Like Wendy is in het symfonische wereldje inmiddels geen onbekende naam meer. De huisvlijt van Bert Heinen, want hij is Like Wendy, leverde ons hiervoor al drie zwaar symfonische platen op, met als referenties Genesis, Marillion en de hele neoprog-scene. Dit nieuwste schijfje is echter van een hele andere orde.
Dat is al te zien aan de hoes. In plaats van typisch symfonische mythologische landschappen die we zo graag zien, is deze in een postmodern jasje gestoken. De desolate sfeer die de voorkant schetst is treffend voor de muziek. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, is niet “Holidays In Eden” maar juist het briljante “Afraid Of Sunlight” van Marillion de voornaamste inspiratiebron, terwijl Bert Heinen ondertussen ook goed geluisterd heeft naar Porcupine Tree en Radiohead.
De geschiedenis van de symfo heeft geleerd dat dat voortreffelijke muziek kan opleveren. Like Wendy slaagt hier niet in, en dat is jammer. Het is een zwakke broeder in de voor de rest smetteloze carrière van Like Wendy. Alhoewel de muziek enkele sterke thema’s kent, nergens ontaardt het zich in werkelijk goede muziek. Erger nog, de sfeervol bedoelde muziek komt uiteindelijk futloos en ongeïnspireerd over, en waar Bert emotie probeert in de liedjes te leggen, is het saaiheid troef.
Een goed voorbeeld is Sorry For The Codeïne, waar een ronduit saaie melodielijn het gevoel geeft dat het nummer pas na drie minuten begint, als de toetsen worden ingezet. Dan ontvang je een glimp van de klasse die Bert Heinen toch zeker heeft. Zo zitten er meer parels op deze cd, zonder dat die de kwaliteit van het totaal doet stijgen. De versnelling bijvoorbeeld aan het einde van Black Hole met de bijbehorende toetsensolo doet het symfohartje iets sneller kloppen, terwijl er ook in de rest van het nummer enkele thema’s zitten, waarvan je denkt: Hé! Maar het is niet genoeg. De banjo in het nummer Aerosol past erg effectief. Tenslotte geeft One Last Breath ons een Marillion-achtig tussenstukje, met een van de weinig erg goed klinkende solo’s. Maar hoe mooi gevonden sommige stukjes ook zijn, nergens is er sprake van goede muziek, laat staan goede prog.
Was Bert Heinen gezegend met een mooie stem, dan had deze cd nog een magere voldoende kunnen scoren. Helaas is zijn stem wat dun, wat hij knap verhuld door de stem naar achteren te drukken in de mix, of door meerstemmig te gaan zingen, zoals in het refrein van het redelijke Holy Ground, dat de sfeer van Porcupine Tree het sterkst uitademt. Eden is misschien wel het beste nummer, niet alleen omdat het het meest prog klinkt, maar ook omdat het een originele samenvoeging van twee oorspronkelijke melodieën zijn, zodat het nummer spannend blijft. Alleen zijn de elektronische drums irritant, maar dat geldt eigenlijk voor de hele cd. Een echte drummer, en dat had niet eens een toptalent hoeven zijn, had de muziek zeker verbeterd.
Het is jammer dat Like Wendy voor deze richting kiest. De muziek is namelijk niet interessant genoeg voor de gemiddelde symfonische rockfan, en gewoon niet goed genoeg voor de gemiddelde popmuziekfan. Want daar is deze cd toch voor bedoeld, namelijk om het grote publiek te bereiken. Dat is niet zo erg, want dat waren bijvoorbeeld “Stupid Dream” van Porcupine Tree en het genoemde “Afraid Of Sunlight” van Marillion zijn erg sterke platen. En die waren ook bedoeld om hetzij een doorbraak te bewerkstelligen, hetzij met simpelere middelen proberen toch muzikaal hetzelfde te bereiken. “Summer In Eden” van Like Wendy heeft de kwaliteit van genoemde platen niet, met als gevolg dat deze schijf hoogst waarschijnlijk tussen wal en schip zal belanden.
Markwin Meeuws