King Crimson

Lizard

Info
Uitgekomen in: 1970
Land van herkomst: Groot Britannië
Label: EG Records / Discipline
Website: www.king-crimson.com
MySpace: King Crimson
Tracklist
Cirkus (Including Entry Of The Chameleons) (6:28)
Indoor Games (5:41)
Happy Family (4:16)
Lady Of The Dancing Water (2:44)
Lizard:Prince Rupert Awakes (4:36)
Bolero - The Peacock's Tale (6:39)
The Battle Of Glass Tears (10:58)
Big Top (1:13)
Mel Collins: fluit, saxofoon
Robert Fripp: gitaar, toetsen
Gordon Haskell: basgitaar, zang
Andy McCulloch: drums
Peter Sinfield: tekst
Met medewerking van:
Jon Anderson: zang
Mark Charig: trompet
Nick Evans: trombone
Robin Miller: hobo
Keith Tippet: toetsen
The Condensed 21st Century Guide 1969 - 2003 (2006)
The Collectable King Crimson - Vol. 1. Live In Mainz, 1974 - Live In Asbury Park, 1974 [Live] (2006)
Neal and Jack And Me dvd (2004)
The Power To Believe (2003)
Eyes Wide Open dvd (2003)
EleKtriK [Live] (2003)
Ladies Of The Road (Live) (2002)
Happy With What You Have To Be Happy With (2002)
Level Five [Live] (2001)
VROOOM VROOOM [Live] (2001)
Heavy ConstruKction [Live] (2000)
The ConstruKction Of Light (2000)
The Projekcts - live (1999)
Deja VROOOM dvd (1999)
CIRKUS - The Young Persons' Guide To King Crimson [Live] (1999)
Absent Lovers - Live In Montreal, 1984 [Live] (1998)
Epitaph, Vol. 3 & 4 [Live] (1997)
The Night Watch [Live] (1997)
Epitaph, Vol. 1 & 2 [Live] (1997)
TRHaKaTTak [Live]
B'Boom Official Bootleg - Live In Argentina [Live] (1995)
THRAK (1995)
Vrooom ep (1994)
The Great Deceiver: Part Two - Live 1973 - 1974 [Live] (1992)
The Great Deceiver: Part One - Live 1973 - 1974 [Live] (1992)
In Japan Video (1984)
Three Of A Perfect Pair (1984)
The Noise - Frejus 1982 video (1984)
Beat (1982)
Discipline (1981)
USA [Live] (1975)
Red (1974)
Starless And Bible Black (1974)
Larks' Tongues In Aspic (1973)
Earthbound [Live] (1972)
Islands (1971)
Lizard (1970)
In The Wake Of Poseidon (1970)
In The Court Of The Crimson King (1969)

Je kunt moeilijk zeggen dat een album – om het even welk – van King Crimson een buitenbeentje in de catalogus is. Álle platen (met uitzondering wellicht van de ‘Discipline-trilogie’) staan min of meer op zichzelf als onvergelijkbare, onverklaarbare en ongenaakbare briljanten in de rijke mijn. “Lizard” is wel een héél apart geval, meer jazz dan prog, een album dat zeer verschillend wordt beoordeeld.

Nadat de eerste, succesvolle formatie uiteen was gevallen, scharrelde Fripp snel een nieuwe formatie bij elkaar. “In The Court Of The Crimson King” was nogal een onverwachte hit geworden en daarom was opvolger “In The Wake Of Poseidon” een regelrechte kopie. Met een nieuwe bezetting ging dat voor album nummer drie niet meer helemaal lukken. Alleen het titelstuk, het veelvuldige gebruik van de Mellotron en de typische teksten van hofdichter Sinfield herinneren nog aan de eerste platen.

Dat blijkt al uit de opening: Cirkus introduceert basgitarist Gordon Haskell als leadzanger (Hij was al als gast te horen op het vorige album) en wat mij betreft is dat een ongelukkige keuze. In 2002 bracht Haskell een soloplaat uit waarop duidelijk te horen was wat zijn sterke kant is: een omfloerste, donkere croonstem die softe jazz zingt. De dramatische, hogere en ingewikkeldere partijen van dit album zijn te hoog gegrepen voor hem.

Fripp is zelf wel in vorm; dat blijkt al meteen uit de fraaie gitaarpartijen en de overheersende Mellotronklanken. Cirkus is overigens een eigenaardig stuk met veel dissonantie. Niet alleen is het gestopte trompetje aan het einde op het eerste gehoor in het verkeerde nummer terecht gekomen, ook tijdens de coupletten staat er op de achtergrond iets apenvals me te reutelen.

Indoor Games doet meer denken aan jazz dan aan progressieve rock, een aantal (gast)blazers, afkomstig uit het ensemble van jazz pianist en modern klassiek componist Keith Tippet,  toeteren een bigband arrangementje. Als Haskell invalt wordt het een gewoner liedje, maar de blazers blijven terugkomen. Ook hier valt op hoezeer Fripp op de voorgrond treedt met zijn gitaarkunsten. Je hoort hem meer subtiele en akoestische dingen doen dan op de meeste andere platen het geval is. Het nummer eindigt in een soort vrije jam (of vrije val, zo je wil) met een lekker wilde solo van Collins en wat waanzinnig gekakel van Haskell.

Happy Family is een grimmig stuk muziek met veel wild pianospel van Keith Tippet. Opvallend – in elk geval op mijn exemplaar, de Virgin release van 2000 – is de ronduit beroerde mix die de piano ver naar voren duwt, ten koste van de zang. Ook dit stuk heeft meer weg van vrije jazz dan van rock, de trombone scheurt elk verband aan flarden en wat Tippet op zijn piano doet heeft meer weg van een epileptische aanval.

Lady Of The Water begint bij wijze van contrast heel lieflijk met een mooie fluit. Het nummer is echter zo overduidelijk bedoeld als tegenwicht voor al die atonale herrie die er aan vooraf ging, dat je het als compositie niet heel serieus neemt. Daar is het ook wat te kort voor.

Dan komen we aan Lizard, waarschijnlijk kant twee van de oorspronkelijke lp. Ik moet zeggen dat ik veel plezier beleef aan het eerste deel, omdat Jon Anderson daar zingt. Niet alleen is hij een welkome afwisseling, maar ook de gedachte dat hij voor één keer nog minder begrijpelijke teksten zingt dan anders vind ik geinig. Dat de vegetariër dan ook nog ‘Stake A Lizard By The Throat’ moet zingen is een extra bonus.

Los daarvan vind ik dit stuk – het eerste deel van Lizard – het beste deel van het hele album. Ondanks de wonderlijke balans wordt hier aanmerkelijk zorgvuldiger gemusiceerd dan op de eerdere stukken van de plaat, de Mellotron draait op volle kracht en even klinkt de bombast van het eerste album terug. Mooi gestopt trompetje erbij, heerlijk. In de Bolero krijgt de vrijblijvende jazz weer even de overhand, maar de meeste solo’s zijn wel erg fraai. Dit deel doet erg denken aan  “Sketches Of Spain” van Miles Davis.

In het verder erg mooie eerste deel van The Battle Of Glass Tears keert Haskell weer terug achter de microfoon. Da’s jammer, want hij zingt ook dit ingetogen stuk erg lelijk. De Mellotron en de bijdragen van de blazers zetten verderop in het nummer de toon, met een onbarmhartig arrangement dat vast een tipje van de sluier licht waar het de toekomstige koers van de band betreft. Het is – oneerbiedig gezegd – een hoop getoeter en iemand die met zijn arm op het klavier van de Mellotron gaat liggen.  In afsluitertje Big Top komt het Cirkus thema nog even terug.

“Lizard” is een album dat er moest komen, al was het maar om het palet even schoon te vegen, als brood tussen de verschillende gangen. Een sterk album vind ik het niet, al heeft het z’n momenten. De muzikanten zelf hadden er ook wat moeite mee. Haskell verliet de band toen de plaat uitkwam en ook Fripp zelf heeft er weinig liefde voor.

Erik Groeneweg
CD + DVD:
Koop bij bol.com

Send this to a friend