Dinsdag 26 april 2022. Notabene op Koningsdag wordt het overlijden van Klaus Schulze bekendgemaakt door zijn jongste zoon Maximillian.
De Duitse synthesizerpionier kwakkelde al ruim vijftien jaar met zijn gezondheid en na twee concerten in Japan in 2010 verscheen hij niet meer in het openbaar. In de daaropvolgende jaren bracht hij nog een paar studioalbums uit, alsook een merkwaardige compilatie (“Eternal”) ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Die nieuwe albums openden muzikaal geen nieuwe deuren en dat geldt ook voor zijn zwanenzang “Deus Arrakis” die begin juli 2022 – na een maand uitstel – het licht zag.
Drie lange tracks vult Schulze’s laatste en evenals op voorgangers “Shadowlands” en “Silhouettes” horen we weer dezelfde akkoordenreeksen, harmonieën en ritmevariaties, evenals de lange tijd die Schulze in zijn composities neemt om de boel op en uit te bouwen – het is onmiskenbaar zijn handelsmerk. En zijn er hier wel sprake van ‘nieuwe’ tracks? Of heeft Schulze met zijn rechterhand Tom Dams een greep genomen in zijn digitale stapel van reeds opgenomen materiaal? Vanwege de grote gelijkenis met het materiaal op de zojuist genoemde platen zou het niemand verbazen als “Deus Arrakis” bestaat uit muziek die hij al tien jaar geleden opnam. Ook omdat hij gebruikmaakt van cellopartijen van Wolfgang Tiepold – die jaren geleden al het tijdelijke voor het eeuwige verruilde.
De plaat is gelanceerd als een tweede “Dune” – het album uit 1979 waarop Schulze zich met name in het half uur durende titelnummer zich liet inspireren door het gelijknamige boek van Frank Herbert uit 1965. De onlangs uitgebrachte remake van de filmversie werd voorzien van muziek door Hans Zimmer, die op zijn beurt weer Schulze uitgebreid bedankte voor inspiratie. Op “Deus Arrakis” geeft Schulze die dankbetuiging terug aan Zimmer én Herbert; iets met een cirkel die rond is, en alleen al om die reden is Schulze’s laatste wel eentje die iets afsluit, dan wel afrondt.
Muzikaal is er weinig verwantschap met zowel Schulze’s album “Dune”, dan wel Zimmer’s soundtrack. Alleen in Seth komen er halverwege wat ruimtelijke kwettergeluiden (uit de EMS Synthi A, Schulze’s trouwe koffersynthesizer) voorbij die op één of andere manier een filmische inslag hebben. Maar dergelijke experimentele intermezzo’s kwamen ook op Schulze’s vorige platen om de hoek kijken. Niets nieuws dus. Écht niets.
Is deze “Deus Arrakis” dan één grote teleurstelling? Nee, dat niet. Je kan van Klaus Schulze – gezien zijn lichamelijke gezondheid – in de herfst van zijn leven niet meer een meesterwerk van formaat verwachten. Immers, elke ‘nieuwe’ plaat van hem is meegenomen en zet altijd een fraaie sfeer neer: typisch Schulze. En met zijn recente overlijden ga je tóch op een andere manier naar “Deus Arrakis” kijken. Schulze’s laatste behoort niet tot zijn beste werken, maar groeit nu – onbedoeld – als zwanenzang wel uit tot een speciaal en monumentaal album. De koning is niet meer, lang leve de koning.