In oktober 1998, toen The Liquid Tension Experiment bezig was met het opnemen van wat ooit het tweede album zou worden, moest gitarist John Petrucci halsoverkop naar huis omdat zijn vrouw aan het bevallen was. Daar zaten de andere drie heren: helemaal opgebouwd, studio vooruit betaald, dagen al heel lang vrij gepland en… niks te doen. Men besloot van de nood een deugd te maken en te proberen al jammend ideeën voor het nieuwe album op te doen. Dat werd allemaal opgenomen en vervolgens kwijtgemaakt. Gelukkig neemt controlfreak Portnoy elke wind die hij laat op, dus ook deze ‘legendarische sessies’ wist hij aan de vergetelheid te ontrukken. Tien jaar later besloot hij dan ook om die opnamen, zonder overdubs of noemenswaardige mixage, op cd uit te brengen.
Het zou – met alle respect – verboden moeten worden.
Ik zit zelf ook in een bandje en als we hebben opgebouwd is het eerste dat we doen (voor we aan de koffie gaan en de week doornemen) effe lekkur sjemmuh. De drummer moet even inmeppen, de gitarist moet inregelen en ik sta vast wat geluidjes uit te zoeken en de minidisc, die wij altijd laten meelopen, in te regelen. Die minidisc klinkt altijd bijna helemaal precies als deze cd: volkomen ruk.
Wij zijn natuurlijk bij lange na niet zo goed als deze drie heren, laat dat voorop staan. Nee, even voor de duidelijkheid: het is natuurlijk het neusje van de zalm, dat hier zijn tijd staat te verdoen. Maar als ze jammen klinken ze net zo verloren en waardeloos als wij.
De oplettende lezer zal het inmiddels hebben opgepikt: ik vind hier hélemaal nÃets aan. “Spontaneous Combustion” is volgens mij een dure omschrijving voor een ongewenste scheet. Heel toepasselijk. Dertien monsters zonder waarde, dat is deze plaat. Je hoort Portnoy heel hard, je hoort Levin ergens in de verte en je hoort Rudess bijna niet. Met z’n drieën zitten ze te spelen, maar niet per se samen. Portnoy slaat een ritme (meestal wel goed, maar elke halve minuut iets anders, probeer daar maar eens een stuctuurtje in te brengen), Levin zit wat voor zich uit te knorren en Rudess staat vast wat geluidjes uit te zoeken. Echt waar, je hóórt de meestertoetsenist door zijn vele soundbanken heen bladeren.
Het resultaat is een ongelooflijk rommeltje. Stukken beginnen maar eens ergens, Levin probeert aan te haken en Rudess staat ondertussen iets volledig anders te doen. Hij is ook nergens tegelijk met de rest klaar. Het ergst zijn de stukken waarin Portnoy begint met een jazz ritme, dat Rudess noopt tot cocktailbar-gepingel, maar als hij er goed en wel in zit is Portnoy al met reggae of nog erger bezig.
Het slaat nergens op, wordt niet spannend, wordt geen eenheid, wordt eigenlijk niet eens echt muziek. Drie mannen proberen hun spulletjes uit, toevallig alledrie tegelijk, maar niet in harmonie. Het doet je beseffen hoe belangrijk Petrucci moet zijn geweest voor het bestaan van Liquid Tension Experiment, want als het aan deze drie ligt, komt er niets van de grond. En Rudess staat vast wat geluidjes uit te zoeken.
Het allernaarste is dat Portnoy denkt dat deze bagger begerenswaardig is, dat mensen dit voor veel centjes zullen kopen en er vervolgens nog blij mee zullen zijn ook. Daar is geen enkele reden toe. Dit is met ruime voorsprong de meest waardeloze cd die er dit jaar is uitgekomen. Als er nou nog iets slechters uitkomt, laat het me alsjeblieft weten. Want ik kan het me niet voorstellen.