Help! Magenta heeft een metamorfose ondergaan!
Oké, dit is weliswaar een progressieve website, iedere insider en geïnteresseerde buitenstaander weet dat symfonische rockfans zo conservatief zijn als het CDA in formatiebesprekingen. Wij willen lánge nummers, met véél solo’s, boordevol tempowisselingen en lyrische gitaarsolo’s. Wij willen stoere concepten over het liefst onbegrijpelijke onderwerpen. Geef ons ‘spekkie naar ons bekkie’ en we zijn als symfonaten meer dan tevreden. Vernieuwing? Verandering? Get out of here!
Magenta geeft ons op hun vierde plaat, waarschijnlijk niet eens als grap genaamd “Metamorphosis”, qua stijl en vorm precies wat een symfofan wil. Slechts vier tracks, waarvan het grootste gedeelte in beslag wordt genomen door twee monstercomposities, die beide de twintig-minuten-grens ruim overschrijden. Ze verpakken het geheel in een stoer concept, met een artwork die een gemiddelde death-metalband niet zou misstaan, en geven de titel als om aan te geven dat Magenta nu plotseling ferm van leer trekt. Nu, het blijkt slechts oude wijn in nieuwe zakken.
Alsof de fabuleuze voorganger “Home” – waarop de band rond toetsenist / componist Rob Reed haarfijn de Cyan-invloeden (zijn vorige, meer liedjesgerichte band) integreerde in de reeds snel gevormde Magenta-sound – nooit heeft bestaan, sluit “Metamorphosis” feitelijk naadloos aan bij “Seven“. En daardoor komen we al vroeg tot de conclusie dat Magenta – alle goede bedoelingen ten aanzien van verandering ten spijt – een ferme stap terugzet.
Het is zeker niet zo dat uw recensent kórtere nummers prefereert boven een fijne epos. Ware dat zo, dan zou ik wellicht snel moeten zoeken naar een andere baan. Feit voor mij is echter dat van de twee lange composities gemakkelijk tien minuten had kunnen worden weggelaten, zonder de melodische kracht van de werkjes onrecht aan te hebben gedaan. Met name het titelnummer Metamorphosis is hier debet aan. De eerste vijf minuten betreft een aaneenschakeling van matige thema’s, waarbij aanstekelijke melodieën volstrekt afwezig blijken. Daarna, vanaf het refrein ‘This Is Your Final Breath’ is er iets van een meezingbaar gedeelte te bespeuren, maar vervolgens is het zoeken geblazen naar memorabele passages. Het geheel gaat ook nog eens als een nachtkaars uit.
Dan is The Ballad Of Samuel Layne wellicht iets beter, met zijn frisse opening (hoewel de melodielijn wat gekunsteld overkomt) en de alomtegenwoordige Minimoog-solo’s van Reed. Een paar passages zijn zeker de moeite waard en komen geïnspireerd over (zoals de heftige uitbarsting rond de 8-minutengrens). Maar in zijn geheel is deze epos ondergeschikt aan welke van de vier lange tracks van het debuut “Revolutions” dan ook!
De twee korte composities zijn helaas evenmin om over naar huis te schrijven. Hoewel ik de hele cd wel honderd keer heb gedraaid (met de gedachte: valt ie nou écht zo tegen?) moest ik beide nummers nog eens even de revue laten passeren om een oordeel te vellen. Blind Faith kent wat stevige gitaren en Prekestolen een interessante bijdrage van Iona-grootheid Troy Donockley, maar dan is de koek ook wel op.
Valt er na mijn loftrompetserenade over “Home” dan niéts positiefs te zeggen over “Metamorphosis”? Niet heel veel. Christina zingt de sterren van de hemel, zoals gebruikelijk, maar ik hoor nauwelijks emotie. Chris Fry geeft een paar geweldige gitaarsolo’s weg, maar helaas gestoeld op niet echt interessante melodielijnen.
Ik hou als symfonische rockfan uiteráárd van lange composities. Maar als het thematische materiaal tekort schiet, kan het liedje wat mij betreft niet snel genoeg afgelopen zijn. Ik acht alles wat Rob Reed heeft gedaan zeer hoog, behálve “Metamorphosis”. De plaat is één van de grootste teleurstellingen van 2008 en zonder enige twijfel de zwakste uit het oeuvre van Magenta.
Markwin Meeuws