Sinds enkele jaren is het uit Wales afkomstige Last Flight To Pluto actief met z’n eigen vorm van progressieve rock. We hebben het hier over een moderne variant op ons geliefde genre met een vette knipoog naar het verleden waarbij je moet denken aan een neo proggy bandgeluid waar invloeden van Massive Attack en Rush makkelijk hand in hand gaan. M’n hart gaat altijd open bij het horen van dit soort bevlogen bands en dat is ook precies wat gebeurt als ik “A Drop In The Ocean”, het tweede album van dit gezelschap, beluister. Wel moet even gezegd worden dat de band beduidend minder avontuurlijk klinkt dan dat de bandnaam doet vermoeden, maar ach.
“A Drop In The Ocean” laat op alle fronten een enorme vooruitgang horen ten opzichte van het debuutalbum, “See You At The End” uit 2015. Dat vinden niet alleen de bandleden zelf, ook ondergetekende is die mening toegedaan. De eersteling is een prima plaat, maar ook een wisselvallige. Van “A Drop In The Ocean” kan dat laatste niet gezegd worden. Het album bevat zes middellange nummers van zeven tot negen minuten die alle gecomponeerd zijn door zangeres/gitariste Alice Freya en drummer Darren Joseph die je trouwens kan kennen van de jaren ‘90 band Ezra, maar dat terzijde. Het feit dat alle composities uit dezelfde koker zijn gekomen heeft voor een buitengewoon prettige homogeniteit gezorgd. Verder bestaat de band uit de gedreven spelende bassist Lewis Kreft en een tweetal gitaristen die hartstocht en melodie uiterst smaakvol weten te combineren, Jack Parry en Ryan Barnard. Daar komt bij dat de vijf bandleden hun daden constant omringd zien door stemmig toetsenwerk dat afkomstig is van drummer Joseph en drie gastmuzikanten. Op “A Drop In The Ocean” weet een ieder elkaar goed te vinden. Geen egootjes hier.
Ondanks het prettige van eerdergenoemde homogeniteit komt het in de nummers nogal vaak op hetzelfde neer. Veelvoorkomende items zijn de stuwende ritmesectie, het uitbundige gitaarwerk en de typerende manier waarop Freya de muziek van vocalen voorziet. Het is even wennen maar uiteindelijk klinkt in haar wat kinderlijke stem voldoende overtuiging en klasse door. Af en toe klinkt haar stem zelfs mooi gelaagd. Het grossieren in al deze items lijkt de variatie op het album enigszins te verdoezelen, maar deze is er wel degelijk.
Opener Masheena is een dynamisch nummer dat bol staat van de tempo- en sfeerwisselingen. Dan weer klinkt het bombastisch dan weer ingehouden. Dan weer bepalen orgel en piano het geluidsbeeld, dan weer zijn het hoekige riffs die je meenemen. Ook komt er een Moogsolo voorbij van Rob Reed en reken maar dat die goed is. Zo bont als hier echter maakt de band het nergens meer. Time And Love heeft daarentegen een meer steady snit. Het is een beetje dertien in een dozijn, maar dankzij een heerlijke Reasoning-achtige groove is het nummer toch een blijvertje. Met het zinderende The King’s Are Dead, wat mij betreft het hoogtepunt van het album, laat de band horen hoe creatief ze zijn in het opbouwen. Vanaf de intro tot aan het pakkende refrein en vanaf de instrumentale extravaganza tot aan wederom dat aanstekelijke refrein wil je er bij blijven. Je kan het lekkere van de band allemaal zelf aanschouwen in de videoclip van het bruisende Coverland. Het is het meest robuuste nummer van de plaat en dat heeft uiteraard alles te maken met de bands bewondering voor Rush. Morning Glow is globaal gezien een proggy popsong richting Panic Room. Gaandeweg echter biedt het steeds meer ruimte aan dampende rock en het is niet eens opmerkelijk dat er dan ook een stukje akoestische gitaar voorbij komt. Afsluiter Supergirl is een feestje dat start met Massive Attack going reggae en eindigt met een heerlijk tweestemmig gitaarbad.
Last Flight To Pluto heeft met “A Drop In The Ocean” een uitstekende cd gemaakt. Enerverend is misschien een groot woord, maar de keuzes die ze maken op basis van hun invloedenpallet zijn op z’n minst uitnodigend. Ik vlieg graag met ze mee.
Dick v/d Heijde