Er zijn natuurlijk legio bands op te noemen die de dwarsfluit in hun muziek gebruiken zoals Jethro Tull, Focus, Genesis, The Moody Blues, Camel, Big Big Train en ga zo maar door. Al deze bands hebben gemeen dat ze het instrument gebruiken als toevoeging op hun overige instrumentarium. Al is de dwarsfluit bij Jethro Tull, in de bekwame handen van Ian Anderson, wel heel dominant aanwezig.
Het Japanse gezelschap Kiku Latte gaat een stap verder. Hun debuutalbum staat vol met instrumentale muziek met de dwarsfluit als hoofdinstrument. Dat houdt in dat de dwarsfluit alle intro’s, melodieën en variaties daarop speelt. Dat rechtvaardigt de vraag: kan dit album tot het eind blijven boeien? Het antwoord daarop is niet met een eenduidig ja of nee te beantwoorden.
Kiku Latte is ontstaan uit het, in 2006 opgerichte, prog-rock trio Cichla Temensis. Dit trio dat bestond uit bassist Takumi Kobubu, een drummer en jawel, een fluitiste, maar sneuvelde in 2012. Het trio had twee ep’s opgenomen. Kobubu formeerde later een nieuwe line-up rondom fluitiste Kazumi Suzuki, compleet met gitarist en toetsenist. Na een derde ep werd deze band in 2019 omgedoopt tot Kiku Latte.
Wat kun je van deze Japanse formatie verwachten? Zoals gezegd instrumentale muziek die uiteenloopt van theatraal/filmisch, prog-fusion tot mierzoete (is niet oordelend bedoeld) romantische ballades. En dat alles met de dwarsfluit in de hoofdrol. Kazumi Suzuki is in haar spel duidelijk beïnvloed door Ian Anderson en Thijs van Leer, maar zij speelt nét een graadje beschaafder dan deze twee iconen. Soms lijkt ze Anderson bijna letterlijk te citeren, zoals in het hoofdthema van Puppets, maar dan mist ze toch net dat beetje stoere mannen-bravoure. Genoemde track valt samen met The Encounter Suite in de categorie theatraal/filmisch. Het lijkt er echter met regelmaat op dat haar begeleiders daar iets anders over denken en wanneer ze ook maar even de ruimte krijgen duiken ze de prog-fusion hoek in. Zo te horen voelen de heren zich daar als een vis in het water. Kobubu beweegt zich als een ware Chris Reingold/Jonas Squire door de wilde proggy jazz-wateren en wordt daarbij perfect op koers gehouden door Shingo Yoshida met zijn krachtig gedreven drumwerk.
Zelfs in de hectische doolhof van The Maze weet deze ritmesectie zo duidelijk de richting aan te geven dat je bij het jubelende hoofdthema van pure euforie bijna mee gaat swingen op de slappende bas en energieke drums. Toetsen en gitaar delen volop in deze opgetogen stemming met hun vingervlugge riedels en de heerlijke gitaarsolo op het eind.
Gitarist Hiroyuki Kato is overigens van vele markten thuis. Of hij nu een sfeervolle ballad akoestisch moet begeleiden, wat experimentele geluiden uit zijn elektrische gitaar moet toveren, met felle akkoorden moet strooien of met snelle jazzy riedels, het gaat hem allemaal even gemakkelijk af.
De overige tracks zijn vrij ingetogen waarbij de dwarsfluit vanzelfsprekend volledig tot haar recht komt. In Blanketed In Morning Fog legt Suzuki eerst een aantal losse bouwstenen neer waardoor je denkt: waar gaat dit in hemels naam naar toe? Wanneer ze die bouwstenen even later aan elkaar smeedt blijkt er een fraaie melodie uit te rollen die op zijn Stingsiaans wordt begeleid door haar kompanen.
In My Story laten de heren Suzuki haar verhaal vertellen met een minimale begeleiding waarbij de akoestische gitaar fraai tegenspel biedt. Astral Wind heeft een zwoele, licht jazzy inslag.
Op het eind van het album worden we getrakteerd op het Latin-achtige Muzaki dat zomaar een leftover uit de “Night And Day”-sessies van Joe Jackson zou kunnen zijn, met een toefje Focus.
Tenslotte wordt Focus zelf middels een cover van House Of The King ten tonele gevoerd. De intro is fraai gedaan al wordt het wat overdadig in galm gedompeld. De keuze om de rest van de compositie ook uitsluitend met dwarsfluiten uit te voeren vind ik persoonlijk iets minder geslaagd.
Kiku Latte is een uitstekende band die zijn mogelijkheden mijns inziens niet volledig benut. In een aantal tracks laten de bandleden horen over meer dan voldoende muzikale skills, eigenheid en vooral ook humor te beschikken. Wanneer die aspecten meer de ruimte zouden krijgen en de dwarsfluit niet die allesoverheersende rol zou spelen, zou er zomaar een gevarieerder en avontuurlijker album uit kunnen rollen. Nu krijgt de luisteraar veel ingetogen werk en vooral heel veel dwarsfluit voorgeschoteld.