We voelen ons wel een klein beetje in ons progkruis getast door deze Fransen. Wat is namelijk het geval. Deden we best nogal moeite om een exemplaar van dit album los te peuteren, wat uiteindelijk ook gelukt is, valt de band in twee gelijke delen uit elkaar!
Bij het ter perse gaan van deze recensie is het niet duidelijk welk deel van de groep verder gaat als Lazuli en welk deel onder een andere naam. Feit is wel dat het dood- en doodzonde is dat het zo gelopen is. Wanneer één band het predicaat ‘progressief’ verdient, is het Lazuli wel.
Niet alleen het instrumentarium (Warr-gitaar, Léode, marimba en mandoline, maar géén toetsen!) verdient dit predicaat, de muziek die dit bonte gezelschap hiermee maakt is dat wellicht nog meer.
Muzikaal levert dit een mengeling op van het melodramatische geluid van Ange met de nodige Mediterrane invloeden (door het veelvuldig gebruik van percussie-instrumenten) en het jaren ’80 geluid van King Crimson maar dan toegankelijker. Ook zijn, al is het in mindere mate, nog steeds de invloeden van wereldmuziek aanwezig.
Het verhaal van de Léode is misschien niet bij iedereen bekend. Dit instrument is een door Claude Leonetti zelf ontworpen instrument en houdt het midden tussen een stick en de continuum van Jordan Rudess. Leonetti ontwierp dit instrument na door een motorongeluk aan zijn linker arm verlamd te zijn geraakt. Als Arbo-adviseur doet mij dit natuurlijk erg goed, want het is een mooi voorbeeld hoe een (werk)aanpassing tot een fraai resultaat kan leiden.
Wanneer wij dit vierde studioalbum bij de kop pakken, valt grofweg een tweedeling (het zal wel toeval zijn) in de muziek te maken. Aan de ene kant zijn daar de heftige en intense nummers als Abîme (veel vervormde zang), On Nous Ment Comme On Respire (voorzien van een aanstekelijk ritme, een kinderkoor en een warrig middenstuk met gesproken teksten) en La Belle Noirceur (met heftig Léode-spel en sterke zang van Dominque Leonetti).
Aan de spreekwoordelijk andere kant zijn daar melancholieke en voortkabbelende nummers als La Vie Par La Face Nord (met fraaie Warr-gitaar), Toujours Un Gars Sur Un Pont en L’essentiel (intiem en klein gezongen).
Alleen in Aimants vloeien beide kanten in harmonie samen, hetgeen dit nummer gelijk tot het beste van het album maakt. Het is dan ook de ‘oude’ Lazuli ten voeten uit.
Uiteindelijk hebben de rustige luisterliedjes op deze schijf de overhand en zullen de liefhebbers van het mooi uitgesproken Frans bekoren. De groep is hiermee wel wat afgedreven van de muziek die men op “En Avant Doute” maakte en het gezelschap veel fans opleverde. Misschien hebben interne meningsverschillen over de te varen koers wel gezorgd voor de uiteindelijke split.
Hans Ravensbergen