Liquid Scarlet

II

Info
Uitgekomen in: 2005
Land van herkomst: Zweden
Label: Progress Records
Website: http://www.liquidscarlet.com
MySpace: Liquid Scarlet
Tracklist
Lines Are Drawn Again (5:14)
The Carafe, Part 2 (10:07)
The Marriage Of Maria Braun (4:33)
Rhododendron (9:30)
Everywhere (4:05)
Just Like You (4:19)
Killer Couple Strikes Again (3:51)
There's Got To Be A Way To Leave (4:26)
The Thorn In Your Flesh (3:56)
Lines (7:09)
Olov Andersson: gitaar, klarinet
Markus Fagervall: zang, gitaar
Joel Lindberg: basgitaar, toetsen, contrabas, cello
Johan Lundström: drums, percussie, zang, accordeon, harmonica, akoestische gitaar, toetsen, viool
Olle Sjögren: toetsen
Met medewerking van:
Sofia Eklund: viool
Ulrika Hägglund: cello
Britta Hällstig: viool
Maria Pallin: altviool
Killer Couple Strikes Again EP (2005)
II (2005)
Liquid Scarlet (2004)

Sinds jaar en dag is het altijd moeilijke tweede album een even bekend als berucht fenomeen in de muziekwereld. Nochtans vermoed ik niet dat Liquid Scarlet onlangs met dit veelvuldig voorkomende verschijnsel in aanraking is gekomen. Nauwelijks een jaar nadat het kwintet een ongewoon vitaal en energiek debuutalbum heeft afgeleverd, zijn de vijf Zweden namelijk alweer terug met hun tweede plaat, toepasselijk getiteld “II”. Dat dit gezelschap er beslist geen gras over laat groeien, is dan ook mijns inziens een zeer voor de hand liggende conclusie.

Deze korte duur tussen het verschijnen van beide albums is des te opmerkelijker, omdat toetseniste Frida Lundström na het uitbrengen van de titelloze eersteling haar plaats achter de toetsen, om mij vooralsnog onbekende redenen, aan Olle Sjögren ter beschikking stelt. Deze, al dan niet vrijwillige, personeelswisseling is nochtans allesbehalve het meest essentiële onderscheid met het debuut uit 2004. Op “II” presenteert Liquid Scarlet immers (vrijwel) compleet iets anders, want ik heb zelden naar een dusdanige muzikale transformatie mogen luisteren dan nu het geval is. Dat maakt evenwel het bespreken van dit nieuwe album bijzonder aangenaam, omdat ik mijn reeds geopperde oordeel inzake “Liquid Scarlet” hier nu niet nog eens hoef neer te krabbelen…

Terwijl de vijf bandleden op hun debuut nog duidelijk het tracé van Genesis en King Crimson, langs Anekdoten, Änglagård en Landberk naar Björk, Coldplay, Elbow en Radiohead aan het bewandelen zijn, heeft het jeugdige collectief blijkbaar op “II” al zijn eindbestemming bereikt. Dat de band hier een overduidelijke hang naar Coldplay en met name Elbow aan de dag legt, heeft onder meer tot gevolg dat op dit album beduidend minder is terug te horen van de bijzonder geslaagde integratie van (klassieke) progressieve rock en moderne (indie-)rock zoals we die kennen van het debuut.

Ik moet dan ook helaas ruiterlijk toegeven dat het merendeel van de tien nieuwe muziekcomposities een, weliswaar kleine, teleurstelling teweeg weet te brengen. De verfrissende kruisbestuiving van het debuutalbum is namelijk naar mijn mening iets te rigoureus voor een aanmerkelijk berekenend (lees: commercieel) klinkend geluid ingeruild. Hier is, op een paar (gitaar)stukken na, nog slechts weinig over wat aan Genesis of King Crimson doet herinneren en dat gaat uiteraard ten koste van die heerlijke wisselwerking tussen oud en nieuw. Noem mij maar ouderwets of zelfs conservatief, maar ik zie deze nieuwe muzikale ontwikkeling beslist niet als een eclatant succes.

Nagenoeg alles wat “Liquid Scarlet” uniek en uitzonderlijk maakt, ontbreekt immers op “II”. Nu ben ik beslist niet iemand die een drang naar vernieuwing verafschuwt, maar er zijn uiteraard grenzen. In plaats van vrijwel onafgebroken tussen progressieve rock uit de jaren zeventig en meer moderne invloeden uit de jaren negentig te laveren, helt de weegschaal nu wel heel gevaarlijk en langdurig naar één kant over. “II” mist hierdoor zonder enige twijfel een flink deel van de aantrekkingskracht van het debuut, zodat de muziek mij helaas een stuk minder aanspreekt.

Toch heeft “II” absoluut ook zijn sterke kanten. Door op zeer vernuftige wijze gebruik te maken van allerlei niet alledaagse instrumenten, waaronder accordeon, cello, contrabas, harmonica, klarinet en viool, weet Liquid Scarlet sommige muziekstukken van een nog rijker geschakeerd arrangement te voorzien. Dat het gebruikte instrumentarium wederom vooral uit merknamen uit vervlogen tijden is samengesteld, kan natuurlijk geen kwaad. Ook het incidenteel aanwenden van een heus strijkkwartet, bestaande uit Sofia Eklund (viool), Ulrika Hägglund (cello), Britta Hällstig (viool) en Maria Pallin (altviool) is zonder meer een gouden greep te noemen.

Al met al ben ik er betreffende “II” nog niet helemaal uit. Dat een jonge band als Liquid Scarlet zijn eigen weg uitstippelt en daarbij in elk geval enige risico’s durft te nemen, verdient uiteraard respect en waardering. Dat deze eigenzinnige, muzikale route de vijf steeds meer verwijdert van de klassieke progressieve rock, zie ik dan ook niet direct als onoverbrugbaar, ware het niet dat de band juist datgene verliest wat mij zo in de muziek aanspreekt.

Terwijl ik de muziek van bands als Coldplay en met name Elbow over het algemeen zeer beslist kan waarderen, vraag ik me derhalve af of deze nieuwe koers daadwerkelijk tot het gewenste resultaat zal leiden. Ik vermoed immers dat Liquid Scarlet uitgerekend hierdoor wel eens tussen wal en schip kan geraken. Zo kan ik me levendig inbeelden dat de complexe benadering van progressieve rock de gemiddelde indie-fan zal afschrikken, terwijl de conventionele progfan doorgaans niet echt gediend is van de soms erg poppy klanken.

Het is dan ook te hopen dat Liquid Scarlet niet zelf het slachtoffer wordt van zijn eigen progressie, want “II” levert voor mij wederom het bewijs dat vernieuwing en vooruitgang niet louter en alleen positieve gevolgen kennen.

Frans Schmidt

Send this to a friend