De Italiaanse band La Batteria maakt op dit debuutalbum naar eigen zeggen cinematografische progfunk. Het moet niet veel gekker worden. Logisch dat je vraagtekens zet als je deze omschrijving leest. Maar wacht maar eens tot je de cd hebt gehoord, dan snap je helemaal wat er bedoeld wordt. La Batteria maakt muziek die geïnspireerd is door de Italiaanse filmmuziek uit het eind van de jaren ’60 en de gehele jaren ’70. Italië heeft wat dat betreft een rijke en goed gedocumenteerde historie en het is jammer dat ik daar niet zo in thuis ben.
Een avondje Google resulteert gelukkig in een enorme waslijst met namen van componisten en titels van onder andere spaghetti westerns. De soundtracks zijn niet om aan te slepen. Lekker hoor. Het blijkt dat er toch een heleboel van dat soort muziek in m’n onderbewustzijn is blijven hangen. Naast de soundtracks is er de zogeheten library music (achtergrondmuziek). Het linke daarvan is dat de klanken erin sluipen als muzak in een reclamespotje. Wel stel ik met een vet uitroepteken in gedachten dat La Batteria alles maakt behalve muzak.
La Batteria bestaat uit vier muzikanten die hun ervaring hebben opgedaan in de meest uiteenlopende genres en dat hoor je terug. Gitarist Emanuele Bultrini en toetsenist Stefano Vicarelli speelden in de progressieve postrock formatie Fonderia, maar anderen hebben hun sporen ook verdiend met indie rock, wereldmuziek en experimentele jazz. Behalve hun liefde voor filmmuziek hebben de mannen nog een gezamenlijke overtuiging en dat is dat het vintage moet. De twaalf instrumentale nummers kennen hoofdzakelijk rollend orgelspel en een galmende gitaar die beelden oproept van een cowboy op z’n paard. Dit wordt aangevuld met ondermeer stemmige Fender Rhodes, slierten Mellotron en diverse synth-en Moog thema’s. Steeds maar zijn er van die swingende whawha- geluiden en is het de basgitaar die even stoïcijns als stuwend samen met de drums het ritme bepaalt. Het is een arbeidsintensief geheel.
Het album gaat middels Chimera van start met een thema van klassieke gitaar en mandoline. Als daar dan de strakke orgelakkoorden bijkomen waan je je in een gave cabriolet op weg naar een luxe landgoed op de flanken van de Alpen. Zo spreekt elk nummer enorm tot de verbeelding, maar dat is iets wat je mag verwachten. Het lijkt me trouwens niet de bedoeling om bij elk nummer te vermelden welke beelden dat bij me oproept dus laten we het weer over de muziek hebben. Bijna alle nummers hebben dezelfde modus qua tempo en intensiteit. Variatie moeten we dan ook zoeken in de nuances en die zijn er. Het aanstekelijke Vigilante kent behalve een wat rasperige gitaarlick heerlijk straf drumwerk waarbij de hi-hat van de drummer een glansrol vertolkt. In Formula gaat de band de samenwerking aan met de Patchani Brothers, toetsenfreaks die het nummer bijna uit elkaar laten pulseren. Manifesto valt op vanwege de passage met klavecimbel aan het eind en Incognito moet het hebben van een accordeon in het arrangement. De verschillen die het eindschot met zich meebrengt zijn marginaal. Uiteindelijk maken het pittige Zero en het bombastische Persona Non Grata duidelijk dat het album precies lang genoeg duurt.
Al met al is deze titelloze La Batteria een uniek product waar naar mijn idee een grote diversiteit aan muziekliefhebbers mee uit de voeten kan. Eigenlijk valt het te hopen dat dit album op zijn eentje blijft. Het kan bijna niet anders: hier is sprake van een klassieker in de dop.