Hij was het zat en nam een lange, hele lange, vakantie…
De opnames voor het in 1984 verschenen King Crimson album “Three Of A Perfect Pair” verliepen niet gemakkelijk. Was dit bij het in 1982 verschenen “Beat” ook al het geval, de daarop volgende tour verliep eigenlijk zonder noemenswaardige problemen zodat het viertal, dat voor de derde keer op rij mocht beginnen aan een King Crimson plaat, het weer helemaal zag zitten. Al snel kwamen de twee hoofdrolspelers weer in conflict. Leadgitarist, muzikaal architect en historisch gezien bandleider Robert Fripp en zanger, gitarist, tekstschrijver en zelf benoemd King Crimson boegbeeld Adrian Belew vlogen elkaar met grote regelmaat in de haren over de te varen koers. Was het bij “Beat” enkel in de studio bal en ging de tour eigenlijk best aardig, dit was in 1984 totaal anders. Ook ten tijde van de “Three Of A Perfect Pair” tournee was de gezelligheid ver te zoeken zodat Fripp na afloop van de tour besloot om King Crimson min of meer op te heffen en dit resulteerde in een lange King Crimsonloze periode waar pas in 1995 met het reünie-album “THRAK” een einde aan kwam.
De plaat “Three Of A Perfect Pair” bestaat uit twee verschillende delen. Namelijk een ‘left side’ en, hoe verrassend, een ‘right side’. Op de left side staan de wat gemakkelijker in het gehoor liggende nummers. Op de right side staan de meer experimentele tracks. De band bracht naar buiten dat de reden voor deze tweedeling was dat je de King Crimson aanhangers ook in twee gedeeltes kon opdelen. De ene groep is meer liefhebber van de liedjes met kop en staart, terwijl de andere meer voor de experimentele kant opteert. Het lijkt er echter meer op dat de beide kapiteins met dit compromis tevreden gehouden werden.
The Left Side:
De a-kant van “Three Of A Perfect Pair” wordt ook wel de radiovriendelijke kant genoemd. Niet dat deze nummers veel op de radio kwamen, maar dit ter zijde. De zogenaamde left side bestaat uit een vijftal nummers. Daarvan zijn de openingstracks Three Of A Perfect Pair, het gedreven Model Man en Man With An Open Heart het makkelijkst in het gehoorliggend. De drie tracks borduren voort op de op “Beat” grotendeels al ingeslagen weg. Dat wil zeggen lekker groovende songs met een Talking Heads funkachtige inslag. Op Sleepless mag erkend basspecialist Tony Levin zijn gang gaan. Hij laat zijn bas op ongekende wijze knorren en weet door zijn gedreven en aparte spel de hele song te dragen, zowel op de voorgrond alsmede als onderliggend tapijt waarover Robert Fripp mag etaleren, waardoor Sleepless het hoogtepunt is van kant a. De afsluiter van de left side is eigenlijk al een kleine voorbode van wat je op de ‘andere kant’ kan verwachten. De hoofdrol op dit meeslepende instrumentale stuk is weer voor Tony Levin, maar de toon wordt redelijk onschuldig gehouden en de mannen gaan zeker nog niet los.
The Right Side:
Los gaat King Crimson wel op de b-kant van “Three Of A Perfect Pair”. Is de intro van Industry nog redelijk in de lijn van de afsluiter van kant a Nuages, daar komt echter gedurende de song langzaam meer zeer zeker verandering in. De melodielijnen worden steeds complexer en de rol van Fripp en drummer Bill Bruford steeds groter. De repeterende basaanslagen van Levin bedwelmen je muzikale geest en Fripp gooit er hier en daar nog wat soundscape-achtig gitaarwerk uit om het geheel nog wat interessanter / vager te maken. Het daarop volgende Dig Me en No Warning zijn relatief korte werkjes. Tijdens het industriële Dig Me mag ook Belew zijn stem weer laten horen. Het refrein had zo op kant a gepast, maar dat is dan ook het enige want de coupletten zijn in de vorm van zeer zenuwachtig ‘praatzingen’ weer op en top Frippiaans. Als albumafsluiter komen we een bekende titel tegen. Het is namelijk het derde deel van de eerder met behoorlijk succes gemaakte Larks’ Tongues In Aspic deel een en twee afkomstig van het album met dezelfde naam. Het derde deel uit de trilogie is zeer behoorlijk, al mis ik wel een beetje de spanning en vernieuwdrang zoals ik die bij de eerste twee delen ervoer.
Als de band het zelf al een tweeslachtig album vindt, kan je er sowieso al moeilijk omheen. Maar ook voor de objectieve luisteraar ontkom je er niet aan om te denken dat je naar twee bands zit te luisteren. Was het op de lp nog redelijk gemakkelijk door of kant a of kant b op te zetten, bij de cd werkt dat natuurlijk anders en krijg je alles achter elkaar voorgeschoteld. Door de zeer goede zet om Nuages als overgangsnummer in te zetten loopt alles nog wel redelijk als één geheel door, al ontkom je er niet aan om toch je favoriete gedeelte te kiezen.
Al met al is en blijft “Three Of A Perfect Pair” een fascinerende King Crimson reis die je steeds nieuwe inzichten geeft in de gedachtegang van Fripp en co.