Little Atlas

Surface Serene

Info
Uitgekomen in: 2003
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Progrock Records
Website: http://www.littleatlas.com/
MySpace: Little Atlas
Tracklist
Faceless (5:49)
Surface Serene (4:50)
Can I Find It (7:34)
Changeover (6:42)
Dance (6:09)
Honestly (5:36)
Salmon Song (4:23)
Momentary Thread (5:26)
Collapsing (4:20)
Glacier (3:57)
Shine (4:46)
Rik Bigai: bas, toetsen
Joanna Katsikas: achtergrondzang
Steve Katsikas: zang, toetsen, gitaar
Diego Pocovi: drums
Roy Strattman: gitaar
Hollow (2007)
Wanderlust (2005)
Surface Serene (2003)
Neverworldly (1998)

Ze zijn niet zo ‘weird’ als A.C.T. of Echolyn, en niet zo ‘gladjes’ als Spock’s Beard en Salem Hill. De uit Miami afkomstige formatie Little Atlas is met elke van deze groepen makkelijk vergelijkbaar, maar de band rond zanger / toetsenist Steve Katsikas weet een geheel eigen stijl hieraan toe te voegen. Het materiaal, hier gepresenteerd als hun debuut “Surface Serene” kwalificeert zich als ‘veelbelovend’: hieruit kan een waarlijk grote band uit ontstaan, eentje die de concurrentie met gevestigde namen gemakkelijk aankan.Reeds op dit debuut lijken alle ingrediënten voor een doorbraak reeds aanwezig. De elf liedjes (waarvan één als ‘bonus’ is aangemerkt, het ontgaat me waarom) vertonen een groot scala aan muzikaal vernuft, prachtige melodieën, mooie liedjes, heerlijke toetsen- en gitaarsolo’s en daar bovenop de aangename stem van Katsikas.

Een prachtig voorbeeld, en tevens het visitekaartje van de band, is de break halverwege Can I Find It, gedomineerd door een even zo simpel als briljant toetsenriedeltje. In dit nummer vliegen de tempowisselingen je sowieso om de oren, maar de structuur van het liedje wordt uitstekend vastgehouden. Van het zelfde laken een pak is de opener Faceless, dat mij gelijk deed denken aan A.C.T en dat aan het einde eenzelfde break plus toetsenmelodie kent.

Little Atlas tapt echter ook uit andere vaatjes. Changeover bijvoorbeeld kent een sterk oosters karakter en springt vanaf de vierde minuut stevig uit de band. Het prachtige nummer kent voorts heerlijk gitaarspel van Roy Strattman, maar opnieuw wordt de structuur van ‘het liedje’ tijdig opgepakt. Trouwens, Strattman laat ook goed van zich horen in Honesty, waarin hij een bloedstollend mooie solo vertolkt.

Sommige liedjes zijn zo mooi, dat een symfonische break niet nodig lijkt te zijn. De ballade Surface Serene is daarvan een schoolvoorbeeld, waarin naast het ongelooflijk mooie refrein ook de achtergrondzang van vrouwlief Joanne opvalt. Ook de verschillende liedjes aan het einde van de cd ontberen een proginslag en hebben die ook niet nodig. Nadeel is wel dat de aandacht soms wat wegvalt.

En -je voelt ‘m al aankomen- daar wringt ook een beetje de schoen. Want hoe mooi het materiaal ook is, hoe schoon de melodieën ook zijn, hoe heerlijk de tempowisselingen, het ontbreekt Little Atlas een beetje aan structuur. De eenheid van de cd is niet enorm, het lijken allemaal wat losse ideeën. “Surface Serene” heeft veel schoonheid te herbergen, tezamen komt het materiaal wat fragmentarisch over. Het lijkt wel of de cd een verzameling is van alles wat Steve Katsikas nog had liggen na al die jaren oefenen en schrijven. Dat blijkt ook uit het feit dat het beste materiaal aan het begin van de cd staat.

En zo blijft Little Atlas een beetje zitten met twee gezichten. Twee mooie gezichten weliswaar, maar het blijven twee gezichten. Aan de ene kant kent Little Atlas in genoemde Steve Katsikas een enorm talent in het bedenken van goede composities. Aan de andere kant laat Little Atlas ons een band zien die lekker symfonisch kan uitweiden. Ik ben daarom zeer benieuwd welke kant de band in de toekomst zal opgaan. “Surface Serene” blijft daarom zeer beloftevol, zonder die belofte gelijk nu in te lossen.

Nu durf ik in de progscene niet snel een weddenschap af te sluiten, maar ik vermoed dat we het beste nog moeten horen van deze band. Snel, Steve, anders stuur ik David Caruso op je af.

Markwin Meeuws

Send this to a friend