Lucifer Was ontstond begin jaren 70 en bracht nooit een album uit, totdat Record Heaven eind jaren 90 lucht van ze kreeg. Dat leidde ertoe dat ze nummers die ze al die tijd live hadden gespeeld, opnieuw gingen opnemen. Vanaf 1997 zijn ze daarom nu aan hun achtste cd toe. Voor het eerst zingen ze op “Ein Fix Ferdig Man” in hun moerstaal, Noors.
De band is wel geafficheerd als vertolker van hardrock, getuige de referenties: Black Sabbath, Uriah Heep, Scorpions. Inderdaad komen vleugjes van deze bands voorbij (vandaar cursief), maar pure hardrock is de muziek van Lucifer Was allerminst. Regelmatig duiken pittige riffs op, maar op “Ein Fix Ferdig Man” komt een mix van allerhande stijlen voorbij. We lopen die stijlen even langs. Lekker stevig (inderdaad!) gaan de Noren van start in Frå Firste Dag. Jon Ruder laat zijn bijpassende stem (hij zingt niet slecht) goed galmen en heel veel zware koorzang zorgt voor tegenwicht aan passages met niet veel meer dan piano.
We kunnen bijna van blues spreken in het titelnummer, zo ontspannen gaat men te werk. Het orgel maakt nadrukkelijk zijn opwachting, de eerste gitaarsolo is binnen en Ruder laat hoge uithalen horen. Krig I Opne Landskap biedt veel afwisseling. Het is theatraal, want bandleider Thore Engen (gitaar) schrijft op alle albums tot nu toe een poëtisch vervolgverhaal over de neergang van engel Lucifer. De mooiste orgelsolo horen we, naast popklanken en stukjes ballad. Arne Martinussen laat horen dat hij op veel soorten toetsen thuis is. Regelmatig is bijvoorbeeld ook de Mellotron te horen op deze cd. Het fluitspel roept bij velen dan weer de associatie met Jethro Tull op.
Een tamelijk onbeduidend popliedje kunnen we Ei Gåte gerust noemen, wel met hardrockriffs. Een vrouwenstem, dat moet fluitiste Line Mevassvik zijn, kleurt Nar Natta Klem Og Teg, een kinder-/volksliedje met violenorkestratie en vredig stemmende Mellotron. Een rustpuntje, al heb ik daar niet direct behoefte aan. Eg Vil Ha Eg Vil Ha is dan wat meer hardrock, een beetje in de stijl van Normaal. Høken, dus (dat is Noors voor normaal). De gitaarsolo, geheel in stijl, ontbreekt uiteraard niet, net als de dwarsfluit.
Dusdanig tranentrekkend is Snømann I Soll, dat deze smartlap niet in het repertoire van André Hazes had misstaan. De gitaar schmiert volop mee in de emotie die Lucifer Was hiermee hoopt op te roepen. Nadat mijn vullingen weer keurig op hun plaats zijn gebracht, is het koor weer opgetrommeld om wat aan opera te doen. Engen had zijn poëzie kennelijk niet goed verdeeld, want Ruder moet zich nog door lappen tekst heen zingen in Kunsten Å Gjere Inenting. Een gitaarsolo, hoewel niet helemaal zuiver gespeeld, biedt enige troost.
Het hoesontwerp is bijzonder te noemen. Een afbeelding van een kunstfoto laat een verschrikt gezicht zien met een kolossale oranje mix van thee- en badmuts. Zo bijzonder is de muziek van Lucifer Was eigenlijk niet. Nergens maakt dit variété-optreden veel indruk, het schijfje is geen lang leven beschoren in mijn speler. Het is dat de toetsenman de boel een beetje bij elkaar houdt. Maar och, het is hier en daar båst øørdig.