Landberk

Indian Summer

Info
Uitgekomen in: 1996
Land van herkomst: Zweden
Label: Musea Records
Website: -
MySpace: -
Tracklist
Humanize (6:07)
All Around Me (9:03)
1st Of May (3:35)
I Wish I Had A Boat (5:40)
Dustgod (5:03)
Dreamdance (4:49)
Why Do I Still Sleep (7:53)
Indian Summer (5:12)
Stefan Dimle: bas
Reine Fiske: gitaar
Patric Helje: zang
Jonas Lindholm: drums
Simon Nordberg: toetsen, Mellotron
Met medewerking van:
Sara Isaksson: zang in Why Do I Still Sleep
Lotta Johansson: sax in Humanize
Sebastian Öberg: cello in I Wish I Had A Boat
Indian Summer (1996)
Dream Dance [ep] (1995)
Unaffected [live] (1995)
One Man Tells Another (1994)
Jag Är Tiden [ep] (1994)
Lonely Land (1992)
Riktigt Äkta (1992)

Het is erg jammer dat ik over deze band in het verleden moet gaan schrijven. Want al sinds 1996 is er niets meer van Landberk gehoord. Het was nochtans mooi begonnen voor deze band. Samen met de Zweedse bands Anekdoten en Änglagård en het Noorse White Willow maakte Landberk deel uit van de grote jaren zeventig prog-revival die begin jaren negentig in Scandinavië ontstond. Vooral hun voorliefde voor de Mellotron was frappant bij deze bands, zo ook op deze “Indian Summer”.

Landberk mag dan wel veel gemeen hebben met voornoemde bands, toch zijn ze hun eigen weg ingeslagen. Waar zowel Anekdoten als Änglagård hun muziek vaak ingewikkeld en zwaar maken, zoekt Landberk het wat eenvoudiger. Dat maakt natuurlijk hun muziek een stuk toegankelijker dan die van de collega Zweden. Deze muziek is voor iedereen bereikbaar: je hoeft echt geen doorgewinterde prog-liefhebber te zijn om hiervan te kunnen genieten. Het lijkt vaak wel of ze hiermee echt een grote doorbraak bij het grote prog-publiek of meteen het grote publiek wilden maken. 1st Of May, Dustgod en Dreamdance lijken daar alledrie zeer geschikte nummers voor. Niet toevallig zijn het ook de iets ‘hardere’ van het album. De U2 uit de beginjaren kijkt hier vaak om de hoek, net als Radiohead. Met één van deze nummers zouden bovengenoemde bands een grote hit gehad kunnen hebben. De conclusie is dan ook snel getrokken. Met wat meeval zou dit erg bekend zijn geworden. Maar het heeft niet mogen zijn.

“Indian Summer” is het laatste album van Landberk, maar als je het album beluistert, bekruipt het gevoel dat dit niet het laatste moest zijn. Landberk was namelijk aan het evolueren weg van de progressieve rock. Meer naar de art rock of zelfs art pop toe. Dit album is daar de eerste (en laatste) exponent van. Daarom ook dat dit album meer overeenkomsten heeft met “OK Computer” of “The Bends” van Radiohead. Bewijs hier ook van is het feit dat niet meer elke track voorzien is van de zo geloofde Mellotron. Dustgod, Why Do I Still Sleep en titelnummer Indian Summer moeten het dan ook zonder doen.

Bij het luisteren van “Indian Summer” wordt het toch duidelijk dat Landberk toch wel degelijk nog veel gemeen heeft met een Anekdoten. De muziek is verre van vrolijk te noemen. Het geheel heeft meer een donker melancholisch kantje wat zo typisch is aan de Scandinavische progrock. Het is er niet de plaat naar die je zal opzetten om even te luisteren op een zonnige dag in een zonovergoten vakantiebestemming. Nee, dit is de plaat die je opzet wanneer je bij valavond naast je raam zit en de zon ziet ondergaan terwijl de avond valt. Dat gevoel geeft deze plaat weer. Wie hier voor een grote mate mee verantwoordelijk voor is, is gitarist Reine Fiske. Naar mijn gevoel een zeer ondergewaardeerd gitarist die echt wel veel in zijn mars heeft. Zo brengt hij, en hij alleen, het nummer All Around Me tot op een ongekende hoogte. De fade-out die hij op gitaar inzet na driekwart nummer is van zo’n hemelse schoonheid dat die haast niet meer overtroffen lijkt te kunnen worden.

Toch doet hij het nog een tweede keer. Op Why Do I Still Sleep horen we hem weer op dezelfde manier beginnen naar het einde van het nummer toe. Alleen is er dit keer nog iets extra bij dat het nummer nog mooier maakt en voor mij tot het hoogtepunt van deze plaat verheft. Het einde wordt namelijk mee ondersteund door gastzangeres Sara Isaksson. Door enkel de woorden ‘why do i still sleep’ te zingen, bereikt zij dat het nummer nog dieper raakt dan wanneer Patric Helje dit had gedaan. Voor zij die ook zo gefascineerd zouden zijn door Sara’s bijdrage: ik heb het even opgezocht op de Zweedse wikipedia. Zij blijkt een Zweedse singer-songwriter te zijn die haar hoogtepunt zo rond 1995-1996 kende.

Natuurlijk is Reine Fiske niet als enige voor dit prachtige melancholische gevoel op dit album verantwoordelijk. Er is de al eerder aangehaalde Mellotron van Simon Nordberg. Maar er is ook zanger Patric Helje: de man heeft een erg aangename zachte stem om naar te luisteren, om bij weg te dromen zelfs. Zangers kunnen vaak een erg karakteristieke stem hebben en daarmee wat afdoen aan de sfeer die met een album bereikt moet worden. Helje hoort daar niet bij. Zijn stem is mee een instrument en draagt bij tot die geweldige reeds geroemde melancholische sfeer. Eigenlijk zou ik zijn stem vooral kunnen vergelijken met die van Bono in U2’s beginperiode, soms is het tot op het griezelige toe gelijkend. Maar de muzikant die verder het meest opvalt, is toch wel Jonas Lindholm, de drummer. De drums staan namelijk erg naar voren gemixt, wat toch een ietwat vreemd gevoel geeft. Je hoort de drums er altijd bovenuitkomen, terwijl het echt voornamelijk zachte drums zijn die vooral een dienende rol hebben.

Een laatste en belangrijk hoogtepunt op dit album vormt Indian Summer. Een instrumentaal nummer dat vooral doet denken aan Talk Talk ten tijde van “Spirit Of Eden”. Een waar post-rockachtig meesterstukje is het zowaar. De vraag die zich stelt is dan of dit eerder de richting is waar Landberk naartoe wilde gaan in plaats van de art rock die zich op het merendeel van de plaat laat zien? Zoals in de opening al gezegd, is er jammer genoeg geen antwoord op deze vraag. Hoewel Landberk nooit officieel gestopt is, is het toch al meer dan tien jaar geleden dat we nog iets van hen gehoord hebben. Stefan Dimle en Reine Fiske hebben dan nog wel samen met Nicklas Berg en Peter Nordins van Anekdoten in het project Morte Macabre gespeeld. Een band die vooral door het typerende gitaarspel van Fiske als een voorlopige opvolger beschouwd kon worden. Maar later zijn Fiske en Dimle samen in Paatos gestapt (waarna Fiske het er al snel voor bekeken hield). In Paatos vinden we dan eindelijk een band die voor een stuk de erfenis van het ter zielen gegane Landberk kan dragen.

Het moge duidelijk zijn dat “Indian Summer” tot één van de hoogtepunten reikte in die reeds zo geroemde prog-explosie in Scandinavië in de jaren negentig. Maar het had zoveel meer kunnen zijn. Naar mijn aanvoelen moest “Indian Summer” een absoluut sleutelmoment worden in de evolutie van Landberk. Dat het dat niet is geworden, doet niet af aan de kwaliteit van het album. Het succes van Paatos en Anekdoten enerzijds, de legendarische status van Änglagård anderzijds hebben er altijd voor gezorgd dat Landberk iets in het vergeethoekje geraakt is. “Indian Summer” kan een prima instap zijn om Landberk te gaan ontdekken, zeker voor liefhebbers van de eerder aangehaalde bands.

Peter van Haerenborgh

Send this to a friend