‘Nou, het kostte Leap Day wat meer tijd’. De boodschap is duidelijk bij de presentatie van dit langverwachte album van de Friese/Drentse band. Een jaar later dan gepland komt het zestal met “From The Days Of Deucalion, Chapter 2”: het tweede deel van een conceptplaat die is gebaseerd op “Worlds In Collision” van de Russische psychiater Immanuel Velikovsky. Een boek dat berucht is om de inhoud: niet de wetenschap maar mythes uit de kosmos dienen als grondslag voor de tekst. Gitarist Eddie Mulder staat aan de basis van deze muzikale bewerking: hij liet vier jaar geleden zijn bandleden Gert en Derk-Evert wat demo’s horen met muziek die geïnspireerd was op dit boek. Het is de kiem van wat uiteindelijk een vier jaar durend project voor de groep is geworden.
Leap Day komt op zijn vierde album (de demo uit 2008 niet meegerekend) als vanouds voor de dag, in de aloude zeskoppige samenstelling. Aan bandwisselingen doen deze noorderlingen niet; de constante line-up vertaalt zich, evenals op “From The Days Of Deucalion, Chapter 1”, direct terug. Wat een hechte en soepele band is hier aan het werk en hoe duidelijk is ook aan het begin van dit album te horen wat ooit de muzikale borstvoeding voor Leap Day is geweest: King Eider. De orkestrale opener Pseudo Science zet de toon voor een prachtig gearrangeerde plaat. Die laveert tussen de betere neoprog (inclusief Mellotron!) en invloeden van het werk van pak ‘m beet IQ, Steve Hackett en (de latere) The Enid.
Wat in positieve zin opvalt, is de groei in de uitvoering. Met name de toetsenisten en Mulder (die af en toe bijna als twee druppels water klinkt als Steve Rothery) maken het meeste indruk, vooral in de lange stukken (Deucalion, In The Shadow Of Death). Die zijn een aaneenschakeling van sfeertjes, vitale solo’s en het ruime sop qua totaalgeluid. Ook de zang van Jos Harteveld is dik in orde. Een stem met persoonlijkheid, de juiste intonatie en die een prachtige kleur en melancholiek randje geeft aan de soms behoorlijk frivole muziek. Zoals in Ya-Who, dat dicht in de buurt komt van het latere werk van Mike Oldfield.
Met de reprise van Ancient Times is de cirkel rond wat betreft dit lange termijnproject. De oorzaak dat het zo lang heeft geduurd? ‘Deadlines zijn goed om de vaart er in te houden, maar we laten ze net zo gemakkelijk los om de kwaliteit van ons product vast te houden’, laat Waalkens desgevraagd weten over de oorzaak van de jaar vertraging. Het is duidelijk: Leap Day heeft alles willen halen uit dit tweeluik en daarin is de band voor het merendeel geslaagd. Wel zou de groep voor zijn vijfde schijf kunnen overwegen om met een gerenommeerde producer te gaan werken die voor de extra ‘bite’ en diepte in de eindmix kan zorgen. Net als op “From The Days Of Deucalion, Chapter 1” ontbreekt het namelijk af en toe aan een kruidnageltje. Het materiaal en het concept van deze orde leent zich daar namelijk uitstekend voor. Leap Day heeft al bewezen niet vies te zijn van ambities, dus om een dergelijke meerwaarde moet de groep zeker niet verlegen gaan zitten. De ietwat vlakke productie van “From The Days Of Deucalion, Chapter 2” daargelaten: de groep heeft een prachtplaat vol afwisseling afgeleverd en andermaal bewezen tot de top der (symfo)prog in ons landje te behoren.
Wouter Bessels