In vergelijking met bijvoorbeeld neo progressieve rock of prog metal komt post-rock bij Progwereld wat mij betreft nog te weinig aan bod. Zo af en toe plaatsen we nog wel eens wat albums, maar dan zijn dat veelal de ‘grotere’ namen als bijvoorbeeld Sigur Rós en Talk Talk. De frequentie van het plaatsen van post-rock albums ligt dus laag. Een paar andere grote namen in de scene zijn bijvoorbeeld; Godspeed You! Black Emperor en Mogwai, maar van deze bands hebben we zelfs geen enkele recensie in onze bibliotheek. Toch is dit eenvoudig te verklaren.
Doorgaans is het ook niet heel makkelijk een goede recensie te schrijven binnen dit genre, aangezien bands bijna geen zanger in dienst hebben, of de zang wordt geminimaliseerd. ‘Laat de muziek spreken in plaats van de zanger’, is vaak de gedachte bij deze muzikanten. Ook werken bands/artiesten vaak vanuit een bepaald principe, maar daarvoor moet ik de definitie van post-rock toch weer even omschrijven. Verder spelen de toetsen over het algemeen een wat kleinere rol binnen de muziek, terwijl wij proggers daar over het algemeen een voorkeur voor hebben, uitzonderingen daar gelaten natuurlijk.
Ik wil u nu korte een beschrijving van post-rock in Jip en Janneke taal geven, of het de hele lading dekt is nog maar de vraag, maar ik doe mijn best. Ik lees op verschillende sites vaak een ongelooflijk technisch verhaal over post-rock en dan nog meestal in het Engels ook, vandaar het Jip en Janneke gedoe.
Zoals gezegd is post-rock een stroming die zich kenmerkt door opbouwende muziek. Veelal begint een track vanuit enkele akkoorden, waarna via een lange weg (er zijn uitzonderingen) de intensiteit toeneemt en het nummer zich ontpopt in een heftige climax, waarin alle instrumenten intensief bespeeld tot een explosie komen. Over het algemeen klinken de composities zeer dynamisch en wordt er veel afgewisseld binnen de intensiteit van de muziek. Rustige passages worden soms opgevolgd door enorm complexe muren van gitaren of elektronica, maar vaak op een melodieuze manier. Centraal staan bijna altijd de elektrische gitaren, keyboard en samples, ondersteund door variërende drums. In veel gevallen worden er samples of geluidsfragmenten gebruikt die soms extreem wazig, desoriënterend en volkomen ongebruikelijk zijn. Het kan zo maar zijn dat er vijf tot tien minuten geluiden geproduceerd worden die niets met muziek te maken lijken te hebben, puur voor de opbouw van een track. Sterker, Godspeed You! Black Emperor gebruikt op een album zelfs stiltes van drie en een halve minuut voor er weer muziek klinkt! Verder wordt in het genre meestal minimaal gebruik gemaakt van zang. De bands die wel zang toevoegen, gebruiken vaak ook nog eens onverstaanbare zanglijnen, zonder echt te spreken van teksten. Een band die wel gebruik maakte van ‘schone’ zang is Talk Talk, om u even een herkenbare identificatie van post-rock te geven. In de historie van de progressieve muziek is die band één van de grondleggers van post-rock en dan hebben we het vooral over “Spirit of Eden” en later “Laughing Stock“.
De band waar we nu over spreken, Long Distance Calling, heeft een contract kunnen krijgen bij een jong en klein label genaamd Suberball Music, waar ook de wat bekendere band Oceansize bij aangesloten is. Ook deze band heeft zijn roots in de post-rock, dus wellicht kunnen de Duitsers wat opsteken van het commerciële succes van de Britse band.
Van de door mij genoemde omschrijving van post-rock wijkt ook dit Duitse gezelschap niet echt af, al is het van begin tot eind vrij stevig wat deze heren ons voorschotelen. Dat het mooi is kan ik u bij deze verklappen, al moest ik even in het album ‘groeien’. Laat dat nu ook een kenmerk van post-rock zijn!
Bij de eerste klanken van deze cd schoten mij een paar namen van post-rock bands binnen en dan heb ik het vooral over Explosions in the Sky.
Het gitaarwerk wat deze heren tentoonstellen is subliem te noemen. Strak, tergend, dreigend, veel variatie en alle elektronische, computer gestuurde samples staan in dienst van het snaar- en drumwerk. Ik ga hier ter herkenning ook de vergelijking met Porcupine Tree neerleggen. Veel passages geven mij de indruk dat deze Duitsers goed hebben geluisterd naar Steven Wilson’s gitaarwerk tijdens “Deadwing” en “Fear Of A Blank Planet”. Een voorbeeld daarvan kan je meerdere malen vinden in Black Paper Planes. Als ik echt heel objectief en eerlijk moet zijn had ik persoonlijk meer variatie gewild, want gedurende de speeltijd word je niet verrast door opmerkelijke wentelingen in de muziek.
Wat speciaal genoemd moet worden is toch wel The Nearing Grave. Dit nummer wordt vocaal versterkt door Jonas Renkse van Katatonia. Dat zijn stem in de muziek mooi verwerkt is ga ik niet ontkennen, die zou namelijk zo maar als muziekinstrument aangezien kunnen worden. Mijn neerbuigend toontje komt hoofdzakelijk doordat ik geen bewonderaar ben van genoemde zanger. Mij komt altijd een acute depressie boven drijven als ik de zanger hoor zingen. Wat mij betreft zou deze man dan ook verboden moeten worden door de vocaalpolitie, niet alleen wegens het weinig talent van deze zanger, maar ook wegens bijwerkingen op de psyche van een luisteraar. Hoe dan ook: smaken verschillen.
Ondanks de bijdrage van Jonas Renkse heeft deze band een mooi vervolg op hun debuut weten te geven, al klinkt het niet vernieuwend of super creatief. Soms is continuïteit ook een mooie prestatie en de productie van dit album is ook vakkundig uitgevoerd. Alle tonen van dit album komen namelijk kraakhelder en wonderschoon je speakers uit!