Vrij vertaald Eindigend Licht, ofwel Lux Terminus, is in 2016 opgericht door Vikram A. Shankar. Een groeiende naam in de progwereld. Toetsenist in bands als Silent Skies, Redemption (beide met Tom S. Englund) en live toetsenist van Pain of Salvation en Within Temptation. Hiermee gaan we nog veel van hem horen. Maar bovengenoemde bands klinken niet als zijn eigen in 2016 opgerichte band Lux Terminus. Die heeft hij opgericht met zijn muzikale vrienden Brian Craft op basgitaar en Matthew Kerschner achter de drums.
Als je al goed hebt opgelet, zie je dat Lux Terminus een progressieve rockband is zonder gitaren. Hierdoor hebben ze al meteen een eigen sound. “Cinder” is het tweede album, zeven jaar na de release van hun debuut “The Courage to Be”. Doordat de band geen gitaren heeft staan de toetsen letterlijk centraal. Waarbij The “Courage to Be” nog meer is gestoeld op de pianoklank en af en toe ook een jazzy randje heeft, word je op “Cinder” meegenomen met cinematische soundscapes, waarbij het geluid veel breder en grootser wordt neergezet. Zo doet het driedelige Jupiter zijn grootse naam eer aan, mede door de zang van het trio Espera, dat ook achtergrondzang verzorgt bij de band Sleep Token. Na deze sferische opening gaan we met Mosaic Mind meer naar het geluid van het debuutalbum. Ze vervangen hier, ten opzichte van het debuut, de staccato of pittige manier van spelen, door het meer in de breedte van het geluid te zoeken.
Op dit album mogen ook aardig wat gastartiesten hun opwachting maken. Zoals we op Jupiter het al eerder genoemde trio Espera hoorden, is Catalyst het andere nummer met drie gastartiesten. Jørgen Munkeby, saxofonist en zanger bij jazz black metal band Shining, en twee zangers, in dit enige nummer met tekst, Jon Pyres en Ross Jennings. En vooral door de laatste klinkt dit nummer meteen als een Haken-nummer zonder gitaar.
Het volgende nummer, The Devil’s Eyes, start met een piano die we ook op een Pain of Salvation-plaat hadden kunnen horen en eindigt met de stevigste riff die we op deze plaat horen. En zo komen de invloeden van zijn andere bands ook terug.
Ondanks dat ik het debuut misschien net iets mooier vind, is dit nog steeds een geweldige plaat met veel afwisseling. Het album leunt minder op techniek en is meer verkennend in de soundscapes en het grote geluid.
Om Vikram A. Shankar nog te quoten van een post op Facebook, zag hij zijn 30ste verjaardag als een mijlpaal waarop hij zou bepalen of het leven als muzikant haalbaar is. In mei dit jaar postte hij “Well, today I’m 30, and I’m not going anywhere. So I suppose you all are stuck with me.” Ik kijk nu al uit naar de muziek die we nog van hem mogen verwachten.