Het 24 minuten durende epos The Garden handelt over een jong stelletje dat na een verwoestende oorlog in een tuin leeft. Het grootste gedeelte van de mensheid is uitgeroeid door een oorlog, maar veel gebouwen en huizen staan nog overeind. Kae en John, de hoofdpersonen, hebben zich ontfermd over een tuin, waarin ze dieren verzorgen en planten onderhouden. Deze ‘Garden-of-Eden’-achtige setting wordt echter spoedig verstoord als een andere jongen, Jamie, het stelletje komt waarschuwen voor een dreiging. Men vlucht voor deze Damon Krandle, een despoot op zoek naar macht en slaven, en zoekt heil in een grot. Onderwijl raakt deze Krandle in gevecht met ene Justin Dano, de leider van de ‘Nieuwe Republiek’. Krandle en zijn mannen worden gedood in een zware strijd, alle slaven worden bevrijd, en John en Kae kunnen weer terug naar hun tuin.
Ziedaar: het verhaal in een notendop dat Andrew Robinson voor ons ontvouwt. Magus is een project van zijn hand, aangevuld met enkele gastmuzikanten, waarvan Gary Strater (Starcastle) de bekendste is.
Robinson’s werk hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant wil hij een vlotte, moderne neoprogplaat maken, aan de andere kant wil hij dolgraag de nieuwe Vangelis of Jean-Michel Jarre uithangen. Zo zijn de eerste zeven minuten van The Garden ronduit briljant. Robinson (die de rol van zowel John, Krandle als Jamie zingt) heeft een prettig in het gehoor liggende stem, en ook Lynette Shelley (Kae) is een ontdekking. Rond de vijf minuten horen we een briljante solo. Daarna gaat het echter snel mis. Een enkele goeie melodie komt nog langs, maar langgerekte basmelodieën, vage synthesizerklanken en andere studiofoefjes kunnen niet verhullen dat het lange nummer enorm aan kracht verliest. Een goede producer had het nummer zeker de helft korter gemaakt.
Robinson is wel een talent om in de gaten te houden. Het nummer Grains Of Sand is een heerlijk up-tempo werkje, met een lekkere melodie en niet onverdienstelijk gitaarwerk aan het einde. De andere twee nummers, The Sailor On The Seas Of Fate en The Stone Circles, zijn echter weer vol synthesizers gepropte new age-achtige stukken (o.a. Korg Motiff 6). Ik word er zenuwachtig van, new age is niet iets voor mij. Maar de stijl inschattende, is het niet eens goeie new age.
De cd klinkt heel transparant, in drukkere stukken soms wat Camel-achtig (maar dat kan ook aan het fluitspel liggen). Dat is geen compliment, wat de cd heeft een heel sterk doe-het-zelf stempel over zich. Gemaakt op Robinson’s zolder. Homemade. Geen slechte productie, maar zeker geen productioneel topproduct.
Andrew Robinson zal in de toekomst een keuze moeten maken. Tip: bewaar de naam Magus voor het symfo-gedeelte (hoe ‘huisvlijtelijk’ ook), en breng je zenuwachtige synthesizertapijten onder je eigen naam uit.
Markwin Meeuws