Je kunt het vrij bijzonder noemen wanneer een artiest in twaalf maanden tijd drie albums uitbrengt. Wanneer je echter bedenkt dat leven en dood hier een rol in hebben gespeeld dan is het meest bijzondere slechts de normaalste zaak van de wereld.
In 2006 dacht Erik de Beer dat zijn einde op deze aarde aanstaande was. Dat harde bericht kreeg hij van de heren doktoren te horen. Niets menselijks is aan het medische gilde vreemd, dus zijn onjuiste diagnoses geen onbekend fenomeen. ‘Gelukkig’ voor Erik zou hij niet dood gaan, maar ernstig ziek blijven, werd hem wat later verteld. En wat doe je dan in een dergelijk geval? Genieten van elke dag en doen wat je het liefst doet. En laat een van die dingen nu het componeren en maken van muziek zijn.
Nu had hij al wat uren muziek op de plank liggen en zelfs eerder op cd-r uitgebracht. Konden we al eerder genieten van “Modinha” en “The Finnishing Touch”, met “The King” openbaart de Beer zijn levenswerk in de letterlijke zin van het woord, maar daarover later.
Met de clichématige titel Opening zit je als toetsenliefhebber de eerste vijf minuten muzikaal gezien geramd. Het is een uptempo instrumentaal nummer dat bol staat van vette Hammondorgel en lekkere loopjes op Moog. Tussen de bedrijven door wordt ook nog flink gesoleerd op gitaar. Er wordt je simpelweg nauwelijks rust gegund. Indien je bekend bent met de voorgaande twee albums is er tot zover niets nieuws onder de zon.
Met Is This The End? (wat gaat over de tweede alinea van deze recensie) is dat absoluut wel het geval. Nadat de eerste klanken van akoestische gitaar zijn weggestorven is daar de breekbare en hoge stem van Maruschka Kartosonto. Het vergt enige gewenning om het aparte en onvast lijkende stemgeluid op waarde te schatten. De zang wordt wel afgewisseld met sfeervol akoestisch gitaarspel en fluit, maar het is vooral de zang die blijft hangen.
Free Passage is volledig instrumentaal. Het is een kort en intens nummer met veel Hammondorgel en vlot synthesizerspel. Het vormt een groot contrast met Dusk, wat een klassiek en middeleeuws aandoend begin kent en na enkele minuten overgaat in een modernere stijl met een melodieuze en slepende gitaarsolo.
De resterende 38 minuten zijn ingeruimd voor het titelepos The King. Dit nummer is het levenswerk van de Beer. De eerste stukken voor dit nummer schreef hij al in 1978 en in de loop der tijd is het nummer niet alleen gegroeid maar ook flink veranderd. De tekst van dit nummer gaat over het palet aan dictators en andere discutabele leiders die wereldgeschiedenis hebben gekend of nog steeds kent. Ging het nummer in 1978 nog over de Roemeense leider Ceausescu, in de eindversie kan wellicht George W. Bush herkend worden. Kortom, het nummer is ‘opgedragen’ aan alle heersers en zogenaamde leiders op aarde die het niet zo nauw namen en nemen met de vrede op diezelfde aarde.
Muzikaal gezien is The King een aaneenschakeling van elf klassiek en modern getinte nummers, die allemaal in elkaar overgaan. Instrumentale en vocale stukken in verschillende stijlen wisselen elkaar af, waarbij de eerlijkheid gebied te zeggen dat de vocale stukken niet mijn voorkeur genieten.
“The King” is ten opzichte van zijn twee volledig instrumentale voorgangers een interessant album, omdat het een andere kant van Life Line Project laat horen. Naar het zich laat aanzien is dit voorlopig het laatste oude werk wat opnieuw wordt uitgebracht. Het maakt mij nieuwsgierig naar wat de Rozenburgse muzikant in de toekomst aan nieuw werk voor ons in petto heeft. In die zin smaakt “The King” en zijn voorgangers naar meer.
Hans Ravensbergen