Mijns inziens bestaat er een subtiel onderscheid tussen symfo en prog, ondanks het feit dat beide termen zonder problemen door elkaar heen worden gebruikt. Prog omhelst het idee dat een compositie ingewikkelder kan en mag zijn dan een drie minuten lang liefdesliedje op een vierkwartsmaat. Symfo ziet op het brede (orkestrale) arrangement vol met dure instrumenten en weelderige toetsenpartijen.
‘Villa Carlotta 5959’ is duidelijk geen progplaat; deze heren maken aangename popmuziek. De muziek valt desalniettemin op door de rijke, gedetailleerde arrangementen die er ook bij menig symfoliefhebber in zullen gaan als zoete koek. Deze plaat is het derde deel in een trilogie van albums waarop de band in het Noors zingt. Dat past goed bij de winterse klanken. De muziek heeft hierdoor ook wel wat weg van een Scandinavisch sneeuwlandschap, hetgeen in elk geval de aandacht goed vasthoudt. De muziek doet verder denken aan de rustige nummers van Madrugada. Je mag hier slaperige melodieën verwachten die door middel van schemerige klanken melancholieke sfeertekeningen tevoorschijn toveren.
Dit soort pop werkt bovenal goed als de composities goed in elkaar steken, hetgeen hier het geval is. Neem bijvoorbeeld Supergal. Een heerlijk verstild nummer met knisperend toetsenwerk. Door de warme basklanken en interessante details – op de achtergrond gebeurt van alles – weten deze Noren het meeste te halen uit het slepende ritme. Til Warszwa is daarnaast een nummer met een aangename gewichtigheid. De Mellotronpartijen contrasteren door hun fluwelen sound, mooi met de raggende gitaren. Sowieso introduceert deze band veel aangename klankcombinaties die zich steeds op de rand van duisternis bevinden, waardoor de composities het gevoel opwekken van een warme huiskamer gedurende een ijskoude winternacht.
Ohnesorg valt ten slotte nog op door de prachtig donkere wending en de overtuigende, melodische snaarclimax. Dit ijzersterke nummer zou een logische conclusie van het album zijn geweest. Wat daarop volgt, voelt echter aan als mosterd na de maaltijd, hoewel met name Min Krig best aangenaam is. Deze twee nummers hadden beter gewerkt als opbouw naar Ohnesorg. Verder zouden de lome melodieën op den duur kunnen vervelen, ofschoon het op zo’n relatief kort album nauwelijks een probleem vormt. Op deze minieme, azijnzeikpuntjes na is dit gewoonweg een consistent genietbare plaat.
Luke Peerdeman