“Rust”. Een betere titel had Kristoffer Gildenlöw niet voor zijn eerste soloalbum kunnen bedenken. Op de cd staan namelijk alleen rustige, ingetogen liedjes die recht uit het hart komen. Gildenlöw zingt over herinneringen, verlangens en dromen. Het centrale thema van dit album is het leven: opgroeien, ouder worden en het vinden van rust.
Gildenlöw is waarschijnlijk het meest bekend als ex-bassist van Pain of Salvation. Maar de Zweed (die al lange tijd in Nederland woont) heeft al meer dan 25 albums gemaakt, als bandlid of gastmuzikant. Gildenlöw speelde bijvoorbeeld mee met Lana Lane, Damian Wilson Band, Dark Suns, Dial, For All We Know en Consortium Project. Voor “Rust” schreef Gildenlöw zelf alle muziek en nodigde hij een indrukwekkende groep muzikanten en vocalisten uit. Je hoort maar liefst 17 gastartiesten, waarvan Ruud Jolie (Within Temptation), Ola Heden (The Flower Kings) en Fredrik Hermansson (ex-Pain of Salvation) het bekendst zijn.
De muziek op “Rust” is anders dan we van Gildenlöw gewend zijn. Dit keer geen progressieve rock en nauwelijks basgitaar. In plaats daarvan negen minimalistische liedjes in mineur. Het nummer Save My Soul bestaat bijvoorbeeld uit een simpel pianodeuntje en zang. Eerst klinkt alleen de warme, tedere stem van Gildenlöw, later springen andere vocalisten bij. De gastartiesten kleden de vrij kale liedjes aan. Maar ook dat gebeurt heel minimaal. In Overwinter duikt alleen in het laatste refrein een viool op, maar dat is lang genoeg om het nummer net dat beetje extra emotie en sfeer te geven.
Vooral de gastvocalisten spelen een belangrijke rol op “Rust”. In Längtan, een kort eerbetoon aan Scandinavië, hoor je mannen op verschillende toonhoogtes door elkaar neuriën. De diepe basstem van Luka Aubri (Omnia) contrasteert prachtig met de hoge uithalen. Op Follow Me Down halen Gildenlöw en andere vocalisten om de beurt een herinnering op, wat een mooie afwisseling tussen mannen- en vrouwenzang oplevert. Ook hoor je een vrouwenkoor en kinderen, die gelukkig niet té kinderlijk klinken en accentloos Engels zingen.
Naast zang komt op het album ook gepraat voor. In het titelnummer vertellen mensen wat zij anders zouden doen in hun leven, als zij terug konden gaan in de tijd. Hoewel dit goed bij het thema en de melancholische sfeer van het album past, gaat dit gepraat naar een aantal luisterbeurten vervelen. Maar de lange, jankende gitaarsolo a la Pink Floyd/Roger Waters, die Paul Coenradie (Robby Valentine) aan het einde speelt, maakt dat je ook dit nummer afluistert.
“Rust” is een prachtig album met een sombere, donkere sfeer. Het zal in de smaak vallen bij fans van bijvoorbeeld Blackfield, Pink Floyd, Anathema, Elbow of het rustige werk van Pain of Salvation. Gildenlöw heeft een prachtige stem, waarmee hij goed varieert en emotie oproept. Wel klinkt elk nummer droef en rustig, waardoor je na een luisterbeurt weer toe bent aan het hardere werk van Gildenlöw. “Rust” is vooral geschikt om ’s avonds in je eentje te beluisteren. Koptelefoon op, kaarsjes aan, glaasje wijn erbij en heerlijk tot rust komen.
Shireen Bekker
In mei 2013 verscheen een nieuwe digipack-edtie van het album op het label Glassville Records. Daarop staan twee extra stukken, Callout (6:22) aan het begin en Living Soil (4:20) als sluitstuk. Hoewel die nieuwe volgorde de plaat drastisch zou kunnen veranderen, sluiten die nieuwe stukken zo naadloos aan bij de rest dat er in feite niets gebeurt: een erg mooie plaat is alleen iets langer geworden. Dat is fijn, want vooral afsluiter Living Soil is een prachtig nummer met smaakvolle akoestische gitaren. Wel sneu voor diegenen die de eerste versie kochten: ze moeten nogmaals in de buidel tasten.
Erik Groeneweg