Frank Lucas is het brein achter dit powertrio zonder gitarist. Lucas, die als toetsenist bij Neil Zaza en leerling van Jordan Rudess aan hoge verwachtingen moet voldoen, vergelijkt zijn band graag met EL&P, Bela Fleck & The Flecktones of The Rudess Morgenstein Project. Allemaal geen kleine jongens, dus dat belooft wat. Ik zette mijn koptelefoon nog eens krachtig in de olie en ging er goed voor zitten.
Het eerste dat opvalt – hoewel het geen verrassing is voor wie de platen van Zaza kent – is dat Lucas een lekker potje piano kan spelen. Vingervlug en virtuoos. Het tweede is dat hij geen smaak heeft. Dat blijkt al meteen uit het quasi-barokke openingsnummer Liberty, een stukje foute muzak van het type Richard Clayderman meets Rondo Veneziano. Compleet met een bespottelijke pauk, gong en patriottisch afmarcheren aan het einde.
Sleight Of Hand And Foot is gelukkig wat aardiger, een stuwende rocker met wat jazzy invloeden, die helaas wordt ontsierd door een synthesizersolo waarvoor zelfs Ryo Okumoto zijn neus zou ophalen. Het nummer geeft drummer White wat ruimte om zijn niet geringe talenten te laten horen, maar helaas gaat het stuk ten onder aan de ritmische moeilijkdoenerij en de overstelpende hoeveelheid losse stukjes die de mannen achter elkaar plakken. Als je het op de achtergrond opzet klinkt het niet onverdienstelijk, als je er naar gaat zit te luisteren is het een vermoeiende parade van bij elkaar gejatte clichés.
Dat geldt eigenlijk voor alle stukken: misplaatste krachtpatserij, ‘jongens kijk mij eens met één hand op mijn rug’, zonder echte ideeën. Lucas kan heel goed spelen, daarover geen enkele klacht, maar diep in zijn hart is hij een soort John Tesh, zo’n ‘music for the millions’ muzikant – en dat hoor je in zijn composities terug. Het is prima als je een lollig stukje hoempa door je muziek weeft, als het hoofdthema dan maar wel rockt als een beest. Lucas’ thema’s zijn flauwe muzak. Rudess-light, dat is het eigenlijk. Lucas mag zich de nieuwe Chick Corea vinden, Cor Bakker komt dichter in de buurt.
Is “LWE” daarmee een slechte plaat? Dat is een lastige vraag, want er wordt wel degelijk knap en bij vlagen briljant gespeeld, ritmisch is het meestal dik in orde en als je van bassolo’s houdt, kun je bij Steve Edsey wel terecht. Niet hóe, maar wát de heren spelen is kinderachtig en smakeloos. Hasta Manana swingt als een puddinkje, maar is toch vooral een Bossa Nova met een ruige vioolsolo. En hoor ik daar in Waiting For Bela nou echt een digitale doedelzak? Eh… Ja, “LWE” is een erg slechte plaat!
En het is allemaal de schuld van Jordan Rudess. Die heeft Lucas twáálf jaar lang les gegeven. Had in die twaalf jaar nou niet één keer het verschil tussen rock en liftmuziek ter sprake kunnen komen?
Erik Groeneweg