Het trio van Laughing Stock houdt de vaart er lekker in. Sinds hun eerste album “The Island” uit 2018 is er bijna elk jaar een nieuw album verschenen. Deze nieuwe toevoeging aan de discografie is hun zesde langspeler.
Hierop nemen de Noren je mee naar Shelter. Dit is een organisatie die je een nieuw en beter leven belooft in overeenstemming met de natuur. Shelter zal je helpen vergeten wie je ooit was en staat haaks op de machinerie van het leven die je langzaam verpletterde. Shelter zal je verwelkomen met een samenleving gebaseerd op geluk, liefde en vrede. Klinkt dat niet geweldig?
Het hele verhaal doet mij denken aan het tweede seizoen van de geweldige serie The Sinner (Netflix), waarin een getroebleerde detective in de wereld van een sekte wordt getrokken en langzaam het zicht op de realiteit dreigt te verliezen.
Voor ik over de muziek begin, eerst het artwork. Wat een fenomenale hoes! Deze is van de hand van James Marsh. Hij was ook verantwoordelijk voor het artwork van Talk Talk-albums als “The Colour Of Spring” en “Spirit Of Eden”. Een hoes waar je naar blijft kijken. Alleen dat is al reden om hem op vinyl aan te schaffen.
Muzikaal zet het trio weer een paar stappen vooruit. Het is knap hoe ze in relatief korte tijd een heel eigen geluid hebben gecreëerd. De muziek is donker, melancholisch en stemmig. De algehele sfeer is doorleefd. De licht galmende drums zijn typerend, net als de vocalen. Deze laatste zijn niet bepaald heel goed, maar wel bezwerend en zeker ook fascinerend. Vaak klinkt het of ze in een andere ruimte zijn opgenomen met de deur dicht.
Binnen deze vrij donkere setting verstopt het drietal in elk nummer wel een paar pareltjes. Zoals een prachtige gitaarsolo, een heel subtiel Hammond orgeltje of een pakkend stukje trompet. Luister dit album met aandacht op de koptelefoon en je zult steeds nieuwe details ontdekken. Hoogtepunt is zonder twijfel Roots Go Deep dat je helemaal weet in te pakken. De gitaarsolo van gastmuzikant Anders Buaas is prachtig, net als de dreigende strijkers. Ook The Flood is prachtig. Dat zit hem vooral in de opbouw en het eerste deel van de song. In het tweede deel mag Tim Bowness (No-Man) de zang verzorgen. De man die het meest gevraagd wordt voor een gastbijdrage en die werkelijk altijd hetzelfde klinkt. Mij doet het niets. Zijn zeurderige zang heeft bij mij inmiddels helemaal afgedaan. Wie daagt deze man uit om eens heel anders te zingen? Gelukkig maken de blazers een hoop goed.
Laughing Stock gaat nog eens een meesterwerk afleveren. Met elk album zetten ze nieuwe stappen voorwaarts. Dit album is echter nog niet perfect. Het lijkt tegen het einde net iets te veel op elkaar. Iets wat als een rode draad door al hun albums heen loopt. Dat maakt dit album allesbehalve een tegenvaller. Binnen hun discografie behoort deze tot hun beste.