De groep MAN vindt zijn oorsprong eind jaren ’60 in Wales. De groep heeft een redelijke supportersschare en een behoorlijke discografie, maar de echte stap naar het grote publiek heeft de band nimmer gemaakt. Dit kwam misschien wel door de twee gezichten die de band had. Het aan de ene kant ietwat ingetogen veelal op blues georiënteerde pop/rock geluid dat de groep etaleert op de studioplaten en als contrast het ruige psychedelische rockgevoel dat op het podium meester van de groep maakt.
Neem bijvoorbeeld het prima jaar 1975. In dat betreffende jaar kwam de groep met twee langspelers op de proppen. Het behoorlijk rustige bluesy “Slow Motion” met allemaal redelijk brave nummers die allemaal klokken met de ideale pop/rock tijden tussen de vier en zes minuten. Daarnaast verscheen ook het live album “Maximum Darkness”. Dit was dus geheel andere koek. Er staat weliswaar een aantal ‘kortere’ nummers op maar ook nummers die ruim over de tien minuten lopen. Aangezien zowel “Slow Motion” alsmede “Maximum Darkness” in de vroege zomer van 2008 opnieuw zijn verschenen (uiteraard geremasterd met bonustracks!), is het denk ik niet moeilijk te raden welke van de twee cd’s op Progwereld beschreven gaat worden.
Wees aardig voor jezelf…
Ik denk niet dat het een verrassing is dat het vanaf hier in deze recensie enkel nog maar over het “Maximum Darkness” album gaat. De fijne recycling platenmaatschappij Esoteric heeft deze van origine vijftig minuten durende plaat opgewaardeerd naar precies tachtig minuten! Daarvoor hadden ze overigens niet veel extra bonustracks nodig, want het van het in 1972 verschenen album “Be Good To Yourself At Least Once A Day” (over prikkelende titels gesproken) C’mon is in deze live versie van de originele elf minuten in 1972 nu opgerekt naar maar liefst ruim 23 minuten!
Wat kunnen we live allemaal verwachten van deze groep? In elk geval een hoop gitaargeweld in welke vorm dan ook. Het is muzikaal gezien een kruisbestuiving tussen het bluesgeluid zoals we dat kennen van Neil Young, lange uitgesponnen instrumentale psychedelische klanken a la Hawkind en het betere en diepgaandere geluid vanuit de Krautrockhoek met een grote link richting Can. De vocalen worden naar de achtergrond geduwd en de – veelal repeterende – gitaaraanslagen voeren de boventoon. Het album begint direct al uitstekend met de instant klassieker 7171 551 welke gelijk de volle elf minuten alle aandacht naar zich toetrekt. Het volgende nummer Codine is eigenlijk het enige nummer wat veel zang in zich heeft. Gezien het wat hoge stemgeluid en de vele bluessolo’s tijdens het nummer een typische Neil Young look-a-like. Excuses voor de Neil Young fans onder ons maar Codine is toch wel het minste nummer van dit album. Op zich is het nummer wel goed gebracht maar er gebeurt gewoon te weinig, zeker in vergelijking met de andere nummers, om echt te boeien.
Beste drummer ter wereld
De andere nummers zijn alle een beetje gemaakt volgens een vast stramien. Een gitaarsolo hier en een flinke baspartij daar, veel terugkerende gitaargeluiden zodat het psychedelische karakter nog eens extra uitgediept wordt. Dit alles ruim voorzien van de uitstekende drumslagen van Terry Williams. Deze drummer werd in die tijd door de zogenaamde kenners ook ingeschat als één van de betere drummers ter wereld. Dit is misschien wat overdreven maar dat de man over een hoop kwaliteiten beschikt is duidelijk. Deze conclusie wordt nog eens extra versterkt doordat de goede man als sessiedrummer bij onder andere Meatloaf, Dire Straits (bijvoorbeeld op het legendarische live album “Alchemy”), Tina Turner, Dave Edmunds en K.D. Lang achter de trommels mocht zitten.
De geremasterde kwaliteit van dit live concert is prima te noemen en de kwaliteit van de groep is zeer zeker hoorbaar. Een keurig en informatief boekwerkje heeft hier, gezien de redelijke onbekendheid van de groep, zeker ook zijn voordelen. Lang niet al het werk van MAN is van even goede kwaliteit, maar het gebodene op deze live cd is zeer zeker de moeite waard.
Sander Kok