Liefhebbers van het Canterbury-genre doen zichzelf een groot plezier door zich ontvankelijk op te stellen voor een band als Magic Bus. Deze uit Devonshire afkomstige zesmansformatie houdt zich namelijk bezig met retro-Canterbury, een stijl die teruggrijpt naar het eind van de jaren ’60 en het begin van de jaren ’70. Denk aan Caravan, denk aan Soft Machine of bijvoorbeeld aan Gong. Daarnaast heeft men ook raakvlakken met de psychedelische hippiemuziek van de Amerikaanse westcoast hetgeen overigens niet wil zeggen dat de band zich verliest in zinloos gepingel en irritant gefreak. Magic Bus is met z’n glasheldere producties op en top hedendaags. Het hier besproken “Philip The Egg” is hun derde album en als je de band nog niet mocht kennen; kom gerust aan boord. De rondreis kan elk moment beginnen.
Allereerst gaan we de bergen in. Mystical Mountain is een aantrekkelijk openingsnummer dat uit twee gedeelten bestaat. Het eerste stuk is op een perfecte manier nogal Caravan-achtig. Wat heet: als je het heerlijke gitaarspel van Terence Waldstadt en het koele toetsenwerk van Jay Darlington hoort zou je zweren dat je hier met een pastiche te maken hebt, te meer omdat de dwarsfluit en de zang ook een flinke duit in dat zakje doen. Hoe “In The Land Of Grey And Pink” wil je het hebben? Vergis je echter niet. We zitten op dat moment nog ruim onder de boomgrens. Het is genieten van de vele mooie panorama’s die de muziek te bieden heeft. In het instrumentale deel zien we een heel wat grilliger landschap met een korte, doch wervelende gitaarsolo als eindbestemming. Het nummer laat twee ver uit elkaar liggende facetten van het bandgeluid horen, relaxt en gedreven. Daar blijft het uiteraard niet bij. Zo rijden we in Fading Light door de schemering en brengt de bus zijn passagiers in Trail To Canaa naar een folky bos, terwijl in Zeta een psychedelisch stukje wereldmuziek je ergens in zuidelijke contreien doet wanen.
Als je dit allemaal door elkaar husselt, kom je uit bij nummers als Distant Future en het epische Kepler 22b. Magic bus blijft geen moment haperen, vliegt nergens uit de bocht en raakt nooit in de slip. De band zoekt met z’n diep gelaagde, breed in de samenzang gezette muziek weliswaar geen ravijnen op, men is niet bang de eigen grenzen te overschrijden. Luister maar naar de slotminuten van Yantra Tunnels en hoor hoe een alsmaar sneller wordend stuk spacerock het eitje flink aan de kook brengt.
“Phillip The Egg” is een album dat klopt als een bus, zowel voor de doorgewinterde liefhebber van Canterbury als voor iemand die het genre nog moet leren kennen. Vanaf het vertrek is er maar één motto: doe jezelf een plezier en laat je rondrijden.
Dick v/d Heijde