Daar gaat m’n hoop. Ik had verwacht dat de krachtige neo-prog die te horen is op Konchordat’ s vorige album, het fraaie “The New Crusade” uit 2011, zou leiden tot een briljant album, maar nee. “Rise To The Order”, het derde schijfje van de Britse band, klinkt zo over de top kolossaal dat ik als liefhebber van symfonische hardrock het liefst in bed zou willen blijven met de deken ver over me heen. Waar moet ik naar toe met al die bombast? Je kan het ook niet ontvluchten, de grote klanken zitten overal. De riffs van de gitaar en bas zijn moddervet, de toetsen pompeus en de drumslagen knallen uit je boxen. Het lullige is dat de heren op zich prima staan te spelen, niet dat we te maken hebben met een Dream Theater-achtig niveau, denk eerder aan een band als Pallas of zo. Af en toe is de muziek best mooi qua melodie en dat zijn dan ook de strohalmen waaraan we ons vast moeten klampen.
Konchordat presenteert zich op het album voor het eerst als band. Begonnen als project van de multi-instrumentalisten Steve Cork en Lee Harding, krijgt Konchordat pas echt naam als zanger/gitarist Stuart Martin zich bij de twee voegt. Het album “English Ghosts” ziet in 2009 het levenslicht. Harding vertrekt en Cork en Martin maken twee jaar later het album “The New Crusade”. Om de muziek live te kunnen uitvoeren komen vervolgens toetsenist Neil Watts en drummer Neil Hayman bij de band … et voilà .
Het acht nummers tellende album is een aaneenschakeling van clichés uit het stevige genre. Het spectrum loopt van Deep Purple tot Metallica en er zit zelfs een vleugje Bon Jovi in het geluidsbeeld. De bombast doet soms ook wat denken aan gothic bands als Within Temptation en Nightwish. Het kolossale geluid is iets waar je niet omheen kan en dat wordt nog eens versterkt door de geforceerde manier waarop Martin staat te zingen. Hij speelt constant het typetje van de gekwelde hardrockzanger. Wat een poppenkast! Zonde eigenlijk, want op eerdere albums laat Martin horen dat hij een prima zanger is.
“Rise To The Order” gaat van start met het vlotte Like A Heart Attack en hoe open-minded je ook bent, je zal waarschijnlijk getroffen worden door een golf van antipathie. Zo zit de compositie vol herhalingen en dat willen wij niet. Hoewel twee lange bruggen nog enige variatie in het geheel proberen aan te brengen, komt het toch allemaal nogal op hetzelfde neer. Plat gewalst en suf gebeukt kan je even op adem komen met de gedragen intro van Nowhere Left To Go. Al snel blijkt het nummer uit het zelfde hout te zijn gesneden en de wetenschap dat er nog zes stuks komen is niet echt een rooskleurig vooruitzicht. Ik zou mezelf echter niet zijn als ik ook wat positieve zaken aan het licht breng. Zo is het totaalgeluid van het album geweldig en heeft de band met de refreinen van Save Me From The Rain en met het Anathema-achtige Tired And Helpless sterke stukken in huis. In Dream Forever valt alles op z’n plaats, met afstand het beste nummer van de cd. De Neal Morse-achtige euforie die al vanaf de intro de ronde doet, is zalig en zorgt ervoor dat je de up-tempo passages , die beduidend minder zijn, maar voor lief neemt. Toch moet het album het stellen met een meerderheid aan foute nummers. My Energy is wat dat betreft koploper; gejaagd, schreeuwerig en het had zeker de helft korter mogen duren. Ook is het niet zo’n slimme keus om af te sluiten met een nietszeggend nummer als Temple Of The Damned.
“Rise To The Order” laat een band horen die iets te graag stevig wil klinken en daardoor nogal vaak zichzelf voorbij loopt. Konchordat is op z’n best in de kalmere stukken en ik snap eigenlijk niet dat de heren niet vaker op hun gevoel zijn afgegaan. Ik heb dan ook het idee dat Konchordat hier enigszins de ‘wannabee’ uithangt.