Tien jaar na “El Dorado Hotel” uit 2012 komt Lana Lane met haar nieuwe album “Neptune Blue”.
Op dit door Erik Norlander geproduceerde album doen, naast Norlander op toetsen, veel oude bekenden mee, zeg maar de ‘inner circle’, zoals gitarist Jeff Kollman, drummer Greg Ellis (beiden uit de band van Erik Norlander) en Mark McCrite en Don Schiff (beiden uit Rocket Scientists).
Daarnaast horen we John Payne (Asia, Dukes Of The Orient) in een bescheiden rol met achtergrondzang. Groot verschil met “El Dorado Hotel” is dat Lana Lane nu een vaste band om haar heen heeft en geen gebruik maakt van gasten. Of dat de reden is voor de koerswijziging die we op dit album horen is niet duidelijk. Want ondanks dat de van haar bekende melodische, annex symfonische rock nog steeds aanwezig is, hebben nagenoeg alle progressieve elementen plaatsgemaakt voor pop-rock, AOR en andere genres.
Alsof er in tien jaar niets veranderd is, zo laat Remember Me horen. Het is een uptempo melodieuze rocker uit het boekje, mocht deze bestaan. Ik zit gelijk geramd wanneer Erik Norlander met orgelklanken in de intro van leer trekt op een van zijn synthesizers. En wat te denken van de solo op Minimoog halverwege. Vergeef me, maar ik ben nog steeds enorm fan van deze, inmiddels kort gewiekte, toetsenman. De zang van Lane Lane heeft niets aan kracht en kwaliteit ingeboet, zo lijkt het. Opvallend toch hoe haar stem aan die van Ann Wilson (Heart) doet denken. Nog fijner wordt het met de gelikte gitaarsolo’s van Jeff Kolman. Kortom, ik ging er goed voor zitten.
Over Heart gesproken, het navolgende Under The Big Sky doet in veel aan deze Canadese groep denken. Van hetzelfde laken maar iets steviger pak is Really Actually waar Don Schiff met zijn onafscheidelijke NS Stick op de voorgrond treedt. Dat Lana Lane aan andere genres snuffelt laat de vrij lange semi-akoestische ballad Come Lift Me Up horen. In een meeslepende cadans word je meegenomen richting The Carpenters. Niet onvermeld mag de smaakvolle gitaarsolo blijven. Een volgende verkenning horen we op Bring It On Home in een mix van blues rock en pop met pompeus en vervormd ritmisch gitaarspel, best wel even wennen, met als gevolg dat ik een aantal keren moest verzitten.
Vervolgens gaat het verder de andere kant op. Met een aantal eenvoudige liedjes maakt Lane zich er makkelijk vanaf. Het begint bij het korte en te simpele Don’t Disturb The Occupants. Iets beter te verteren vanwege de verspreid voorkomende gitaar- en toetsenloopjes is Lady Mondegreen. Het is een vijf minuten durende rocker in driekwartsmaat met een te lange outro. Het meest tergende nummer, al is het een rocker, is Miss California. Nee, hier zingt Lane niet over zichzelf, maar over het ‘oost west, thuis best’ gevoel. Hoe fijn het is om na een reis naar een wereldstad weer thuis te komen in Californië.
Na deze zwakkere broeders, ik was inmiddels gaan staan, wordt de (stevige) draad weer opgepakt. Te beginnen met het bluesy Someone Like You. Hier zoekt Lana Lane duidelijk de grenzen van haar zangvermogen op. En gaat daar net niet overheen. Jeff Kollman mag nog eens shinen met een slepende gitaarsolo. Als vanouds en vergelijkbaar met het eerste nummer is Far From Home. Zo kennen we ‘La Lane’ weer. De zanglijnen en het refrein liggen uitstekend in het gehoor. Noem het gladjes, noem het catchy, maar het klopt. Tussendoor strooien Kollman en vooral Norlander met aangename solo’s. Kortom, een van de betere nummers op het schijfje.
Met ruim acht minuten het langste, is titelnummer Neptune Blue het sluitstuk van het album. Een kalm intro met zang en piano wordt verder opgebouwd en uitgewerkt. Spectaculair is en wordt het niet, evenmin als proggy, helaas. Functioneel en prettig is het wel. Lane levert hier wat mij betreft haar beste zangprestatie. Na een zacht piano-intermezzo halverwege volgt een lang instrumentaal stuk met woordloze en pastoraal aandoende samenzang. Het is tevens de outro van het album.
Voorheen kon je mij voor albums als “Love Is An Illusion”, “Garden Of The Moon” en ook voor ”Red Planet Boulevard” en “El Dorado Hotel” ‘s nachts wakker maken. Voor “Neptune Blue” is het beter dat niet te doen. Het verschil tussen sterke en zwakke nummers is te groot om van een consistent goed album te kunnen spreken. Wellicht is het de levensfase die Lana Lane aanzette tot verkenningen buiten haar comfortzone. Wie zal het zeggen. Alles bij elkaar genomen blijf ik achter met een teleurstellend gevoel.