziekstuk werkte dat zijn weerga niet kent. Met name een bijna fatale beroerte die de musicus in 2009 trof, zorgde voor een lange onderbreking van deze werkzaamheden. Uiteindelijk is hij hiervan wonderbaarlijk goed hersteld en heeft hij het werk aan deze compositie vorig jaar kunnen afronden.
Naar eigen zeggen zijn de eerste zaadjes voor dit werk ruim dertig jaar geleden gelegd, toen Livgren materiaal voor het Kansas-album “Monolith” schreef. Het was voor hem duidelijk dat het thema dat toen in hem opkwam niet geschikt was voor Kansas. Hij nam het op een bandje op en legde het aan de kant.
In de loop der jaren stuitte Livgren meerdere malen op het bandje met het thema maar hij wist niet goed wat hij er mee aan moest. Totdat hij in 1995, terwijl hij zijn analoge banden aan het digitaliseren was, het kleinood weer tegenkwam en voordat hij het zelf in de gaten had, was het uitgegroeid tot een groot symfonisch werk. Vanaf dat moment was het onderwerp duidelijk en heeft hij er, met de nodige onderbrekingen, tot vorig jaar aan gewerkt.
Verwacht geen progressieve rock of iets dergelijks, al hoor je met enige regelmaat onmiskenbare sporen van Kansas, maar ook van Proto-Kaw. Het is een klassiek werk geworden in vijf delen. In deel drie, vier en vijf hoor je spaarzaam de drums van Phil Ehart en in deel vijf een gitaarsolo van Phil Keaggy. Voor het overige betreft het een vocaal werk met orkestratie.
De zang is zeer melodieus, afgewisseld met koren. Voor de orkestratie gebruikt Livgren veel piano, akoestische gitaar en orkestrale samples. Deze samples, vooral van koperen en houten blaasinstrumenten missen de zeggingskracht van het authentieke instrument waardoor de orkestrale klank soms de diepgang ontbeert van een echt orkest.
In de instrumentatie blijkt de componist een voorkeur te hebben voor het majestueuze, heroïsche, maar tevens onheilspellende karakter van de koperen blaasinstrumenten (trompet, hoorn, trombone) en het dramatische aspect van de strijkinstrumenten. Vooral die aspecten in combinatie met de werkelijk fantastische vocale bijdragen hebben me met regelmaat kippenvel bezorgd tijdens het beluisteren van dit album.
Dat Livgren sterke melodieën kon schrijven wisten we natuurlijk al lang. Dat die melodieën uit de stembanden van Steve Walsh als goud konden klinken wisten we ook. Maar de wijze waarop de componist in dit werk zijn melodieën instrumentaal inkleurt en aan elkaar smeedt getuigt van groot vakmanschap en emotioneel commitment. Daarbij worden de zanglijnen door alle vocalisten, zonder uitzondering, op een fenomenale wijze vertolkt met John Elefante als onbetwiste koploper.
Op dit album leveren zijn Kansas-maten Steve Walsh, de inmiddels overleden Robby Steinhardt, Richard Williams en Dave Hope ook vocale bijdragen, evenals David Pack (AD) en neef Jake Livgren (Proto-Kaw).
In deel één klinken enkele heerlijk thema’s waar je het gewoon warm van krijgt. De ene keer hoor je Hebreeuwse en de andere keer Russische (Moessorgsky?) invloeden. De vocale hoofdrol is hier voor John Elefante.
In het tweede deel weet Livgren een mooie muzikale overgang te creëren tussen de telkens terugkerende twijfel van de apostelen, die hij elke keer in een Arabisch muzikaal jasje steekt en de geruststellende woorden van Jesus. Aan het einde van dit deel sterft Lazarus.
Het derde deel wordt beheerst door de emotionele klaagzang van Maria en Martha over de dood van Lazarus, afgewisseld met prachtige instrumentale passages. Op het eind verkondigt Jesus dat het goed zal komen met Lazarus, hegeen weer de nodige irritatie oproept bij de farizeeërs en Caiaphas. Livgren weet dit muzikaal heel treffend te verklanken inclusief een aantal schitterende koren.
Fraai is ook in deel vier de opbouw in de blues waarin Jesus God vraagt de steen voor het graf van Lazarus te verwijderen. Na een tergend langzaam crescendo mondt deze blues uit in een triomfantelijk koor.
In het vijfde deel overheerst de euforie over de wederopstanding van Lazarus. Maar tevens kondigt zich de dreiging aan dat de farizeeërs nog niet klaar zijn met deze Jesus. Een aantal thema’s uit de voorgaande delen keert hier terug. Livgren weet ze echter heel vernuftig in een andere context te plaatsen of anders af te buigen.
Door het sterk theatrale karakter van de muziek krijgt deze cantate soms musical-achtige allures, zonder dat het storend wordt. De triomfantelijke koren doen soms aan “Cats” denken.
In de twijfelende apostelen, de geïrriteerde farizeeërs en de uitwerking daarvan vinden we kleine parallellen met het lijdensverhaal uit “Jesus Christ Superstar”, al zijn de emoties in deze “Resurrection Of Lazarus” veel authentieker.
“The Resurrection Of Lazarus” is een geweldig melodieus, emotioneel en theatraal muziekwerk geworden waarin Kerry Livgren zijn compositorische en orkestrale kwaliteiten maximaal heeft benut. Bijgestaan door een waar leger aan bevriende vocalisten mag de registratie van dit werk worden bijgeschreven als het onbetwiste Opus Magnum van deze bijzondere musicus.