Magus & The Winter Tree klinkt een beetje als een titel uit een overzese kinderboekenreeks, waarbij de onverschrokken jongeling Magus weer spannende avonturen beleeft. Of als een rapper featuring… Maar in het echie zijn het twee bands met één geestelijke vader. In 1985 zag de band Magus het licht onder aanvoering van ene Andrew Robinson. Pas tien jaar later leidde dit tot het uitbrengen van de eerste cd. Na een handvol albums was het tijd voor iets anders en de bandnaam werd omgedoopt in The Winter Tree, naar een nummer van Renaissance. Robinson blijkt dan in werkelijkheid Andrew Laitres te heten. Drie schijven later werd de tijd rijp geacht voor een verzamelaar. Genoeg stof voor een dik uurtje compileren, lijkt me zo.
Multi-instrumentalist Laitres doet heel veel zelf, maar laat zich ook altijd bijstaan door een keur aan gastmuzikanten, met het echtpaar Bond bijna altijd als vast keuze. Deb speelt toetsen en Mark hanteert de gitaar en zingt. Over de samenstelling van deze verzamelaar kan ik geen oordeel vellen, ik kende hiervoor nog niets van dit werk. Wel ontstaat met deze The Best Of… een aardig beeld van wat de heer Laitres in huis heeft.
Het oude Magus werk kenmerkt zich door atmosferische klanken. Het (zeer lange) slotnummer RIF is hiervan een goed voorbeeld. Uitgesponnen synthesiserpartijen in de sfeer van Jean Michel Jarre of Vangelis, kennen een steeds terugkerend patroon. Intermezzo’s zijn gevuld met akoestische of elektrische gitaarstukken, gelukkig wel. Het is mij persoonlijk allemaal iets te elektronisch, zeker als daar ook nog zo’n drumcomputer bij te horen is. Wel mooi in deze reeks vind ik The Stone Circle, waar een ijle vrouwenstem en een orkestharp een betoverende Japanse sfeer oproepen.
Een andere kant van zichzelf laat Laitres zien in de gezongen nummers, bijna alle uit het The Winter Tree tijdperk. Deze korte werkjes zijn sfeervol, erg rustig, kabbelen zo’n beetje voort en verdienen bijna het predicaat zoetig. Gelukkig duikt dan opeens een aantrekkelijke solo op toetsen of gitaar op, niet zelden van de Bondjes. Het nummer Home past qua sfeer en thematiek bij Our House van Crosby, Stills, Nash & Young. De intieme samenzang van Magna Carta horen we terug in A Twilight In Middle March. Hij lijkt daarnaast te willen laten horen dat hij ook best eens ‘gek’ kan doen en buiten te lijntjes kan kleuren. Een kek discodreuntje met dito synth-geluiden maken Angels And Demons tot een buitenbeentje, wat mij betreft minder geslaagd.
Aan de ene kant lijkt onze Magus and/of The Wintertreeman de synthesizerjongen uit te willen hangen, al springt zijn werk daarvoor iets te weinig in het oog. Anderzijds maakt hij makkelijk in het gehoor liggende (pop)liedjes, voorzien van wat progtrekjes. Gelukkig combineert Laitres deze stijlen, want vijftien van die gezongen liedjes zouden mijn bloedsuikerspeigel tot gevaarlijke hoogte doen stijgen. Een dik uur van die sferische klanken zouden mij net iets te ver boven mijn matje doen uitstijgen.
Het is zeker niet slecht wat aka Robinson heeft voortgebracht. Laitres en zijn kornuiten spelen en zingen naar behoren, maar het geheel kan mij toch minder bekoren. De muziek ontbeert simpelweg de klasse en de spanning, veel nummers blijven steken in goede bedoelingen, een enkele uitzondering of oprisping daargelaten. Voor fans is dit vast een mooie terugblik op 25 jaar Robinson – Magus – Laitres – The Winter Tree en voor wie zich aan een eerste kennismaking wil wagen… doe eens gek.
Fred Nieuwesteeg