‘Lux’ is het Latijnse woord voor licht, ‘Ade’ is een verbastering van het woord Hades, het rijk van de doden. Orpheus geliefde Eurydice is gestorven en Orpheus kan dat niet verkroppen, dus hij gaat op zoek naar zijn eega. Voorwaar geen vrolijke kost wat La Maschera Di Cera ons biedt op hun derde studio-schijfje. Want vanuit deze metafoor stelt de Italiaanse band ons vragen als: ‘waarom gaan we dood?’ en ‘wat gebeurt er met onze vrienden, geliefden, kinderen, als ze sterven?’
Ons voordeel is dat het allemaal in het Italiaans wordt gezongen, dus al las men het menu van een plaatselijke pizzeria voor, het zal ons een ruk wezen. 99% van onze lezers kent geen Italiaans, volgens onze laatste poll, dus waar het met name om gaat is de muziek. Toch is de achtergrond van de muziek wel prettig om even te weten.
La Maschera Di Cera is nooit een groep geweest die ons lichte kost zou voorschotelen, akkoord. Mocht je een beetje bekend zijn met Italiaanse symfo, dan zal het je niet verbazen dat ook deze keer de invloeden van Banco Del Mutuo Soccorso, Il Balletto Di Bronzo, Metamorfosi, Museo Rosenbach en nog een hand vol andere Italiaanse zwaargewichten weer duimendik bovenop de muziek ligt. Als je weet dat de productie dan ook nog eens gedaan is door Franz Di Cioccio van Premiata Forneria Marconi (PFM), dan weet je als Italiaanse symfonische rockfan genoeg.
Als je niets weet van deze boeiende tak van symfo, dan is La Maschera Di Cera een prima instap. Ik zal niet snel zeggen dat de groep hun voorbeelden overtreft, of zelfs maar evenaart, daarvoor is de muziek te weinig origineel. Maar het is evenwel zeker voortreffelijk gedaan. “LuxAde”, een plaat die feitelijk geen nieuwe inzichten laat zien ten opzichte van de twee platen ervoor, is een beeldschoon werk vol prachtige melodieën, ingewikkelde symfonische structuren en gedompeld in een perfecte productie.
De plaat staat, zoals je zal verwachten, bol van de Mellotron, Mini-Moog en vooral veel fluit. Andrea Monetti fluit zich het lee-lam en toetert zelfs nog wat saxofoon her en der. De erg nadrukkelijke stem van Alessandro Corvaglia en de soms nogal overstuurde bas van Fabio Zuffanti maken de muziek van La Maschera Di Cera soms ook wel erg vermoeiend. Toch, als ik bijvoorbeeld het Mini-Moog-loopje aan het einde van Orpheus hoor, ben ik als symfonische rockfan natuurlijk onmiddellijk verkocht.
Als geheel is “LuxAde” ook veel consistenter. Er zijn wel wat jazzy uitstapjes, zoals aan het begin van Nuova Luce, maar ze zijn niet zo nadrukkelijk aanwezig als op de voorganger “Il Grande Labirinto” uit 2003. “LuxAde” is daardoor een stuk gestructureerder en dat past wel binnen deze stijl van symfonische rock. Klassieke invloeden zijn ook niet van lucht. In het al genoemde Nuova Luce zit een verdraaid thema op Hammond, dat zó de Vivaldi-school in kan worden gekopt. Daar wordt dan ook nog eens doodleuk een Mini-Moog-themaatje overheen gegooid.
Het ruim 24 minuten durende Encliclica 1168 is inderdaad gebaseerd op een pauselijke encycliek, maar voor zover mij bekend is er geen uit 1168. Het is in elk geval een suite, dat opnieuw bol staat van de inventieve overgangen en boeiende toetsensolo’s (neem bijvoorbeeld de solo’s rond de 9-minutengrens). Er wordt zelfs een heus koor aangesleept, alsof het allemaal nog niet bombastisch genoeg is. De finale is wel weer erg mooi, met zijn angstige ontwikkeling onder een dikke laag Mellotron.
Ondanks dat ik zeer onder de indruk ben van deze release, bekruipt mij ook een angstig gevoel. Ik heb het allemaal wel eens eerder gehoord van ze, het nieuwe is eraf. “LuxAde” is mooi, absoluut, zeker na 20 keer draaien, als alle thema’s en ontwikkelingen zich een plekje in je muziekherinnering hebben gevormd. Maar het overdondert me niet meer en dat baart zorgen voor de toekomst. La Maschera Di Cera zal de volgende keer toch wat meer nieuwe elementen moeten zoeken om de muziek een zekere ontwikkeling mee te geven. Een gitarist erbij bijvoorbeeld, desnoods alleen als gast, of een gastzangeres. Roberto Guilianno van Maxophone heeft daar vast wel oren naar. Misschien heeft Sylvana Idà van Apoteosi nog wat vrije tijd.
Zoals normaal bij releases van Italiaanse bodem is het artwork en de verpakking weer van hoog niveau. Als die Italianen iets doen, doen ze het goed. De muziek mag dan zwaar op de hand zijn en veel vergen van de luisteraar, de winst is groot. De nieuwe La Maschera Di Cera moge dan een laken van hetzelfde pak zijn, het is tevens hun beste plaat tot nu toe.
Markwin Meeuws