Een gouden regel in het recenseren is om niet gelijk te gaan schrijven nadat je een cd voor het eerst hebt beluisterd. En zeker niet als je er helemaal van overdonderd bent, of juist het tegenovergestelde; je vindt het helemaal niets. Die regel pas ik dan ook bijna altijd toe. Met dit album moest ik mijzelf bedwingen niet te gaan schrijven, wat wel ontzettend veel moeite koste. Ik was na twee luisterbeurten namelijk al helemaal overdonderd.
De band Kowai is ontstaan in 2008 wanneer Arjen Bosma en Bertran Zwijnenburg via audities de vier andere bandleden bij elkaar selecteren. In de loop van de tijd vallen hier en daar wat bandleden af en worden er weer anderen aangevuld, maar de basis van de band, Laura van Nes op zang, Bertran Zwijnenburg, Arjen Bosma, Rik Beerthuizen aan de diverse snaren en Joost Lobbes op drums, staat nu ruim vier jaar solide overeind. De naam van de band is afgeleid van een gezamenlijke liefde van Bosma en Zwijnenburg voor Japan en betekent vrij vertaald ‘eng’ of ‘bang’. Eind 2009 verscheen de eerste demo, “Prelude”, die met gematigd enthousiasme werd ontvangen in de pers.
Om in te haken op de vorige alinea is het grappig te melden dat deze band een album eens niet begint met een prelude, wat juist zo gebruikelijk is in de gothic en symfonische metal. Vanaf minuut één worden er onderhoudende tracks gebracht waar één naam wat mij betreft centraal staat: Within Temptation. De muziek van Kowai is er mee doorspekt, maar weet tegelijkertijd een beter debuut neer te zetten dan hun grote voorbeeld. Kowai speelt het namelijk klaar om gelijk al een grote indruk achter te laten bij de luisteraar na afloop van de cd. Deze laatste regels staan mogelijk ook gelijk aan de zwakte van de composities: dit had tien jaar geleden ook gemaakt kunnen worden. Desondanks is de cd sterk, zonder ook maar één echt slecht moment.
Kowai produceert symfonische metal die in de lijn van de Nederlandse traditie staat. Want naast Within Temptation kunnen er ook gemakkelijk andere Hollandse bands als referentiekader genoemd worden. Bijvoorbeeld Epica, After Forever en Delain. Vooral de symfonische toetsen op het album doen wat denken aan die van Delain’s Martijn Westerholt. De uitstekende zang van Laura van Nes doet juist weer denken aan een jonge Sharon Den Adel (luister maar eens naar Man’s Downfall)en de vette gitaar-riffs weer aan After Forever. Er staat een aantal krachtige songs op het album die wat mij betreft echt imponeren. Één daarvan is onherroepelijk In Retrospect, wat over een refrein beschikt dat catchy en zelfs verslavend is. Het begin van The Promise is op zichzelf al indrukwekkend, maar dan volgt later de tweede stem van Laura van Nes in combinatie met de subtiele cleane zang van gitarist Bertran Zwijnenburg en de genadeklap is een feit. Echt, mijn kippenvel weet telkens weer te exploderen.
De grunts van Bertran Zwijnenburg zijn duidelijk aanwezig op het album, maar door de productie niet op de voorgrond gezet, hetgeen naar mijn smaak uitstekend werkt. Het mooie van de grunts is ook dat deze melodieus zijn verwerkt in de muziek en een mooie aanvulling zijn in plaats van (noodzakelijk) kwaad. De theatrale orkestraties zijn op het album duidelijk aanwezig, maar nergens krijgt de bombast echt de overhand. De riffs zijn stevig en herkenbaar, maar ook deze overheersen nergens. Ook de productie van het album, in handen van Joost van den Broek en Jeffrey Revet, is vakkundig tot stand gebracht. Kortom, de balans van dit album is voorbeeldig en doordacht.
Het mag duidelijk zijn na dit betoog. Kowai heeft nu al de grootsheid van collegabands als Within Temptation, Epica, Delain en Stream Of Passion. Het geluid van deze band is onderhoudend en de composities klinken als een klok. De cd begint sterk en eindigt bijna nog beter. De zuurpruimen onder ons zullen beweren dat alles los en vast is gepikt van de genoemde voorbeelden, maar dat zal mij een rotzorg zijn. Als ik ergens voor moet gaan staan, ben ik bereid mijn reputatie met dit album op het spel te zetten. Vergeet even dat je deze muziek wellicht vaker hebt gehoord. Vergeet even dat muziek altijd maar opnieuw uitgevonden moet worden. Als dit dan gejat is, dan is het belachelijk goed gekopieerd. Ook het begeleidende artwork en het digipack is om door een ringetje te halen. Wat deze recensent ondanks de lovende woorden een volgende keer toch graag wil horen, is wat meer onderscheidingsvermogen en mijn volledige overgave volgt. I’ll Promise!
Ruard Veltmaat