Kinetic Element uit Virginia, Verenigde Staten, is niet zo’n bekende ster aan het symfo-firmament, maar je kunt ze plaatsen in het netwerk van bekendere prog-rockers als Randy George, Steve Babb en Fred Schendel. Er verscheen eerder een nummer van hen op de vierde verzamelaar “CPR”, die eerstgenoemde produceerde, en hun nieuwe album “The Face of Life” werd gemixt door de laatstgenoemde heren van Glass Hammer. Hun vorige album, “Travelog” (2015), werd door uw aller Dick van der Heijden gematigd positief ontvangen (mijn woorden) en ik denk dat eenzelfde aanbeveling ook nu weer op zijn plaats is.
Gezien het genoemde CPR-netwerk zal het niet verbazen dat de nummers tekstueel een ‘spirituele’ inslag hebben, met observaties over de toestand van de wereld in het algemeen en die van de mensheid in het bijzonder. Die vormen samen, zoals de bijgeleverde press release het creatief omschrijft, een kijk op de werkelijkheid die uitgaat van een eeuwig leven na dit leven, waarin ieder voor zich iets kan herkennen. Zo kun je het ook zeggen.
Muzikaal heeft de band rond toetsenist Mike Visaggio het allemaal prima voor elkaar en wie de schijf het voordeel van de twijfel geeft, ontdekt dat zijn composities hun geheimen pas na meerdere luisterbeurten prijsgeven. Vergezeld door een redelijk vaste band die duidelijk van het genre houdt (de nieuwe gitarist speelde eerder in The Steppes), kwijten de artiesten zich in een klein uur muziek bekwaam van hun avontuurlijke taken.
Om een poging te doen de muziek te typeren kwam het woord ‘vroeg’ bij mij boven: de inspiratiebronnen lijken ‘vroege Genesis’, ‘vroege Yes’, ‘vroege Emerson Lake & Palmer’. De composities zijn echter beslist geen slappe aftreksels van die iconen, maar vormen stuk voor stuk fraaie lappendekens van kunstige passages. Maar omdat ze zelf ook klinken alsof ze nog een beetje vroeg in hun loopbaan zitten, klinken ze vanzelf wat als ‘vroege Marillion’, ‘vroege Pallas’ of ‘vroege Kayak’. Op het aloude SI-label verscheen ooit eens een eenmalig werkje van een Schotse band, Winter. Daar deed het me aan denken, maar dan met langere nummers van 7, 15 en 19 minuten.
Dus positief gezegd ‘vintage’ en ‘gematigd positief’ omdat de band het ultieme samenhangende geluid nog lijkt te moeten vinden, de prima instrumentale stukken en de mix van Babb & Schendel ten spijt. Wat de pret drukt is de zang. Nieuw aan boord is een kennelijk ervaren, vaste frontman. Maar ik vind het gewoon niet mooi. Zijn stem is niet vast en waar het harder wordt soms schel. Met achtergrondzang en vocale harmonieën wordt dit bij tijd en wijle opgevangen. Maar er zijn stukken bij die je juist vanwege de sympathie die je voor de muzikale kwaliteit van de plaat kunt hebben doet verlangen naar meer van de kunstige en ‘vintage’ instrumentale uitsapjes.
Bart Cusveller