Wat krijg je als je klassieke muziek vermengt met jazz rock en hier een daar spirituele teksten van Sri Chinmoy worden ingezongen? Nou? (een) Apocalyps dus! En wat klinkt het lekker! Hier moet de avontuurlijke Prog liefhebber die zich niet laat afschrikken dat een klassiek orkestratie abrupt word afgewisseld met een knetterharde jazzrock improvisatie die “kijk eens hoeveel noten ik kan spelen in een minuut” als leidraad neemt. Menig metal gitarist zal met ver- en bewondering dit volgen. Gelukkig kent het album ook enkele New Age momenten en teksten zodat de rust geregeld wederkeert. De teksten die tot nadenken stemt zijn van Sri Chinmoy. Sri is geen typische Indische goeroe waar geestverruimende middelen automatisch aan verbonden word. Als naamgever van Mahavishnu wees hij musici juist een gedisciplineerd spiritueel pad aan dat het gebruik van drugs en alcohol verbood en muziek en poëzie als uitingen van dankbaarheid aan het goddelijke moest overbrengen. Met de muziektitels die John McLaughin gebruikte word duidelijker in welke inspirerende sferen hij zich op dat moment bevond.
Bent u al afgehaakt? Neen? Mooi want producer George Martin (ja die van de Beatles) stond voor een groot logistiek en productioneel dilemma en was ook bijna afgehaakt. Begin jaren zeventig, want daar stamt dit plaatwerk uit, had je maar een beperkt aantal sporen beschikbaar op een smalle analoge tape. Want hoe kreeg hij de zachte vioolpartijen er hoorbaar erop terwijl John McLaughin zijn snoeiharde gitaarsolo’s in de studio in één take live daarover heen ging knallen? Dat loste hij en zijn bekende rechterhand Geoff Emmerick als engineer (ook van the Beatles) toen op door Mr. Mahavisnu himself, John McLaughin dus, in een andere afgesloten studio te zetten en af te tellen met 1,2,3,4,….5, ( ja 5 we hebben het over jazzrock!) en start allemaal maar tegelijk met spelen! Wat een Apocalyps is dat! Met dit in het achterhoofd besef je terwijl er geen oogcontact mogelijk was, hoe knap het was om zo’n moeilijke muziekstuk in één keer op te nemen.
Referenties naar andere bands zijn niet te geven, omdat dit een uniek concept is. Hooguit kan de jazzrock stijl verwezen naar hun eerdere albums zoals ‘Birds of Fire’ bijvoorbeeld. John McLaughin begon in 1974 hiermee als Mahavsinu Orchestra aan zijn eerste reïncarnatie want alle bandleden waren ondertussen vervangen. Helaas geen Billy Cobham op de drumkit meer maar Narada Michael Walden die hem adequaat vervangt. Dat Jan Hammer ditmaal op toetsen ontbrak is geen punt. Het album zou overvol raken met al die ego trippers die hun partijtje willen meeblazen.
Om te beginnen is Power of Love een tactisch sterk geplaatst sacraal openingsnummer. Een tokkelend Spaans gitaar met wat flarden flamenco technieken worden ondersteund door het orkest die de kunst verstaan om hier geen noot teveel te spelen. De akoestische gitaar staat hier in het middelpunt en niets ander. Daarna gaat het een kwartiertje los met Vision is a Naked Sword. Het begint met een gevecht tussen orkest en de drummer met tegendraadse ritmes en thema´s. Tussendoor wordt de strijd voortgezet met een heerlijke fingerpicking banjo techniek en Jean-Luc Ponty (van Frank Zappa and the Mother’s of Invention) op elektrische viool waarna het geheel weer terugkeert naar het begin thema. De opzet om nummers op deze wijze in te delen wordt vaker toegepast. Zo ook in Smile Of The Beyond. Deze start net zo als het eerste nummer sacraal met prachtige gedragen zang. In het middenstuk gaat het tempo omhoog en krijg je een hippie achtige Let The Sun Shine zang uit musical “Hair” voorgeschoteld en duelleren gitaar, viool en bas om de beste solo´s neer te zetten. Wings of Karma is een klassiek stuk die landerig aandoet, iets wat Mahler in zijn klassieke symfonieën ook zo mooi kon overbrengen. Hoe knap is het nadat in het middenstuk het al rap over gaat in zo´n typisch jazzrock stijl waarin het alsmaar harder en sneller gaat en het geheel toch organisch blijft. Hymn to Him tot slot heeft dezelfde opbouw als Wings of Karma en komen enkele thema´s van andere nummers in terug. Als epic van een kleine twintig minuten duelleert het orkest mee tegen al dat elektronisch geweld. Dit soort muzikale escapades doe je maar één keer in je leven. Wat een apotheose eh…. Apocalyps!
p.s. er is een in 2016 een re-issue album uitgebracht door Talking Elephant, een label dat meer jaren 70 pareltjes weer uitbrengt. Helaas blijft het gestoken in dezelfde spuuglelijke albumhoes. Daar helpen de spirituele symboliek in het plaatje dat een dwarsfluit spelende Sri Chinmoy voorstelt verder niet veel aan mee. Het poets het vrijheid blijheid hippie gevoel niet weg.