Zelden heb ik zo’n briljante verpakking van een cd gezien. Om te beginnen, als je het doosje opent, lijkt de cd zelf op een gebrand exemplaar. Alleen het geïnprinte logo van ReR Megacorp verklapt dat het wel degelijk een origineel is, anders had ik waarschijnlijk zelf de band gevraagd om een nieuw exemplaar! Kijk je dan op de laatste bladzijde van het boekje, zie je daar ineens een prachtige inlay van wat de cd had moeten zijn! Verwarrend!
En dat is nog niks. Het boekje toont “Rare Dialect” als zijnde een lp, met inkervingen à la “Gone To Earth” van Barclay James Harvest” uitgeklapt voor een platenkast, waar elke progliefhebber met jazz- en Canterburyneigingen van gaat watertanden. Je ziet die ‘andere’ platen alleen van de zijkant en velen ervan zijn flink beduimeld. Dat maakt het echter een leuk spelletje van herkennen. Ik zie Caravan’s “In The Land Of Grey And Pink” en Daevid Allen’s “Now Is The Happiest Time Of Our Lifes”. Maar ook Zappa, Soft Machine en Keith Tippett. Ik kom in de verleiding een wedstrijd uit te schrijven: hij die de meeste platen noemt wint een gesigneerd exemplaar.
Allemaal leuk en aardig, maar hoe is de muziek? Die is gelukkig werkelijk briljant, moeiteloos balancerend op de fijne grens tussen pure jazzrock en wat nog door kan gaan voor jazzgeoriënteerde symfonische rock.
Belangrijke constatering is dat de band bestaat uit maar liefst twee saxofonisten, de ene slechts op tenor-, de andere afwisselend op bariton- en altsaxofoon. Deze twee heren, beiden Michal met de voornaam geheten, zorgen ervoor dat de muziek van Light Coorporation toegankelijk en warm klinkt, maar tevens broeierig en spannend. Daarnaast is de muziek van deze Poolse groep melodieus, op een aangename manier bombastisch en heel transparant en open geproduceerd.
Niet alleen de twee saxofonisten, maar ook de groovy, fretloze bassist Tom Struk en de haast Mattias Olssen (Änglagård, White Willow)-achtige drummer Milesh Krauz, dragen bij aan de warmte van Light Coorperation. Het valt gitarist Mariusz Sobanski derhalve niet mee, hoewel ook zijn spel briljant is, zich te onderscheiden binnen het instrumentale materiaal. Hij is blijkbaar een bescheiden man, want hij tekent tevens voor de productie. Tenslotte kent de band ook nog een violist, Robert Bielak, maar zijn bijdrage valt helaas nauwelijks op, behalve in Merchaw Zman, waar hij direct excelleert.
Prijsnummer en voornaamste visitekaartje van dit debuut is toch wel Tokyo Streets Symphony, dat de twee saxofonisten in hun volle glorie laat horen over een buitengewoon aangenaam thema, en zodoende vliegen de tien minuten van het nummer zó voorbij. Ook Maestro X is exemplarisch voor de stijl van Light Coorporation. Dit nummer opent met een briljante baslijn, waarna de beide saxofonisten er een heerlijk dekentje overheen spreiden.
Aan de andere kant van het spectrum staat The Legend Of Khan’s Abduction, een geïmproviseerde free-jazz-exercitie, die niet voor iedereen zal zijn weggelegd, maar wel laat horen dat de groep in staat is buiten de paden te treden als dat vereist wordt. Gasttoetsenist Marcin Szczesny laat zich vooral horen in het afsluitende Merchaw Zman, dat uiteen valt in vier delen, en eveneens avant-trekjes vertoont.
Al met al is “Rare Dialect” in alle opzichten een verrukking. Uitstekende muzikanten, boeiend en afwisselend materiaal, en dat alles origineel en fantasierijk verpakt. Ik ben heel benieuwd hoe deze groep zich gaat ontwikkelen. Wie weet maken ze over een paar jaar wel een klassieker à la Out Of Focus’ “Four Letter Monday Morning”. Ze hebben het talent, hopelijk hebben ze ook de vasthoudendheid.
Markwin Meeuws