Met “Coal” Levert de Noorse progmetalband Leprous zijn vierde volledige studioplaat af, en de tweede op het label Inside Out. Heeft de band sinds “Bilateral” enige ontwikkeling doorgemaakt? De eerste conclusie is ‘nauwelijks’. Wie de nieuwe plaat naast de vorige twee legt, valt op dat er veel herkenbaars terug te vinden is op “Coal”.
En dat is natuurlijk goed nieuws voor de fans van Leprous. Want deze band heeft inmiddels een behoorlijke schare volgelingen achter zich weten te krijgen, zowel in de proghoek als ”niet verrassend ” in diverse metalsectoren.
Bij nadere beluistering is er wel enige progressie te vinden op het nieuwe album. Over het geheel genomen klinkt de plaat wat donkerder dan de voorgaande drie. Dat komt ook tot uitdrukking in de vrijwel geheel zwarte hoes met daarop een doodshoofd.
“Coal” bevat acht nummers met veel afwisseling, in dynamiek en tempo, goed opgebouwd en fraai afgewerkt. De productie heeft ten opzichte van de vorige plaat duidelijk een stap voorwaarts gemaakt.
Het zwakke punt van deze band blijft toch een beetje de zang. Einar Solberg is geen onverdienstelijk zanger, maar daar is het toch wel een beetje mee gezegd. Zolang zijn partijen in de muziek vallen, klinkt het allemaal prima, maar zodra de zang meer naar voren komt, met een enkel instrument, zoals piano of akoestische gitaar, valt hij wat mij betreft door de mand. Maar wanneer de band gebruik maakt van overdubs en de zanglijnen worden samengevoegd tot hele koortjes (die hier en daar zelfs aan Queen doen denken) klinkt het als een klok. Solberg zingt daarbij op deze plaat meer klanken in plaats van tekst, en dat past goed in de muziek.
Wat echt een goede beslissing was, is om voortaan niet meer te screamen en te grunten. Dat kan Solberg gewoon niet. De uitsmijter van de plaat, Contaminate Me, staat wel helemaal vol met screams, maar dat komt omdat de Noorse muzikant Insahn hier een gastrol vervult. Leprous is namelijk ook de backing band voor Insahn en bovendien is hij getrouwd met de zus van zanger Einar. Vandaar. Met afstand het zwakste nummer van de plaat, wat mij betreft.
Aan de andere kant van het spectrum staat Chronic, dat als single zal worden uitgebracht. Een ijzersterk nummer met een piano-intro, een lekker ritme en een catchy refrein. Andere pareltjes zijn The Valley, dat begint als een ballad maar na twee minuten overgaat in een serie complexe ritmewisselingen, en het openingsnummer Foe, dat vrijwel geheel uit klappen op de tel lijkt te bestaan.
Leprous is geen doorsnee (prog)metalband. Dat bewijst niet alleen de nieuwe plaat, maar je ziet het ook in de foto’s van de band. Geen lange haren en strak in het pak. Maar waar is toch bassist Rein Blomquist gebleven? Geen woord daarover in de meegeleverde documentatie, noch op de website.