De naam van de nieuwe cd van het Amerikaanse powertrio King’s X doet vermoeden dat de meer primitieve karakteristieken van hun muziek de boventoon zullen voeren. Het begin van het eerste nummer Alone lijkt die veronderstelling luidkeels kracht bij te zetten, maar de oerschreeuw uit de intro maakt al snel plaats voor de bekende groovy powerpop op het snijvlak van Aerosmith en The Beatles. “Ogre Tones” is wel een harde plaat, maar rauw is-ie zeker niet. Ogre Tones blijkt een woordgrapje op ‘over tones’, de Engelse term voor boventonen.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik de laatste jaren wel een beetje was uitgekeken op dit drietal. De laatste platen getuigen van een lamlendige metaalmoeheid waarin het sporadische sterke liedje ten onder gaat in de eenvormige herrie. Ik vond bij de meeste nummers de coupletten aardiger dan de flauwe meebrulrefreinen die door hun langgerekte harmonieën ook iets lijzigs en meligs kregen. En wat was hier nog progressief aan?
“Ogre Tones” is gelukkig een aanzienlijke verbetering. Wellicht hebben de solo-escapades van de heren de samenwerking nieuw leven ingeblazen. Er staan op deze plaat weliswaar geen dertien onvergetelijke klassiekers – nummers als Fly, Open My Eyes en Freedom zijn nog te beroerd om als dertiende in een dozijn te passen – maar zeker acht stukken laten een band horen die met aanstekelijk enthousiasme intelligente en op zijn minst aardige composities speelt.
Zoals ik hierboven al aanstipte kun je eigenlijk niet meer volhouden dat King’s X progressieve muziek maakt. De coupletten zijn meestal hoekige hardrock en de refreinen van psychedelische samenzang doortrokken meezingers die meer aan de bluesy rock van Aerosmith herinneren dan aan de inventieve ritmische duivelskunsten van Rush. Maar er staat één nummer op deze nieuwe plaat, Bebop, dat van die ingrediënten toch iets nieuws weet te maken. Het superfunky couplet hort en stoot heel knap richting het grappige refrein op een manier die hoog boven het gemiddelde King’s X repertoire uitsteekt. Als dit een voorproefje is van de koers die het trio in de toekomst wil gaan varen, ziet het er rooskleurig uit.
Veel meer binnen het geijkte stramien, maar zeker ook erg sterk zijn nummers als Stay, de mooie ballad Honesty, Get Away en het lange, bluesy stuk Sooner Or Later, dat vooral opvalt door de langgerekte gitaarsolo. De toevoeging van tabla’s in Get Away doet de luisteraar wel ineens beseffen hoezeer King’s X aan één bepaald geluid gebakken zit. Wat meer afwisseling zou zeker geen kwaad kunnen.
Desalniettemin ben ik tevreden met deze nieuwe cd van King’s X. Geen meesterwerk, want daarvoor is de muziek net iets te bekend, maar toch een dikke voldoende met genoeg luisterplezier om ‘m vaak op te zetten. En dat is al meer dan ik nog had durven hopen.